M&O Samenvatting
Hoofdstuk 1 Manager en management
Wij werken en leven in een maatschappij van organisaties. Als we betaald werk
verrichten dan hebben we te maken met organisaties zoals productiebedrijven of
dienstverlenende instellingen. Er zijn ook organisaties die te maken hebben met
onze vrije tijd. Zoals: reisbureaus, restaurants of sportverenigingen.
Manager
Een manager is iemand die processen stuurt. Een manager neemt continu
beslissingen over wat er gedaan moet worden, hoe en door wie. Tijdens deze
beslissingen moet hij steeds bereid zijn om uitleg te geven. Een manager staat als
knooppunt tussen zijn bedrijf, afdeling of werkplaats en zijn omgeving.
Kenmerken van goede managers
Een goede manager komt zijn beloften na, want dit verwachten medewerkers ook
van hem. De manager heeft een voorbeeldfunctie en de medewerkers letten dan
ook vooral op wat hij doet (minder dan wat hij zegt). In veranderende situaties
moet de manager beschikken over innovativiteit (bezig zijn met verandering) en
creativiteit. Ook moet hij natuurlijk beschikken over veel vakkennis. Als
medewerkers zijn deskundigheid herkennen dan zullen ze hem ook sneller zien als
een leidinggevende en als een voorbeeld.
Tijdens samenwerkingsprocessen kunnen spanningen en teleurstellingen
ontstaan, hij moet deze problemen tactisch zien op te lossen, voorkomen of
verminderen. De manager moet zelfverzekerd zijn en rust en vertrouwen
uitstralen. Hij moet risico’s durven te nemen en hier ook de consequenties van
aanvaarden als hij een verkeerd besluit heeft genomen.
Een manager is afhankelijk van de inzet van anderen. Een medewerker is dus
bijvoorbeeld afhankelijk van zijn eigen medewerkers. Hier heeft hij een directe
gezagsrelatie mee. Een gezagsrelatie is eigenlijk een arbeidsovereenkomst tussen
werknemer en werkgever. De manager is vaak ook afhankelijk van andere
leidinggevende uit andere afdelingen. Hier spreek je niet van een directe
gezagsrelatie.
Overeenstemming werk/individu bemensing
Een goed werkklimaat is belangrijk. Hier is een manager ook verantwoordelijk voor.
Er moet een zekere overeenkomst zijn tussen het uit te voeren werk en de
behoeften van zijn werknemers. Hij dient samenwerking te stimuleren. Een
leidinggevende is ook medeverantwoordelijk voor de bemensing van zijn afdeling.
,Hij moet het opleiden van zijn werknemers beoordelen en hij moet zijn personeel
motiveren en activeren.
Als manager heb je voldoende informatie nodig over je werknemers. Het is
belangrijk dat informatie goed wordt ontvangen en overgedragen. Een manager
moet altijd op de hoogte zijn wat er in de bedrijfseenheid speelt. Soms komt een
leidinggevende te staan voor onvoorziene situaties. Soms kunnen problemen
worden genegeerd en leiden ze tot acute crisis (bijvoorbeeld een conflict).
In deze situaties moet een manager beslissingen nemen en zorgen voor
aanpassingsmaatregelen om herhaling te voorkomen.
Managers moeten in staat zijn tot een goed tijdmanagement. Het is van belang
dat goed vergaderen te pas komt tijdens een werkoverleg of inspraak van
werknemers. Het is van belang om als manager prioriteiten te stellen en om te
delegeren waar nodig is.
Samenwerkingsverband
Een samenwerkingsverband is als mensen bewust relaties met elkaar aangaan in
een organisatie om zo gemeenschappelijke doelstellingen te bereiken.
Organisatie
Een organisatie is een “instrument” wat door toedoen van mensen ontstaat en
waarmee ze vervolgens producten of diensten creëren. Hiermee voorziet de
organisatie de maatschappelijke of individuele behoeften van mensen.
Organiseren is het scheppen van doelmatige verhoudingen tussen mensen,
middelen en handelingen om bepaalde doeleinden te bereiken (regelen en laten
ontstaan).
Als mensen langs elkaar heen werken, niet dezelfde doelen nastreven of meer
middelen en tijd opofferen dan nodig is, spreek je van ineffectief (niet
doeltreffend) en inefficiënt (ondoelmatig) handelen. In een goede organisatie
werkt men effectief (doeltreffend) en ook efficiënt (doelmatig). Doelstellingen
worden bereikt volgens plan, op tijd en tegen zo laag mogelijke kosten. Goed
organiseren en een goede organisatie zijn dus heel belangrijk voor succes.
