• Pluriforme samenleving: een samenleving waarin verschillen tussen mensen bestaan in
levensstijl, godsdienst en andere cultuurkenmerken.
• Cultuur: alle waarden, normen gewoonten en andere cultuurkenmerken die mensen binnen
een groep of samenleving met elkaar delen.
• Waarden: uitganspunten of principes die mensen belangrijk vinden in hun leven en die ze
daarom nastreven. Bijvoorbeeld: geluk, vrijheid, geld.
• Waarden leiden bijna altijd tot gedragsregels > normen: regels over hoe je je op grond van
een bepaalde waarde behoort te gedragen. Bijvoorbeeld: je mag niet stelen; je mag niet
liegen.
• Dominante cultuur: de overheersende cultuur in een land of samenleving noemen we de
dominante cultuur: alle waarden, normen en gewoontes die de meerderheid van de
bevolking met elkaar deelt
• Tolerantie: acceptatie dat mensen anders zijn, doen of denken dan jij
• Subcultuur: als er binnen een groep sommige waarden, normen en gewoontes afwijken van
de dominante cultuur.
• Tegencultuur: groepen die zich verzetten tegen de dominante cultuur of zelfs een bedreiging
vormen.
• Iedereen is onderdeel van meerdere subculturen tegelijk.
• Culturele diversiteit: dat er veel verschillende subculturen en levensstijlen bestaan
• Referentiekader: alles wat je bezit aan kennis, ervaringen, normen, waarden en gewoontes
Een referentiekader geeft houvast bij de manier waarop mensen zich in de wereld willen
gedragen.
Cultuurverschillen hangen af van 6 factoren
• Woonomgeving: er zijn verschillen tussen leven in een stad en leven in een dorp of platteland
• Generatie: jij draagt andere kleren en luistert naar andere muziek als je grootouders.
• Maatschappelijke positie: opleiding, beroep en inkomen bepalen voor een groot deel de
maatschappelijke positie die iemand inneemt. Afhankelijk van de maatschappelijke positie
zijn er verschillen in levensstijl: manieren, eetgewoonten, taalgebruik, vrijetijdsbesteding en
cultuursmaak.
• Gender: cultuur verschillen tussen mannen en vrouwen
▪ Rolpatroon: algemene verwachting en opvatting over hoe iemand zich hoort te
gedragen. Bijvoorbeeld meisjes zijn zorgzaam en jongens stoer.
• Migratieachtergrond: door migratie leven er in Nederland mensen met uiteenlopende
etnische achtergronden samen.
▪ Etnische subcultuur: wanneer mensen zich onderling verbonden voelen door een
gemeenschappelijk land van herkomst en de daarbij horende waarden, normen,
gewoonte.
• Godsdienst: bij elke godsdienst of kerk horen specifieke opvattingen, gebruiken en
Feestdagen.
, Paragraaf 2
• Elk mens is uniek en heeft een combinatie van kenmerken of eigenschappen die niemand
anders heeft.
• Nature- aanhangers denken dat vooral aangeboren eigenschappen ons gedrag bepalen: bvb
of je rustig of driftig van aard bent en wat je seksuele voorkeur is
• Nurture-aanhangers: zeggen dat gedrag vooral is aangeleerd en dat de omgeving en cultuur
waarin je opgroeit bepalend zijn.
• Stap voor stap leer je hoe je je wel en niet hoort te gedragen
• Socialisatie: het proces waarbij mensen de waarden, normen en cultuurkenmerken leren van
de groep en de samenleving waarbij ze horen.
• Socialiserende instituties: groepen en organisaties die specifieke waarden, normen en
gewoontes overdragen.
Socialisatie vindt plaats door 3 factoren
• Imitatie: dit is vooral bij kinderen te zien. Door menen in je directe omgeving na te doen leer
je een hoop.
• Informatie: leren door dat mensen je aanwijzingen geven of informatie door geven.
• Soms is dwang van buitenaf nodig voordat je het juiste gedrag vertoont. Dan spreken we van
sociale controle: de manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan de
geldende normen te houden.
• Socialisatie leidt tot internalisatie: dat mensen zich waarden, normen en gewoontes eigen
maken en zich automatisch gaan gedragen zoals hun omgeving van hen verwacht.
• Door socialisatie ontwikkeld ieder mens een persoonlijke en sociale identiteit.
▪ Persoonlijke identiteit: het beeld dat iemand van zichzelf heeft
▪ Sociale identiteit: deel van je zelfbeeld dat is afgeleid van de groepen en culturen
waarmee je je verbonden voelt
• De Nederlandse cultuur is individualistisch: er ligt veel nadruk op persoonlijke ontwikkeling
en individuele vrijheid.
• In Afrikaanse landen is de cultuur collectivistisch: het belang van de groep, vaak de familie,
gaat boven het belang van het individu.
• In masculiene culturen zijn de werelden van vrouwen en mannen sterk gescheiden. Mannen
hebben een leidende rol en zijn gericht op carrière. Vrouwen horen bescheiden en
verzorgend te zijn. Voorbeelden zijn Marokko en Mexico.
• In feminiene culturen lopen rollen van mannen en vrouwen meer in elkaar over. Voorbeelden
zijn Nederland en de Scandinavische landen.
Paragraaf 3
• Categoriseren/hokje denken: je stopt iemand in een hokje dat je kent: man, vrouw, kakker,
nerd, stoer, oud
• Stereotype: een overdreven vaststaand beeld van een groep mensen
• Vooroordeel: een oordeel over iemand zonder dat je die persoon kent, het oordeel is dan
allen gebaseerd op het hokje waarin je iemand indeelt.
• Vooroordelen kunnen tot problemen leiden
• Vooroordelen leiden makkelijk tot discriminatie: het ongelijk behandelen van mensen op
basis van een kenmerk dat er voor die situatie niet toe doet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liekedijkshoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.