Dit bestand bevat uitgebreide aantekeningen uit de onderwijsgroepen van het vak Onrechtmatige Daad en Schadevergoeding. Tevens vind je het antwoord van de casus. Alle relevante informatie t.a.v dit onderdeel voor het tentamen staat erin vermeld!
onrechtmatige daad en schadevergoeding bijeenkomst 1
onrechtmatige daad en schadevergoeding
Written for
Maastricht University (UM)
Master Privaatrecht
Onrechtmatige Daad en Schadevergoeding
All documents for this subject (31)
1
review
By: studenthjo • 3 year ago
Seller
Follow
maastrichtuniversiteit1996
Reviews received
Content preview
WEEK 1
Taak 1 zal in de eerste onderwijsbijeenkomst worden nabesproken. U dient deze dus
goed voor te bereiden!
Je kunt een tweedeling maken:
o vestigingsfase: er moet aan de voorwaarden voor aansprakelijkheid zijn voldaan
(hier gaan we in week 1,2 en 3 naar kijken). Het gaat hierbij om het conditio-sine-
qua-non-verband. Het is tegenwoordig niet zo dat alles wat in conditio-sine-qua-non-
verband staat ook vergoed moet worden.
o omvangsfase: als de aansprakelijkheid eenmaal is vastgesteld, dient er gekeken te
worden naar hoe ver de aansprakelijkheid rijkt. Als je het hebt over causaliteit, dan
speelt dit zowel in de vestigingsfase als de omvangsfase. Dit staat in artikel 3:98 BW
(Hier gaan we in week 4,5,6,7 naar kijken).
Hoe wordt immaterieel schade vergoed?
Op grond van art. 6:106 BW wordt immateriële schade vergoed naar redelijkheid en
billijkheid. Doordat het in de praktijk vaak voorkomt, bestaan er boeken waarin een indicatie
wordt gegeven van de prijs.
Stel je hebt een stapel arresten voor je als advocaat, wat doe je?
Het is heel belangrijk om de feiten te kennen.
Hoe ziet een arrest van de Hoge Raad er uit?
1. Het geding in feitelijke instanties. De Hoge Raad kijkt niet meer naar de feiten, maar
neemt de vastgestelde feiten over.
2. Het geding in cassatie. Cassatieberoep is ingesteld door een partij die het niet eens
is met het hof. Ze voeren aan dat het hof fouten heeft gemaakt bij de toepassing van
het recht. Er komt een cassatiedagvaarding waarin klachten / grieven / en
cassatiemiddelen staan. Cassatiemiddelen zijn argumenten om de Hoge Raad te
overtuigen dat er iets mis is met de uitspraak van het hof.
Casseren betekent vernietigen. De partij wil dat de Hoge Raad het vonnis van de
voorlaatste instantie vernietigd.
3. Beoordeling: de cassatiemiddel komt in de beoordeling. ‘In cassatie wordt van het
volgende uitgegaan…’ Dit is altijd onderdeel 3.1. Je vindt hier dus de feiten waar de
Hoge Raad van uit gaat. In 3.2 e.v. worden de cassatiemiddelen door de Hoge Raad
beoordeeld. Na 3.2 komt de belangrijkste rechtsregel.
4. De beslissing (wordt ook wel het dictum genoemd). Dit is altijd heel kort. De Hoge
Raad vernietigt de uitspraak en verwijst naar hetzelfde hof / verwijst naar een ander
hof / handelt zaak zelf af. In 4 vind je dus niet zoveel.
Week 2 heeft 14 arresten. Ze zijn opgenomen in chronologische volgorde.
1) kijk vrij vluchtig naar de arresten / essentie. Als je de arresten rangschikt naar onderwerp,
dan kun je ze indelen. Je kan bijvoorbeeld bij gevaarzetting indelen in:
- gevaarzetting in het algemeen
- sport- en spel
- OSVO
- Bijzondere bevoegdheden van de terreinbeheerder
2) context / feiten. Dan volsta je als je zegt waar de HR vanuit gaat (dus onderdeel 3.1).
