Hoofdstuk 1: De toekomst
o De keuze voor een opleiding beargumenteren met financiële en niet-financiële
overwegingen.
Meer kans op werk, minder uitkeringen.
Meer belastinginkomsten.
o Uitleggen dat een opleiding een investeringsvraagstuk is.
Je investeert in het studeren om uiteindelijk genoeg geld te verdienen, toekomstige baan
door het studeren.
o Uitleggen dat er bij een opleiding sprake is van ruilen over de tijd.
studenten die studeren, werken amper weinig loon dus en dus minder consumeren. Ze
lenen dan geld om toch te kunnen consumeren. In de toekomst zullen ze meer
verdienen met een hogere opleiding en dus meer consumeren. Rente en aflossing
betalen ze en dus minder consumeren.
o De voordelen van verzekeren benoemen.
Stel je loopt schade op dan ben je verzekerd.
o Het onderscheid tussen een levensverzekering en een schadeverzekering
noemen.
Een levensverzekering gericht is op het bieden van financiële bescherming bij overlijden,
terwijl een schadeverzekering gericht is op het vergoeden van verliezen die voortkomen
uit specifieke gebeurtenissen zoals ongevallen, brand, diefstal, enzovoort.
Hoofdstuk 2: Consumptieve kredieten
o Het verschil tussen consumptief krediet en hypothecair krediet uitleggen.
consumptief krediet gericht is op korte termijn financiering voor persoonlijke
consumptie, terwijl hypothecair krediet gericht is op lange termijn financiering voor de
aankoop van onroerend goed.
, o De verschillende soorten consumptieve kredieten kunnen noemen en
uitleggen. (de persoonlijke lening, het doorlopend krediet, rood staan,
huurkoop, koop op afbetaling, financial lease)
persoonlijke lening = lening voor het aanschaf van duurzame consumptiegoederen
(auto, meubels etc.) betaald interest en aflossing terug. Vast rentepercentage.
Doorlopend krediet = kredietlimiet, daarbinnen aflossen, weer opnieuw op te nemen.
Flexibel bedrag. Rentepercentage staat niet vast.
Rood staan = je neemt meer geld op dan op je betaalrekening staat.
Huurkoop = je kunt direct over het goed beschikken, maar wordt pas eigenaar na de
laatste aflossing.
Koop op afbetaling = lijkt op huurkoop, maar je wordt wel direct eigenaar.
Financial lease = financieringsvorm om bedrijfsmiddelen aan te schaffen. Je betaalt een
termijnbedrag in ruil voor het gebruik van een duurzaam product.
o Uitleggen dat er bij lenen en sparen sprake is van ruilen over de tijd.
Als de rente (interest) stijgt, wat ga ik dan doen?
Lenen wordt duurder, sparen levert meer op
-> Minder lenen, meer sparen
Hoofdstuk 3: Huren of toch kopen?
o De voor- en nadelen (financieel) van huren en kopen uitleggen.
Voordelen kopen = je bouwt vermogen op via aflossing en waardestijging van de woning.
Eigen baas. Hypotheekrenteaftrek.
Voordelen huren = korte opzegtermijn. Onderhoudskosten en reparatiekosten zijn voor
de verhuurder. Mogelijk krijg je huurtoeslag.
Nadelen huren = op tijd de huur betalen. Aan regelgeving houden. Huur uiterlijk 1 maand
van te voren opzeggen. Woning in originele staat opleveren bij verlaten woning.
Nadelen kopen = veel in aanraking met makelaar, taxateur /800,-, hypotheekadviseur/
2.250,- en notaris/ 1000,-. Het is dus een nadeel dat het veel kost en lang kan duren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liekedijkshoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.72. You're not tied to anything after your purchase.