Bestuurskunde introductie
College 1 – inleiding
Waarom een overheid?
- Economen:
o Preventie van monopolies (alleenmacht) en kartels (samenwerking).
o Productie van collectieve goederen (dijken, gebruik kun je niet uitsluiten).
o Reguleren externe effecten (dingen die gebeuren door een product die niet in
de prijs zijn inbegrepen) = producentenkant.
o Beheersing van ‘merit goods’ (goederen waarvan je het gebruik wil
stimuleren, zoals studies) en ‘demerit goods’ (goederen waarvan je het
gebruik wil verminderen) = consumentenkant.
o Herverdeling zodat er niet te veel ongelijkheid is.
- Filosofen:
o Wat is een legitieme overheid?
o Hoe ziet de natuurtoestand er uit?
Hobbes: in de natuurtoestand is het een survival of the fittest: life is solitary,
poor, nasty, brutish and short. (oorlog van allen tegen allen)
Zonder een overheid hebben de sterksten het goed, de zwakken het slecht.
Geen vooruitgang of innovatie omdat de sterksten het af zullen pakken.
Doel van de overheid: veiligheid, wij leven een deel van onze autonomie in om
beschermd te worden = sociaal contract.
De overheid als absolute heerser, de overheid hoeft niet aan regels te voldoen
als het maar veiligheid biedt.
Locke: natuurtoestand is niet goed en niet slecht, leven en laten leven.
Bezit leidt tot conflicten, de overheid moet de conflicten reguleren. De
burgers sluiten onderling een sociaal contract dat zij conflicten oplossen door
middel van de regulering die de overheid biedt.
Grondrechten (leven, vrijheid, bezit) blijven bij burgers.
Overheid reguleert alleen conflicten en beschermt grondrechten.
Dit is de basis voor de constitutionele democratie van vandaag.
Rousseau: de mens is van nature goed en solidair.
Overheid dient het algemeen belang, zoektocht naar algemeen belang.
Sociaal contract tussen vrije burgers onderling.
Soevereiniteit ligt bij het volk als geheel.
Gelijkheid als belangrijkste waarde.
, Rawls: bij natuurtoestand zijn rechten en kansen ongelijk verdeeld in de
samenleving.
De overheid is er voor het rechtvaardig verdelen.
Sociaal contract tussen vrije burgers onderling.
Basis voor de verzorgingsstaat.
- Sociologie:
o Gevangenendilemma, dominante strategie zorgt voor een suboptimale
uitkomst. Individuele rationaliteit leidt tot collectief tot slechte uitkomsten.
o Oplossing: hiërarchische sturing door een externe partij: de overheid.
o De meeste mensen zijn bereid een offer te brengen voor algemeen belang.
College 2 – Sturing en samenleving
Policy: agenda setting -> formulation -> adoption
Kenmerken complexe problemen:
- Geen eenduidige definitie van het probleem.
- Geen eenduidige aanpak of oplossing van het probleem.
- Geen test die uitletsel kan geven over de vraag of een aanpak zal werken.
- Elk probleem is uniek.
- Problemen zijn de manifestatie van andere, achterliggende problemen.
- Veel verklaringen voor een bepaald probleem.
- Elke aanpak genereert onbedoelde neveneffecten (positief of negatief).
Manieren om maatschappelijke vraagstukken aan te pakken:
- Overheid.
o Vermaatschappelijking: naar maatschappij (te duur voor de overheid,
vrijwilligers nemen het over).
o Privatisering: naar de markt.
- Markt.
o Nationalisering: naar de overheid.
o Sociaal ondernemerschap: naar maatschappij.
- Maatschappij.
o Commercialisering: naar de markt.
o Verstatelijking: naar de overheid.
De overheid
Kernwaarden:
- Gelijkheid.
- Universaliteit.
Nadelen:
- Implementatie.
, - Maatwerk.
- Legitimiteit (weinig vertrouwen in de universiteit).
Omgeving:
- Uitgebreide welvaartsstaat.
- Traditie van overheidsinterventie.
De markt
Kernwaarden:
- Efficiency (betere producten).
- Responsiviteit (luisteren waar vraag naar is).
Nadelen:
- Uitsluiting.
- Marktfalen.
Omgeving:
- Terugtredende overheid (als er een gat ontstaat).
- Technische mogelijkheden.
- Veranderend denken over collectieve goederen (prijs plakken op goederen).
De samenleving
Kernwaarden:
- Gelijkheid.
- Vertrouwen.
- Categorische goederen (goederen waar een kleine groep veel behoefte aan heeft).
Nadelen:
- Particularisme (alleen sommige mensen mogen meedoen, denken vanuit eigen kring).
- Paternalisme (de gemeenschap weet wat goed voor je is en hoe je je moet gedragen).
- Amateurisme (niet professioneel genoeg, dit gaat uiteindelijk schuren).
Omgeving:
- Beperkte welvaartsstaat (als de overheid niet veel doet).
- Heterogeniteit (grote verschillen, vaak verzuiling).
Sturing:
Een poging tot doelgerichte beïnvloeding van maatschappelijke processen.
Niet het monopolie van de overheid, ook andere partijen sturen.
Visies op sturing:
Het maakbaarheidsideaal: het idee dat je de samenleving optimaal kunt inrichten.
Government: als er regels worden gesteld houdt de bevolking zich daaraan en
worden problemen opgelost.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritschrooten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.11. You're not tied to anything after your purchase.