3) De beslissing van de voorlaatste instantie. Waarom heeft de partij cassatieberoep
ingesteld? Wat is de rechtsvraag gesteld aan de Hoge Raad? De rechtsvraag leidt namelijk
tot de rechtsregel. De rechtsregel moet je wel kunnen begrijpen in het licht van de vraag die
is gesteld.
4) De cassatiemiddelen. Er zijn vaak meerdere cassatiemiddelen. Vaak hebben slechts 1 of
een aantal betrekking op het onderwerp dat wij behandelen.
5) rechtsregel
1
, 6) Conclusie (vooraf, dus voor dat de HR heeft beslist) wordt geschreven door de A-G. De
Advocaat Generaal vertegenwoordigd het OM in civiele zaken. Ze geven een tegenwicht aan
de Hoge Raad, zodat de HR niet de enige is die wat te zeggen heeft. De AG geeft vooraf
advies welke kant de HR op moet gaan. De HR hoeft het niet te volgen en kan het naast zich
neerleggen.
De annotatie wordt achter geschreven, dus nadat er een uitspraak is gedaan. Dit is een
specialist die de uitspraak in een breder kader zet. Dus de annotatie is iets wat altijd heel
nuttig is om te lezen.
Hoe citeren we het rechtsgebied ‘onrechtmatige daad’?
We hebben het over vermogensrecht (activa – passiva). Vermogensrecht wordt ingedeeld in
goederenrecht en verbintenissenrecht. Verbintenissenrecht wordt op grond van art. 6:1 BW
ingedeeld in contractueel en buitencontractueel. Een verbintenis kan ontstaan uit
overeenkomst (2:13).
Voorheen gold Quint Te Poel: een verbintenis kan ook voortvloeien als het past in het stelsel
van de wet en aansluit bij de in de wet geregelde gevallen. Daardoor is art. 6:1 veranderd.
Daardoor is het verbintenissenstelsel een open stelsel. Het buitencontractuele gedeelte
noemen we ook wel verbintenis uit de wet.
o O.D.
o Rechtmatige daad:
onverschuldigde betaling
ongerechtvaardigde verrijking etc.
Wat is een verbintenis?
Een verbintenis is een rechtsverhouding waarbij je een schuldeiser en een schuldenaar hebt.
Volgens die rechtsverhouding heeft de schuldeiser iets te vorderen van de schuldenaar.
Schuldeiser heeft in de kern een vorderingsrecht. Schuldenaar heeft een schuld.
Dan heb je de veroordelingsfase
Je kunt het afdwingen bij de rechter. Je hebt dan een rechtsvordering op grond van art.
3:296. Als je een vordering instelt bij de rechter, zal de rechter het veroordelen als het
terecht is. De schuldenaar is aansprakelijk. Daar komt het woordje aansprakelijkheidsrecht
vandaan.
Waar staat de regeling van schadevergoeding in het BW?
In art. 95 e.v. Dit is ruim en ziet op allerlei verplichtingen tot schadevergoeding.
Stel je hebt het vonnis en de schuldenaar wil er niet aan meewerken. Wat kun je dan?
Dan heb je de executie-mogelijkheid. De schuldeiser heeft een verhaal / executierecht. De
schuldenaar is uitwinbaar en kan worden uitgewonnen in zijn vermogen. Dan kom je al in de
fase van burgerlijk procesrecht / uitwinning. Ben je debiteur, dan heb je een schuld. Ben je
aansprakelijk, dan ben je uitwinbaar.
Wat is draagplichtig?
Degene die de uitwinning in zijn vermogen moet voelen. Bijvoorbeeld artikel 6:170 BW. Een
ander geval is de borgstelling. De borg is uitwinbaar, maar de oorspronkelijke borgsteller is
draagplichtig.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maastrichtuniversiteit1996. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.