Samenvatting pedagogiek over het thema beleid kinderopvang, met onder andere de pedagogische basisdoelen van Riksen-Walraven, kwaliteit van kinderopvang, Wet IKK, Wet OKE, VVE, pedagogisch curriculum BKK, Micha de Winter, Pedagogische Civil Society, pedagogische visies, etc.
HC1 Kinderopvang: H1/5/6 Pedagogisch management, artikel Riksen-Walraven BB
Begrip Definitie Extra uitleg
1. Kinderopvang vanuit historisch perspectief
2. Formele en informele vormen van kinderopvang
3. De economische, educatieve en sociale functie van KOV
4. Pedagogische basisdoelen
5. Indicatoren van pedagogische kwaliteit
6. Interactievaardigheden
Kinderopvang vanuit historisch perspectief
Jaren ‘80/’90
Aantal werkende vrouwen blijft stijgen
- Hierdoor werd er meer beroep gedaan op KOV
- Beleid vanaf 1990; gezamenlijke verantwoordelijkheid
1. Ouders
2. Overheid
3. Werkgevers
1989-2002; stimuleringsbeleid vergroting capaciteit KDV
- Investeren om meer KOV uit de grond te stampen: investering in studies voor leidsters
- Er waren managers nodig, gebouwen, geld
- Aantrekkelijk maken voor ondernemers om KDV te starten
19e/begin 20e eeuw
- Armoede
Industrialisatie
Door industrialisatie werden kinderen ‘bewaard’ omdat ouders moesten werken
Bewaarplaatsen
- Teken van armoede betekende dat de vrouw aan het werk was (te veel kinderen om een pedagogisch perspectief hiervoor te hebben)
- Hygiëne/voeding te weinig voeding, slechte hygiëne, te veel, te druk (dagtaken waren: kinderen schoonhouden en voeden)
- Schande; kinderen horen bij de moeder te blijven
- ‘Holen van mensenverdierlijking’ ‘pestholen’ werden de plaatsen genoemd
Rijke dames
De rijke dames van de fabrikanten voelden hier een taak liggen
- Zij zorgde ervoor dat het wat menselijker werd
- Femina Muller (1872) had een grote taak hierin: zij zorgde ook voor subsidies van de overheid eerste lichtpuntje is:
“Vereniging tot Verbetering der Kleine Kindbewaarplaatsen”
, 20e eeuw
Crisis jaren ’30
- Subsidies werden ingetrokken verbeterde opvangen gingen failliet kinderen weer naar slechte bewaarplaatsen
Oorlog 1940-1945
- Door de oorlog nog meer kinderen naar de bewaarplaatsen
- Mannen werden naar het front gestuurd moeders alleen
20e eeuw na de oorlog
- Na de oorlog; welvaart kinderen groeiden meer bij moeder op
- Door minimumloon en bijstandsuitkering hoefden meer vrouwen niet te werken; konden voor kinderen zorgen
- Dolle mina’s; jaren ’60 (feminisme) eisen gratis kinderopvang (vrouwen willen naast moeder ook zelf werken)
Focus was eerst op rust, reinheid en regelmaat en hygiëne, nu meer op gehechtheidstheorie
- Gehechtheidstheorie; vooral het eerste jaar is belangrijk voor hechting
- Emotioneel welzijn
- Fysiek fragiel psychisch fragiel; hygiëne emotioneel welzijn; paradox theorie vs. Dolle mina
- Kinderopvang/crèche
20 eeuw
- Peuterspeelzalen is niet hetzelfde als kinderopvang (peuterspeelzalen en KOV vroeger apart)
- Peuterspeelzaal meer voor de socialisatie wennen aan het schoolse en het samen spelen
- 1965 vrijwillig
- 1975 overheid draagt bij
- Jaren ’90-begin 20e eeuw: VVE Voorschoolse educatie (vroegschoolse en voorschoolse educatie)
Eind 20e/ begin 21e eeuw – stappen in kwaliteit
- Pas vanaf nu ligt de focus op de kwaliteit en een pedagogisch beleid
1995 – ‘tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang’
- GGD; pedagogisch klimaat/ouderparticipatie
- Naast het controleren van de hygiëne
2004 – Wet op kinderopvang
- En kwaliteitseisen peuterspeelzaal; opleidingsniveau medewerkers
