100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Systematische Natuurkunde VWO 4 Hoofdstuk 2 (Beweging) Uitwerkingen $3.20
Add to cart

Answers

Systematische Natuurkunde VWO 4 Hoofdstuk 2 (Beweging) Uitwerkingen

9 reviews
 2332 views  18 purchases
  • Course
  • Level
  • Book

Systematische Natuurkunde VWO 4 Hoofdstuk 2 (Beweging) Uitwerkingen

Preview 4 out of 36  pages

  • November 9, 2019
  • 36
  • 2018/2019
  • Answers
  • Unknown
  • Secondary school
  • 4

9  reviews

review-writer-avatar

By: lieskloosterhuis • 3 weeks ago

review-writer-avatar

By: maraportman • 1 year ago

review-writer-avatar

By: marithoste • 1 year ago

review-writer-avatar

By: daniekbouma • 2 year ago

review-writer-avatar

By: leabigmac • 2 year ago

review-writer-avatar

By: gabrielrakib2003 • 3 year ago

reply-writer-avatar

By: PaulHuijben • 3 year ago

Translated by Google

Could you send me a message with what I could change?

review-writer-avatar

By: Milann • 3 year ago

reply-writer-avatar

By: PaulHuijben • 3 year ago

Translated by Google

Thank you!

Show more reviews  
avatar-seller
Vwo 4 Hoofdstuk 2 Uitwerkingen



2.1 Onderzoek naar bewegingen
Opgave 1
a De snelheid bepaal je met de formule voor de verplaatsing bij eenparige beweging.

s=v∙t
Je moet verplaatsing en tijd bespreken om iets over snelheid te kunnen zeggen.
De verplaatsing s tussen twee opeenvolgende rode stippen neemt toe.
De tijd tussen twee opeenvolgende opnames blijft 0,5 s.
Dus de (gemiddelde) snelheid neemt toe.
b Δt = t10e beeld – t4e beeld
De tijd tussen twee opeenvolgende opnames is steeds 0,5 s.
Het eerste beeld is op t = 0 s.
Vierde beeld: t = 3 x 0,5 = 1,5 s
Tiende beeld: t = 9 x 0,5 = 4,5 s
Δt = 4,5 – 1,5 = 3,0 s
c De werkelijke afstand Δx in figuur 2.3 bereken je met een verhoudingstabel. Zie tabel 1.
De afstand tussen het 4e beeld en 10e beeld en de lengte van de bus meet je op in figuur 2.3 van het
basisboek.
Lees je af bij het 4e beeld aan de linkerkant dan moet je bij het 10 e beeld ook aan de linkerkant
aflezen.

afstand 4e beeld– 10e beeld lengte bus
gemeten in figuur 2.3 4,75 cm 5,95 cm
in werkelijkheid Δx 10 m
Tabel 1

Δx = 7,98 m
Afgerond: 8,0 m

Opgave 2
De snelheid bepaal je met de formule voor de verplaatsing bij eenparige beweging.

s=v∙t
De tijd tussen twee opeenvolgende stippen is steeds hetzelfde.
Bij de eerste 8 stippen is de onderlinge afstand steeds hetzelfde.
Het eerste stuk van de grafiek is dus een rechte lijn.
Na 8 stippen neemt de onderlinge afstand af.
Diagram a is juist.

Opgave 3
a De diepte d is de helft van de afstand die het geluid aflegt.
De afstand die het geluid aflegt bereken je met de formule voor de verplaatsing bij eenparige
beweging
De geluidssnelheid zoek je op in BINAS.

s=v∙t
v = 1,403∙103 m s−1 (Zie BINAS tabel 15A.)
t = 0,24 s
s = 1,403∙103 × 0,24
s = 336,7 m

d  12 336,7 m
d = 1,68∙102 m
Afgerond: d = 1,7∙102 m
b Volgens BINAS tabel 15A is de geluidssnelheid groter als temperatuur hoger is.
In dezelfde tijd t = 0,24 s legt het geluid een grotere afstand af.

© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 1
van 36

, Vwo 4 Hoofdstuk 2 Uitwerkingen


De werkelijke diepte van de zee is groter.
De berekende diepte is dus te klein.

Opgave 4
a Ultrasoon geluid hoort Esmee niet.
b Het karretje gaat naar beneden, waardoor de afstand tussen de karretje en de sensor toeneemt.
In figuur 2.11 van het basisboek zie je dat de plaats x toeneemt als de tijd toeneemt.
c Aflezen in figuur 2.11 van het basisboek.
xmin = 0,20 m
d Zie nieuwe grafieklijn in figuur 2.1.
In figuur 2.11 in het basisboek lees je af dat de afstand van de sensor tot aan het einde van de helling
1,3 m is.
Zet je de sensor onderaan de helling dan is dit dus de afstand op t = 0 s.
Als de sensor onderaan de helling staat, geldt op elk tijdstip x (onder) = 1,3 – x (boven)
Bedenk dat de minimale afstand die de sensor registreert gelijk is aan 20 cm




Figuur 2.1

Opgave 5
a De snelheid van de auto bereken je met de afstand tussen de twee kabels en tijd.
De eerste twee pieken ontstaan als de voorband over kabel A en over kabel B rijdt.
De afstand is dan 70 cm en de tijd is het tijdverschil tussen de eerste twee pieken.