Industrieel management
Dit is de periode waarin machines voor het eerst werden gebruikt in een bedrijf. Dit
was natuurlijk heel anders dan voorheen. Er moest leiding worden gegeven en er
ontstond een nieuw soort “management”. Ontwikkelingen in de laatste
tweehonderd jaar leveren de volgende belangrijke elementen op voor
hedendaagse managementopvattingen:
,Managementopvattingen:
1. Relatie onderneming – samenleving
2. Schaalvergroting en internationalisering: globalisering
3. Wijzigingen in machts- gezagsverhoudingen
4. Rol wetenschap en techniek
5. Marketingfilosofie
Relatie onderneming – samenleving
Vroeger kon een onderneming veel meer doen wat ze wilde. Mensen moesten
overwerken en werden minimaal betaald. Tegenwoordig heeft de maatschappij
hier veel meer invloed op. Er zijn veel meer regels en wetten bij gekomen
waaronder bijvoorbeeld: de milieubepalingen, de maatregelen voor het
minimumloon en de sociale zekerheid. Ook worden de belangen van de
consument veel meer vooropgesteld. Ethisch handelen: Het betekent of iets
moreel verantwoord is. Wat goed en kwaad is. Bij bepaalde beslissingen heeft
ieder mens weer andere gedachten en andere normen en waarden.
Schaalvergroting en internationalisering: globalisering
Ook schaalvergroting en globalisering heeft de onderneming op een andere
positie verschaft. Je spreekt van globalisering zodra er producten op wereldwijde
markten worden verkocht.
Wijziging in machts-/gezagsverhoudingen
De invloed van de manager hangt deels af van de bereidheid van anderen om
naar hem te luisteren. Als de manager het allemaal niet goed aanpakt zal zijn
status van gemiddelde gezagsdrager onvoldoende zijn om de gang van zaken
binnen de organisatie zo te sturen hoe hij wil.
Rol wetenschap en techniek
Operations research, cybernetica en informatietechnologie zijn geleidelijk
uitgegroeid tot management tools. Ook callcenters, internet en social media heeft
de managementwereld verandert.
Marketingfilosofie
Het organisatiedoel ligt buiten de organisatie, namelijk op de markt. Afnemers of
cliënten van een organisatie maken uiteindelijk uit of een organisatie haar doelen
bereikt heeft en of het blijft voortbestaan.
Lokale consumentenbehoeften: een goede marketingstrategie is het kijken naar
de lokale consumentenbehoeften. Het blijft zich ontwikkelen en veranderen.
Binnen een organisatie zitten verschillende managementlagen. Dit zijn:
Steile organisatie
Als een organisatie veel managementlagen heeft spreek je van een steile
organisatie. Bij weinig lagen is het een platte organisatie
Topleiding
Als iemand de eigenaar (leider) van het bedrijf is, de directeur of de meerhoofdige
directie van een bv of een nv dan is dit de topleiding/topmanagement (de
hoogste laag) van de organisatie. De topleiding zorgt ervoor dat de organisatie
kan blijven bestaan. Het gaat hier om strategische beslissingen en lange termijn
beslissingen. De topmanager moet een great communictor zijn die zijn
medewerkers inspireert. Hij moet in ethisch opzicht een schoon verleden hebben.
Hij moet kunnen schakelen tussen culturen.
Raad van commissarissen (RVC)
De raad van commissarissen heeft als hoofdtaak het in de gaten houden van het
directiebeleid en de algemene gang van zaken. De Raad van Commissarissen
bestaat uit personen van buiten de onderneming. De bevoegdheden (recht om
bepaalde keuzes te maken) van de RVC zijn:
• Het aannemen en ontslaan van directeuren
• Het vaststellen van de jaarrekening
• Het goedkeuren van belangrijke beleidsbeslissingen, investeringen en
wijzigingen in de organisaties.
Als de directie (topleiding) faalt, moet de RVC ingrijpen.
Taken middenkader (middle management)
De middle managers houden zich bezig met de uitvoering van de
werkzaamheden. Het middenkader heeft een uitvoerende taak naar boven toe
(topleiding) en een leidinggevende taak naar beneden (uitvoerende medewerkers,
eerste lijnmanagement). Andere taken van een middle-management:
• Afdelingsbeleid formuleren
• Afdelingsplanning maken
• Contracten onderhouden
• Resultaten beoordelen en bij sturen waar nodig. Hierna ook rapporteren
over de uitvoering aan de (hogere) topleiding.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninafranke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.