Samenvatting Bestuurlijke Kaart
Hoofdstuk 1: De bestuurlijke kaart van Nederland
Kaartkennis: kennis van de loop van de straten en de locatie van in elk geval de belangrijkste
gebouwen in de omgeving (anders opzoeken op een plattegrond).
Definitieproblemen: het is niet duidelijk wat een bepaald begrip precies inhoudt.
Wat is het openbaar bestuur?
- Juridisch: alle organisaties met een publiekrechtelijke grondslag (het bestaan van de
organisatie is wettelijk vastgelegd, zoals een gemeente, ze worden gefinancierd uit
algemene middelen, zoals belastingen, deze publieke organisaties richten zich op het
algemeen belang).
Omgeving van het openbaar bestuur: de omgeving waarbinnen het openbaar bestuur
functioneert, instituties en organisaties die juridisch gezien niet bij het openbaar bestuur
horen.
Maatschappelijk middenveld: dienstverlenende instellingen die door de overheid
gefinancierd worden, ze zijn onderdeel van de private sector maar hebben geen
winstoogmerk. Het gaat om actoren die van grote invloed zijn op het functioneren van het
openbaar bestuur in Nederland (zoals ziekenhuizen).
Kenmerken Nederlands openbaar bestuur:
- Nederland is een constitutionele monarchie (er is een koning en een grondwet).
- Nederland is een rechtsstaat (legaliteitsbeginsel): de overheid mag alleen handelen
op grond van wettelijke bevoegdheden en burgers beschikken over grondrechten.
- Nederland kent een gedeeltelijke scheiding der machten (wetgevende, uitvoerende
en rechtsprekende macht).
- Nederland heeft een scheiding van kerk en staat.
- Nederland heeft een parlementair stelsel: de bevolking kiest het hoogste
besluitvormende orgaan, de Tweede Kamer, waaraan de regering verantwoording
schuldig is. Er is ook sprake van een indirecte democratie.
o Ministeriële verantwoordelijkheid: de ministers zijn verantwoordelijk voor het
optreden van het staatshoofd en de rijksambtenaren.
o Vertrouwensregel: ministers worden geacht af te treden zodra zij het
vertrouwen van de volksvertegenwoordiging verloren hebben.
o Dualistisch: de volksvertegenwoordiging is onafhankelijk van de regering en
ministers kunnen geen deel uitmaken van de Staten-Generaal.
- De Nederlandse bevolking kiest geen bestuurders.
- Het Nederlandse kiesstelsel is gebaseerd op een stelsel van evenredige
vertegenwoordiging, het aantal zetels voor een partij is in overeenstemming met de
aanhang van die partij onder de bevolking (ook geen kiesdrempel).
- Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat, er is een rijksoverheid en er zijn
lagere overheden.
- Samenwerking tussen bestuurslagen via bestuurslaagoverstijgende
samenwerkingsverbanden al dan niet met een wettelijke grondslag.
, - Een constitutioneel hof is in Nederland niet aanwezig (een onafhankelijke rechterlijke
instantie die wetten toetst aan de grondwet).
- Er is geen juryrechtspraak, de rechtspraak blijft het exclusieve domein van
onafhankelijke en deskundige rechters.
- Nederland kent een omvangrijk functioneel bestuur: er zijn bestuursorganen die een
beperkt, wettelijk vastgelegd takenpakket hebben (bijvoorbeeld een waterschap).
- Nederland maakt deel uit van de Europese Unie.
Nadruk ligt op de draagkracht in de besluitvorming: de mate waarin besluiten gedragen of
gesteund worden door politieke actoren, er moet eerst een brede steun zijn.
Nederlandse bestuursstijl: coalitie, collegialiteit, compromis, consensus, coöptatie (snelle
opname van nieuwkomers in het bestel) en coöperatie.
Hoofdstuk 2: De Nederlandse Staat
Kenmerken van een staat:
- Er is sprake van een specifiek grondgebied.
- Er is een permanente bevolking.
- Er is een wettelijke ordening en er is een bestuurlijke organisatie die gezaghebbend
de wet- en regelgeving kan handhaven.
- Een staat is erkend door andere staten.
De Staat der Nederlanden is een rechtspersoon, de staat is bevoegd rechtshandelingen te
verrichten.
