Begrippenlijst Politiek en politicologie
Hoofdstuk 7
civil society - alle organisaties die niet tot het openbaar bestuur behoren (maatschappelijk
middenveld)
electorale participatie - politieke participatie in verband met verkiezingen, zoals stemmen
en meewerken aan een partij campagne
individueel gerichte participatietheorieën - theorieën volgens welke politieke participatie
belangrijk is voor het individu
instrumentele theorieën - individueel gerichte participatietheorieën volgens welke politieke
participatie de belangen van het individu bevordert
lobbyen - een informele poging tot beïnvloeding van formele gezagsdragers (Van Schelden)
nabijheidsmodel - model ter verklaring van kiesgedrag dat stelt dat kiezers stemmen op de
partij waarvan het verkiezingsprogramma het dichts bij de eigen opvatting ligt
niet-electorale participatie - politieke participatie die geen direct verband houdt met
verkiezingen, zoals demonstreren en het persoonlijk benaderen van politici
ontpoliingsthoerieeen - individueel gerichte participatietheorieën volgens welke politieke
participatie de ontplooiing van het individu bevordert
partij-identificatiemodel - model ter verklaring van kiesgedrag dat stelt dat kiezers
stemmen op de partij waarmee ze zich identificeren
politieke participatie - deelname aan de politiek
populariteitsmodel - model ter verklaring van kiesgedrag dat stelt dat een kiezer stemt op
de partij van wie hij of zij de lijsttrekker het meest sympathiek vindt
retrospective-votingmodel - model ter verklaring van het kiesgedrag dat stelt dat kiezers
de regering beoordelen door terug te kijken naar het beleid van afgelopen periode
systeemgerichte participatietheorieën - theorieën volgens welke politieke participatie
belangrijk is voor de stabiliteit van het politieke systeem
verzuilingsmodel - model ter verklaring van kiesgedrag dat stelt dat kiezers stemmen op de
partij die tot hun bevolkingsgroep, of zuil, behoort
Hoofdstuk 7
civil society - alle organisaties die niet tot het openbaar bestuur behoren (maatschappelijk
middenveld)
electorale participatie - politieke participatie in verband met verkiezingen, zoals stemmen
en meewerken aan een partij campagne
individueel gerichte participatietheorieën - theorieën volgens welke politieke participatie
belangrijk is voor het individu
instrumentele theorieën - individueel gerichte participatietheorieën volgens welke politieke
participatie de belangen van het individu bevordert
lobbyen - een informele poging tot beïnvloeding van formele gezagsdragers (Van Schelden)
nabijheidsmodel - model ter verklaring van kiesgedrag dat stelt dat kiezers stemmen op de
partij waarvan het verkiezingsprogramma het dichts bij de eigen opvatting ligt
niet-electorale participatie - politieke participatie die geen direct verband houdt met
verkiezingen, zoals demonstreren en het persoonlijk benaderen van politici
ontpoliingsthoerieeen - individueel gerichte participatietheorieën volgens welke politieke
participatie de ontplooiing van het individu bevordert
partij-identificatiemodel - model ter verklaring van kiesgedrag dat stelt dat kiezers
stemmen op de partij waarmee ze zich identificeren
politieke participatie - deelname aan de politiek
populariteitsmodel - model ter verklaring van kiesgedrag dat stelt dat een kiezer stemt op
de partij van wie hij of zij de lijsttrekker het meest sympathiek vindt
retrospective-votingmodel - model ter verklaring van het kiesgedrag dat stelt dat kiezers
de regering beoordelen door terug te kijken naar het beleid van afgelopen periode
systeemgerichte participatietheorieën - theorieën volgens welke politieke participatie
belangrijk is voor de stabiliteit van het politieke systeem
verzuilingsmodel - model ter verklaring van kiesgedrag dat stelt dat kiezers stemmen op de
partij die tot hun bevolkingsgroep, of zuil, behoort