- Zowel kwaliteit als arbeidsparticipatie verhogen (kinderopvangtoeslag) hierdoor kunnen meer vrouwen werken
2010 – Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie OKE
- Verlengde en verdieping van de andere wetten: professionele ontwikkeling van de KOV
- Niet zomaar je eigen KDV starten
Anno nu – stappen in kwaliteit
, Pedagogische basisdoelen
Prof. M. Riksen-Walraven 2001
1. Bieden van een emotionele veilige omgeving:
- ‘Veiligheid’ in pedagogiek synoniem ‘veilige gehechtheidsrelatie met primaire opvoeders’
- Primair belang voor het welbevinden van de kinderen (langdurig in stressvolle/onveilige situaties heeft negatieve gevolgen voor de latere ontwikkeling; regulering
van emoties uit balans)
- Een onveilige situatie zit de andere doelen in de weg
- Vanuit veiligheid heb je de ruimte om nieuwe dingen te ontdekken en leren
- Eerst relatie dan prestatie
2. Stimuleren van persoonlijke competenties:
- De ontwikkeling van brede persoonskenmerken veerkracht, zelfstandigheid, zelfvertrouwen en flexibiliteit; die in staat stellen om typen problemen aan te pakken
en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden
- Ook de competenties van kinderen op verschillende ontwikkelingsgebieden motorische, de creatieve (spel/muziek) en de taal- en cognitieve ontwikkeling
3. Stimuleren van sociale competenties:
- Competentie in het omgaan met anderen in principe ook een ‘persoonlijke’ competentie
- In KDV kinderen al op veel jongere leeftijd opgroeien te midden van leeftijdgenoten (dan in de meeste gezinnen)
- Dit biedt extra mogelijkheid om vaardigheden te verwerven in het omgaan met en het aangaan van relaties met andere kinderen.
- Begrip verwijst naar: een heel scala aan sociale kennis en vaardigheden kunnen verplaatsen in anderen, kunnen communiceren, delen, samenwerken, helpen
en conflicten oplossen
- Onderling spelen met elkaar
- Wat wel en niet zeggen in een gesprek
4. Overdracht van cultuur, waarden en normen:
- Om goed te kunnen functioneren in de samenleving waarvan zij deel uitmaken daarom moeten zij zich de regels/normen/waarden (ofwel cultuur) eigen maken
- Kinderen worden vanaf geboorte gesocialiseerd binnen het gezin; via beloning en straf, instructies en uitleg en door dingen voor te doen (gedragsregels)
- In KDV leren zij ook meer algemene waarden en normen; komen ook in aanraking met verschillende culturen
Indicatoren van pedagogische kwaliteit – Riksen-Walraven
Hoe stel je nu vast dat een KOV van goede pedagogische kwaliteit is?
Hoe zou je dat in kaart kunnen brengen?
1. Uitkomstmaat:
- Maten voor de ‘uitkomst’ van het zorg- en opvoedingsproces in de KOV; maten die het welzijn en de ontwikkeling van de kinderen weergeven
- Welbevinden van het kind; taalontwikkeling, gedragsproblemen, sociale vaardigheden. Obstakel; thuis ook van invloed
2. Proceskwaliteit:
- Kenmerken van het zorg- en opvoedingsproces zelf
- Feitelijke ervaringen die kinderen opdoen in hun interacties met de sociale en materiële omgeving; spelmateriaal
- Directe interactie
3. Structurele kwaliteit:
- Kenmerken van de opvoeders/opvoedingssetting waarvan aangenomen kan worden dat zij een goed zorg- en opvoedingsproces bevorderen = structurele
kwaliteitsmaten
- Pedagogisch beleid, materialen, opleiding, waardering
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NaomiMeinders. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.28. You're not tied to anything after your purchase.