Koninkrijk der Nederlanden: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
- De Nederlandse koning is staatshoofd van het gehele Koninkrijk der Nederland,
Aruba, Curaçao en Sint Maarten hebben een gouverneur die de koning
vertegenwoordigt.
- De regering: de koning en de Raad van Ministers (alle ministers en drie
gevolmachtigde ministers van de eilanden), dit is de wetgevende macht samen met
de Staten-Generaal.
- In het Nederlandse kabinet is één bewindspersoon in het bijzonder belast met
koninkrijksrelaties, deze bewindspersoon is verbonden aan het Ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de bewindspersoon wordt ondersteund
door het directoraat-generaal Koninkrijksrelaties.
- Nederlandse politici en bestuurders ergeren zich aan de integriteitsproblemen, het
financiële wanbeheer en de bestuurlijke instabiliteit van de eilanden.
- Grote onvrede over het Nederlandse bestuur op de Antillen, men verwijt de
Nederlandse regering bemoeizucht en koloniale praktijken.
Nederland is een constitutionele monarchie.
- Constitutie: het geheel van elementaire geschreven en ongeschreven regels met
betrekking tot de organisatie van een staat, die regels kunnen (gedeeltelijk) zijn
vastgelegd in een wet: een grondwet.
Sleutelbegrippen van Grondwet 1848 die nog steeds te vinden zijn in de huidige grondwet:
- Parlementair stelsel.
- Rechtsstaat.
- Gedecentraliseerde eenheidsstaat.
, De principes van het parlementair stelsel:
- De koning is onschendbaar en de ministers zijn verantwoordelijk. De ministers
moeten verantwoording afleggen over de koning en het ambtenarenapparaat dat
namens de regering beleid voorbereidt en uitvoert. Ministers worden gecontroleerd
door het parlement.
- Een kabinet moet het vertrouwen van een meerderheid in de Tweede Kamer hebben,
dit geldt ook voor een individuele minister of staatssecretaris. Het vertrouwen wordt
verondersteld totdat het tegendeel blijkt door een motie van wantrouwen die wordt
aangenomen door de Tweede Kamer.
Kenmerken van de rechtsstaat:
- Al het overheidshandelen dient te zijn gebaseerd op bevoegdheden die zijn
vastgelegd in wetten.
- Er dient sprake te zijn van een machtenscheiding in de staat (trias politica).
o De regering (uitvoerende macht) is actief betrokken bij de wetsvoorbereiding
(wetgevende macht), er is niet een volledige scheiding der machten.
- Het bestaan van vrije en geheime verkiezingen.
- Het bestaan van grondrechten.
- Het bestaan van vrije en onafhankelijke media (persvrijheid), kunnen misstanden aan
de kaak stellen.
De gedecentraliseerde eenheidsstaat
Decentralisatie: de overdracht van taken en bevoegdheden aan lagere
rechtsgemeenschappen of bestuurslagen.
Eenheidsstaat: samenhang en coördinatie die centraal, van bovenaf, worden opgelegd.
- Gemeentelijke voorschriften mogen niet in strijd zijn met nationale wet- en
regelgeving.
Autonomie: gemeenten en provincies hebben eigen bevoegdheden met betrekking tot de
taken op hun grondgebied, ze kunnen zelfstandig en op eigen initiatief regels vaststellen.
Medebewind: provincies en gemeenten stellen regels op in opdracht van een hogere
regeling, vaak is de inhoud van de regels vrij.
Toezicht: de nationale overheid kan alle besluiten van lagere overheden vernietigen wanneer
die in strijd zijn met de wet of het algemeen belang (eenheid regeringsbeleid).
Voordelen van taakverdeling tussen bestuurslagen:
- Het defensiebeleid en het algemene fiscale beleid en inkomensbeleid zijn
voorbehouden aan de rijksoverheid: dat is doelmatiger en rechtvaardiger.
- Lagere bestuurslagen weten vaak beter wat de problemen op lokaal niveau zijn en
waaraan hun inwoners behoefte hebben.
- Vele problemen waarmee overheden te maken hebben, beperken zich niet tot hun
eigen grondgebied, zoals op het terrein van verkeer en vervoer. Vaak is de provincie
met de afstemming en coördinatie van deze onderwerpen belast.
Territoriaal bestuur: de drie bestuurslagen zijn vrij om op verschillende terreinen initiatieven
op hun eigen grondgebied uit te voeren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritschrooten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.