s=v∙t
s = 70 cm = 0,70 m
t = 0,235 – 0,185 = 0,050 s
0,70 = v ∙ 0,050
v = 14,0 m s−1
14,0 m s−1 = 14,0 × 3,6 = 50,4 km h−1
Afgerond: v = 50 km h−1
b De afstand tussen de as van een voorwiel en de as van een achterwiel bereken je met de snelheid
van de auto en de tijd.
De lengte van de auto is ongeveer een meter groter dan de deze afstand.

s=v∙t
v = 14 m s−1. (Zie afgeronde antwoord vraag a)
s is de afstand tussen de as van een voorwiel en de as van een achterwiel.
t is de tijdsduur tussen de eerste en de derde piek.
t = 0,428 – 0,185 = 0,243 s.
s = 14 × 0,243
s = 3,40 m
De afstand tussen een bumper en de as van een wiel is ongeveer 50 cm.
De lengte van de auto is dus ongeveer 3,4 + 2 × 0,5 = 4,4 m.




© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 2
van 36

,Vwo 4 Hoofdstuk 2 Uitwerkingen


Opgave 6
1
a De stroboscoop flitst 20 keer seconde. Dus de tijd tussen twee flitsen is 20 s = 0,050 s.
Het eerste beeld is op t = 0,0 s. Dus het vijfde beeld is op 4 × 0,05 = 0,20 s.
b De snelheid bereken je met de afstand en de tijd.
De afstand bepaal je uit de verhoudingen in de figuur en de schaal van het autootje.
De schaal van het auto bepaal je uit de lengte van het auto in de figuur en de gegeven werkelijke
lengte. De tijd heb je in vraag a berekend.

De tijd is 0,20 s.
In figuur 2.14 is de afstand die auto in 0,20 s afgelegd gelijk aan 10,7 cm.
Op de foto is de lengte van de auto 1,8 cm. De auto heeft in werkelijkheid een lengte van 7,5 cm.
7,5
4,166
Dus 1,0 cm op de foto komt overeen met 1,8 cm.
Dus 1,8 cm is in werkelijkheid gelijk aan 10,7 × 4,166 = 42,5 cm = 0,445 m.
0, 445
2, 225
De snelheid is dus 0, 20 m s−1
Afgerond: 2,2 m s−1.
c De diameter van het wiel bereken je met de omtrek van het wiel.
De omtrek van het wiel bereken je met de snelheid en de tijd.

Tussen eerste en tweede beeld is 0,050 s verstreken.
Dus een punt op de rand van wiel heeft 0,050 × 2,2 = 0,11 m afgelegd.
Het wiel heeft 2x rondgedraaid. Er geldt:
s = 2O = 2π d
0,11 = 2π d
d = 1,75∙10−2 m
Afgerond: d = 1,8∙10−2 m.
d Als het wiel bij de tweede flitst maar één keer heeft rondgedraaid, is de tijd tussen twee flitsen kleiner.
De stroboscoop heeft dus meer dan 20 flitsen per seconde gegeven.




© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 3
van 36

, Vwo 4 Hoofdstuk 2 Uitwerkingen



2.2 Eenparig rechtlijnige beweging
Opgave 7
a De gemiddeld snelheid van Usain bereken je met de formule voor de verplaatsing bij willekeurige
beweging.

s = vgem ∙ t
s = 100 m
t = 9,53 s
100 = vgem ∙ 9,53
vgem = 10,49 m s−1
Afgerond: 10,5 m s−1.
vgem = 10,49 × 3,6 = 37,77 km h−1
Afgerond: 37,8 km h−1.
b In het begin is de snelheid veel kleiner dan 37,8 km h−1.
c De gemiddeld snelheid van Albert bereken je met de formule voor de verplaatsing bij willekeurige
beweging.

s = vgem ∙ t
s = 42,000∙103 m + 195 = 42195 m (42 km heeft in deze situatie vijf significante cijfers)
t = 3 × 3600 + 25 × 60 + 8 = 12308 s
42195 = vgem ∙ 12308
vgem = 3,42825 m s−1
Afgerond: 3,4283 m s−1.

Opgave 8
a Bij een eenparige beweging is de snelheid constant en is de (x,t)-grafiek een rechte schuine lijn .
Tussen t = 0 s en t = 4,0 s is de grafiek in het (plaats, tijd)-diagram geen rechte lijn.
b De gemiddeld snelheid bereken je met de formule voor de verplaatsing bij willekeurige beweging.
x
vgem 
t
64  0
vgem 
6,0  0,0
vgem = 10,66 m s−1
Afgerond: v = 11 m s−1.
c Vanaf t = 4,0 s is de grafiek in het (plaats, tijd)-diagram een rechte lijn.
De snelheid volgt uit de steilheid van de (x,t)-grafiek tussen t = 4,0 s en t = 6,0 s.
Zie figuur 2.2.
 x 
v  
 t  grafieklijn
80  0,0
v
7,0  2,0
vgem = 16,0 m s−1
Afgerond: v = 16 m s−1.




© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 4
van 36

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PaulHuijben. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.20  18x  sold
  • (9)
Add to cart
Added