Samenvatting Diagnostiek Motoriek analyse - Leerjaar 1 - Periode 2
73 views 0 purchase
Course
Diagnostiek
Institution
Avans Hogeschool (Avans)
Samenvatting betreft de diagnostiek vanuit leerjaar 1 - periode 2
Het gaat hierbij met name om de motoriek analyses, motoscopie, ganganalyse en Screening ADL,
Diagnostiek toetsing overzicht
Algemeen
Newton = eenheid voor kracht
Zwaartekracht (Fz) = kracht die altijd op ons lichaam inwerkt
Enkele voorbeelden:
- Springen à beweging tegen de Fz in à betekent dat er (explosieve) kracht nodig is om lichaam tegen zwaartekracht in
‘los’ te laten komen van onderlaag
Wet 1 van Newton: massa is traag
Voorwerpen die een dezelfde beweging maken, willen deze beweging behouden. Om het te veranderen is er een kracht van
buitenaf nodig
Voorbeeld: (traagheid is in dit geval jouw lichaam die zijn oorspronkelijk snelheid wil bewaren)
- Je klapt naar voren, als een auto ineens remt
- Trekt de auto op, dan wordt je in de stoel gedrukt
- Verklaring: snelheid wordt ineens veel hoger. Je lichaam probeert oude snelheid aan te houden.
Massatraagheid
Voorbeeld
Bij hardlopen gaan we instinctief de armen verder buigen, waarom?
- Massatraagheidsmoment van een object rond een draaipunt (in dit geval arm rond de schouder) wordt met name
bepaald door afstand van zwaartepunt tot het draaipunt à
- Door de ellebogen te buigen komt het totale zwaartepunt van de arm dichter bij het schoudergewricht te liggen à
hierdoor wordt massatraagheidsmoment kleiner en wordt bij gelijkblijvende spierkracht een hoger bewegingsritme
gehaald
Wet 2 van Newton: F= m * a
Een voorwerp verandert niet zomaar van snelheid. Er moet een kracht zijn die het de andere kant op stuurt of afremt.
Newton stelde: een verandering van een beweging moet evenredig zijn met de kracht die op het voorwerp uitgeoefend
wordt. Omschreven door de volgende formule: F = m * a
F = kracht
M = massa (gewicht in kilo’s)
A = versnelling (in aantal meters per vierkante seconde)
Met die formule kun je berekenen hoeveel kracht ervoor nodig is om voorwerp met bepaald gewicht een bepaalde snelheid
te geven.
o Dus 1 Newton is de kracht om 1 kilogram 1 meter per vierkante seconde sneller te laten bewegen
Ook voor zwaartekracht een formule
Door de aantrekkingskracht van de aarde krijgt een vallend voorwerp een valversnelling
Fz = m * g (= valversnelling)
Toename van snelheid = versnellen – afname van snelheid = vertraging
1. Je moet meer kracht (F) leveren om een zware bal (grotere massa) te versnellen (a), dan een lichtere bal
2. Bij eenzelfde kracht zal een zwaar iemand minder ver springen dan een lichter iemand
3. Het kost meer kracht om een kogel te stoten over eenzelfde afstand of met dezelfde eindsnelheid dan om een tennisbal
te gooien over dezelfde afstand of dezelfde eindsnelheid
Wet 3 van Newton: actiekracht = - reactiekracht
Als een voorwerp kracht uitoefent op een ander voorwerp, dan oefent dat voorwerp ook dezelfde kracht op het andere
voorwerp uit à alleen dat in tegengestelde richting
Kelly van Dijk
, Voorbeelden:
- Tijdens het lopen duw je op de grond of oppervlak waar je loopt. Als de grond niet terug zou duwen zou je door de vloer
zakken. à dat gebeurt wel bij te dun ijs of instabiele onderlaag zoals kantelplank
- Om voorwaarts te bewegen bij gaan moet je naar beneden en achteren afduwen/afzetten zodanig dat het oppervlak je
naar voren en omhoog kan terugduwen.
o Jonge kinderen die net los lopen, lopen meer rechtop à reactiekracht meer omhoog à loopsnelheid laag,
maar handhaven van balans makkelijker
o Dus iedere kracht die in een andere richting werkt bij gaan zal efficiency van gaan negatief beïnvloeden
Absorberen van kracht (actie – reactie)
Ooit een landing gemaakt na een afsprong zonder knieën te buigen?
Wat reactiekrachten doen: aarde geeft direct een gelijke grootte van kracht, maar tegengesteld qua richting terug aan je lijf
o om deze reactiekracht op te kunnen vangen buig je in meerdere gewrichten tijdens landing
o vangen van bal: je buigt de armen en ‘trekt’ als ware de bal richting lichaam en vertraagt daarmee snelheid
van inkomende bal
Kortom: wil je impact van reactiekracht verminderen moet je of de tijd van impact verlengen of oppervlak/gebied
waarbinnen impact optreedt vergroten
Actie-reactie: grondreactiekracht
Persoon start in stand (begin rode lijn links) met grondreactiekracht van +/_ 650 N = lichaamsgewicht van persoon
1. Voorbereidende inhurk beweging: grondreactiekracht in eerste fase van beweging zakt tot bijna 0
o CFz (centrale zwaartepunt) wordt omlaag gebracht
2. Voorbereidende inhurk- en afzetbeweging: stijgt explosief tot ongeveer 1650 N
o Lichaam gaat tegen CFz strekken
De relatie kracht en afstand …. Energie en arbeid
Arbeid wordt verricht wanneer een kracht over een bepaalde afgelegde weg werkt, in formulevorm:
E =F*S
E = energie
F = kracht
S = afstand
Bijvoorbeeld bij werpen een uitstap à spierkracht over zo groot mogelijke afstand (s) te benutten of arm eerst naar achteren
slingeren
Het verlengen van spieren (kracht – lengteverhouding en energie)
Gaat om het door de knieën zakken ter voorbereiding op een sprong bijvoorbeeld
Potentiële energie = energie die nog geen energie is, maar het wel kan worden
Stabiliteit en balans
Stabiliteit à stabiel object of persoon kan weerstand geven aan bewegen
Balans à vermogen van een object of persoon om evenwicht te handhaven. Te maken met reguleren van Fz binnen statische
of dynamisch steunvlak
o Door steunbasis te verbreden kun je makkelijker je evenwicht handhaven
o Centrale Fz laten zakken (door knieën buigen)
Grondreactiekracht en lichaamszwaartepunt
Grondreactiekracht dient ten alle tijden nagenoeg loodrecht door lichaamszwaartepunt te gaan
Kelly van Dijk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kellyvdijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.17. You're not tied to anything after your purchase.