Dit is de complete samenvatting van blok 1.2 Inleiding in de Pedagogische Wetenschappen (probleem 1 t/m 8) aan de hand van de leerdoelen. Alle aantekeningen vanuit de werkgroepen zijn ook verwerkt. Dit is dus een goede basis voor het leren voor het tentamen!
Daarnaast bevat dit document ook nog een...
Oefenvragen blok 1.2 Inleiding in de Pedagogische Wetenschappen
Flashcards37 Flashcards
$3.2110 sales
Flashcards37 Flashcards
$3.2110 sales
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat was een onderzoeksmethode bij het adoptiedesign?
a. het onderzoeken van niet-gerelateerde mensen in dezelfde omgeving
b. het onderzoeken van niet-gerelateerde mensen in verschillende omgevingen
c. zowel a als b
d. geen van beide
Answer: A
2.
Wat was geen oorzaak van veranderingen in gezinnen?
a. regulatie
b. secularisatie
c. informalisering
d. emancipatie
Answer: A
3.
De ‘leidster-kind’ ratio hoort bij …
a. proximale processen
b. distale kenmerken
c. zowel a als b
d. geen van beide
Answer: B
4.
Wat heeft het meeste invloed op de ontwikkeling van een kind?
a. opvang
b. thuis
c. ligt eraan hoeveel tijd het kind doorbrengt op de opvang
d. ligt eraan op welke leeftijd het kind begon op de opvang
Answer: B
5.
Wat is niet waar over kinderopvang?
a. In de 18e eeuw: Maîtressen-schooltjes
b. In de jaren ’60: kinderbewaarplaatsen
c. In de jaren ’90: stimuleringsmaatregel
d. 2005: Wet op de kinderopvang
Answer: B
6.
Wat is geen pedagogisch basisdoel bij kinderopvang?
a. Stimulatie
b. Persoonlijke competentie
c. Sociale competentie
d. Overdracht normen en waarden
Answer: A
7.
Wat houdt het subsidiariteitsbeginsel in?
a. oplossing adoptie zo dicht mogelijk bij het adoptiekind in de buurt houden
b. de belangen van het adoptiekind gaan voor alles
c. de toestemming om een buitenlands kind op te nemen in het gezin
d. de kloof tussen de competentie en de schoolprestaties van kinderen
Answer: A
8.
Welke twee van deze opvoedstijlen komen het vaakst voor bij hoogopgeleide ouders?
1. autoritatief
2. verwaarlozend
3. autoritair
4. permissief
KIES ER 2
Answer: 1 en 4
9.
Wanneer is er sprake van kindermishandeling?
a. als het regelmatig gebeurt
b. als het de uiting is van de woede van de ouder
c. als het buitenproportioneel is
d. al het bovenstaande
Answer: D
10.
Welke preventietherapie wordt gezien als ‘gevaarlijk’?
a. VIPP
b. VIPP-SD
c. Holdingtherapie
d. AAK
Answer: C
Content preview
Blok 2 Inleiding in de Pedagogische Wetenschappen
Blok 2.1 Nature/Nurture
Wat is nature en nurture?
Nature (aangeboren)
Ruime zin: alle invloeden die t/m geboorte werkzaam zijn en verloop ontwikkeling bepalen
- alle erfelijke factoren (op genen en chromosomen)
- invloeden tijdens zwangerschap (infecties en voedselstoornissen)
- invloeden tijdens geboorte (zuurstoftekort)
Enge zin: alleen erfelijke informatie op genen/chromosomen (DNA-streng) komt tot uitdrukking in biologische uitrusting
Genotype: gehele DNA
Fenotype: observeerbaar kenmerken + evt. invloed milieufactoren op genotype (oogkleur)
- niet alle genetische informatie uit zich in het fenotype
- omgevings-, voedings- en rijpingsfactoren hebben ook invloed op fenotype
- bijvoorbeeld IQ, gehechtheid, huidskleur (beïnvloed door zon)
Genetische amplificatie: genen komen pas later tot ontwikkeling, zenuwtrekjes komen pas in puberteit tevoorschijn
Nurture (aangeleerd)
- invloeden uit omgeving en milieu
- heeft betrekking op meer dan alleen opvoeding
- 3 invloeden van omgeving:
culturele transmissie: - gewoontes uit cultuur/familie worden overgedragen
- normen en waarden
gedeelde omgeving: - omgeving die wordt gedeeld met anderen (ouders, school) broer/zus, klasgenoten
unieke omgeving: - invloed van eigen kind (1e kind vs 2e kind andere gezinssamenstelling en
opvoedingservaring ouders tijdens geboorte)
Nature - nurture debat:
- onderzoek Judith Harris: - 50% genen en 50% aangeleerd ontwikkeling complex product van nature en nurture
- 50% aangeleerd: invloed leeftijdsgenoten groter dan invloed ouders (vooral pubers)
verantwoordelijkheid niet volledig bij ouders
- the nurture assumption (ouder meeste invloed) weerlegd
- merkwaardige van nature-nurture debat: men denkt als je uitkomst weet en in hoeverre erfelijkheid en omgeving
verantwoordelijk zijn voor uiteindelijk ontwikkelingsresultaat, je weet hoe te handelen is niet zo!
Wat zijn de visies op het nature-nurture debat?
2 hoofdstromen:
- theorie met biologisch primaat (nature)
- veranderingen tijdens ontwikkeling individu zijn endogeen (= komen van binnenuit)
- Gesell: readiness-theorie kind moet ‘biologisch gereed’ zijn voordat socialisatie succesvol kan beginnen
- normbevindingen van Gesell worden nog steeds toegepast (mijlpaal, bijv. blokje vasthouden) per fase aantal
normen voor gedragswaarden
- kritiek Gesell: normen niet gehaald kan leiden tot bezorgdheid en overfixatie bij kind en opvoeders
- leertheorie (nurture)
- Behaviorisme: alleen kijken naar waarneembaar gedrag
- Skinner: leerprincipes (straf en beloning)
Locke (Nurture)
- leertheorie
- de Verlichting
- kind komt ter wereld als tabula rasa (onbeschreven blad) karakter staat wel al vast!
alles aangeleerd, niets aangeboren
- verkrijgen van kennis door ervaringen
- niet de afkomst, maar de opvoeding telt invloed ouders is groot
- doel opvoeding: verwerven van vrijheid en zelfbestuur
opvoeding moet leiden tot deugd, godvruchtigheid, welgemanierdheid en kennis
- nadruk op lichamelijke en intellectuele ontwikkeling en hygiënische verzorging, minder op sociale en morele ontwikkeling
- kinderlijkheid is prima, zolang er niemand last van heeft
Rousseau (Nature)
- theorie met biologische primaat
- de Romantiek
- mens kan weinig sturen in opvoeding (komt van binnenuit) en er kan veel mis gaan
- taak opvoeder: alleen kind beschermen tegen maatschappij (negatieve opvoeding)
- natuurlijke ontwikkeling van kind van belang
- positief mensbeeld mens wordt ‘goed’ geboren
- negatief maatschappijbeeld maatschappij beïnvloed ontwikkeling kind negatief
- kind kan niet geïsoleerd van de maatschappij opgroeien
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dekamy. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.03. You're not tied to anything after your purchase.