Archi-niveau: rugwervel niveau (alleen simpele dieren met ruggenmerg en hersenstam). Laagste
niveau.
Paleo-niveau: hogere dieren die al sociaal zijn, hebben een emotioneel brein. Hoe is de buitenwereld
(veilig of bedreigend?).
Neo-niveau: je kan je eigen motoriek sturen op je wil. Je kan doen wat je wil. Hoogste niveau.
Training en trainbaarheid.
Gaan beide om fysiologische adaptatie.
Adaptatie heeft te maken met verandering van gedrag en eigenschappen.
Belasting en belastbaarheid zijn hierbij heel belangrijk (belasting kan leiden tot een
verhoogde belastbaarheid).
Ergotrope (gericht op actie (belasting)) en trofotrope (gericht op voeding
(adaptatievermogen)) tuning.
Een aanhoudende duurzame eenzijdige belasting kan ook leiden tot overtraining (bijvoorbeeld
muisarm).
Voorwaarden voor adaptatie:
Training: het systematisch toedienen van en verhogen van functionele prikkels met de
bedoeling om te komen tot prestatie verhogende veranderingen van de organische vorm en
functie.
Trainbaarheid: de mate waarin prestatie verhogende veranderingen van de organische vorm
en functie zijn te induceren door het systematisch toedienen en verhogen van functionele
prikkels. Ook wel: de mate waarin, binnen grenzen van erfelijkheid, leeftijd en geslacht,
gebruik gemaakt kan worden van het biologische vermogen tot adaptatie.
Grondmotorische eigenschappen: KLUCS.
Belastbaarheid: de mate waarin een bepaalde vorm van belasting kan worden verdragen. Het
geheel van eigenschappen waarover het individu beschikt om aan de eisen die aan het
individu worden gesteld te voldoen.
Cel glycogeenvoorraad in een spiercel
Weefsel trekvastheid van bindweefsel
Orgaan maximale hartfrequentie
Orgaansystemen maximale zuurstofopname capaciteit
Persoon frustratie tolerantie
Het gevolg van het biologisch streven om vorm en functie optimaal af te stemmen op de
belasting waaraan het organisme wordt blootgesteld. Het adaptatieproces dat hieraan ten
grondslag ligt wordt gelimiteerd door erfelijkheid, leeftijd en geslacht.
Adaptief vermogen: het vermogen van het organisme om in de tijd vorm en functie af te
stemmen op de functionele belasting en de veranderingen die zich hierin voordoen. Adaptief
vermogen is een kenmerk van levende cellen. Onderscheiden van inspanning fysiologische
veranderingen.
Functie-stofwisseling: stofwisseling ten behoeve van het uitoefenen van de specifieke functie
van de cel (catabool). Ergotrope tuning
Bouw-stofwisseling: stofwisseling ten behoeve van het in standhouden van de integriteit van
de cel (anabool). Trofotrope tuning. (anabool is samenvoegen van moleculen, materiaal)
Voorwaarden voor een efficiënte bouwstofwisseling zijn:
1
, Het beschikbaar zijn van voldoende bouwstoffen en energie (goede voeding).
Goede voeding en spijsvertering.
Voldoende doorbloeding van het zich aanpassende weefsel.
Een op herstel en groei gerichte tuning.
Adaptieve vermogen:
Elke functionele belasting is een ‘trainingsprikkel’ voor de bouwstofwisseling.
Herstel na functionele belasting is gebruik maken van het adaptieve vermogen.
De doelmatigheid en doeltreffendheid van dit herstel is ook trainbaar.
Elke functionele belasting is een trainingsprikkel voor de bouwstofwisseling. Als de prikkel sterker is
dan normaal spreek je van overload en treedt er supercompensatie op. Als dit goed verloopt spreek
je van anabole processen.
Anabole processen:
Gestuurd door:
Biodegradatie (natuurlijke afbreekbaarheid)
Functionele belasting
Anabole processen zijn er altijd. Deze worden verhoogd / versterkt bij functionele belasting.
Bouwstofwisseling:
Herstel van energie reserves.
Herstel van ‘gebruiksbeschadigingen’.
Aanpassen van de functionele ‘machinerie’.
Belasting = last / belastbaarheid
Stress-reacties:
Reactie van het organisme voortkomend uit een (ervaren) uiteenlopen van eisen en
mogelijkheden.
Reactie waarin de noodzaak tot adaptatie tot uitdrukking komt.
Als jij iets wil doen wat heel moeizaak gaat dan is dit een prikkel voor je lichaam om dit te
verbeteren. Dit wordt positieve stress genoemd.
Als je een hogere intensiteit ook een langere tijd wil volhouden, zal je moeten gaan adapteren.
Adaptatie: het proces van aanpassen.
Momentane aanpassingen in gedragsmatig opzicht met als doel verminderen van de
belasting.
Tijdelijke / permanente aanpassingen in eigenschappen met als doel het vergroten van de
belastbaarheid.
Adaptatie in eigenschappen:
2
, Adaptatie in belastbaarheid, adaptatie in eigenschappen is het resultaat van anabole
processen.
Het zijn altijd de cellen die verantwoordelijk zijn voor de aanpassingen.
Adaptief vermogen is verschillend per cel en weefseltype.
Post-mitotische cellen:
Zenuwweefsel
Spiercel
Mitotische cellen:
Bedekkend weefsel
Bloed en immuun-cellen
Recurrent-mitotische cellen:
Fibrocyten, chondrocyten, osteocyten.
Weefsel is product van cellen:
- Bindweefsel in en tussen allerlei organen
- Kapsel, ligamenten, peesplaten, pees.
- Bot en kraakbeen.
Adaptief vermogen: potentie om aanpassingen te realiseren.
Lokaal adaptief vermogen:
Restauratie of recuperatie.
Regeneratie.
Reparatie.
Lokaal belemmerende factoren voor het adaptieve vermogen:
Dislocatie (staat scheef ten opzichte van elkaar) of dispositie (de twee delen liggen te ver van
elkaar af).
Lokale belemmering van de circulatie.
Lokale overbelasting.
Afname trainbaarheid:
Fysieke deconditionering.
Verlaagde stress-tolerantie voor fysieke belasting (of psychische belasting).
Toegenomen kans op vormen van dysregulatie op basis van fysieke belasting.
Door beperkingen in activiteiten en problemen met participatie afname in kwaliteit van
leven.
Toename trainbaarheid:
Een grotere fysieke conditie geeft:
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisannevanwijk16. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.94. You're not tied to anything after your purchase.