6.1.1 Het belang van schrijven:
Kunnen schrijven is in onze samenleving vrijwel onmisbaar om je staande te houden. We
spreken in dit verband ook wel van functionele geletterdheid.
Spreken en schrijven:
De taalhandelingen schrijven en spreken lijken erg op elkaar. Ze vertonen de volgende
overeenkomsten:
- Beide gebruik je in een communicatieve situatie, bijv. om iemand iets duidelijk te
maken.
- Bij beide is er sprake van een zender (spreker of schrijver) en een ontvanger
(luisteraar, gespreksdeelnemer of lezer).
- Bij beide gebruik je woorden waarmee je zinnen maakt.
Er zijn ook belangrijke verschillen:
- Bij spreken is meestal sprake van een directe communicatieve situatie. De spreker
ziet wat het effect van zijn woorden is op de luisteraar. Hij wordt daarbij beïnvloed
door de lichaamstaal van de ontvanger en de ontvanger op zijn beurt luistert niet
alleen naar de boodschap, maar bijv. ook naar de intonatie van de zender. De
luisteraar kan onmiddellijk op de boodschap van de spreker reageren. Bij schrijver is
de schrijver meestal niet in de onmiddellijke nabijheid van de ontvanger (de lezer).
- De schrijver heeft de tijd om goed na te denken over wat hij precies wil zeggen, hij
kan zijn boodschap nog eens goed overwegen en aanpassen.
- Mondeling taalgebruik is doorgaans wat slordiger en minder gevarieerd en de zinnen
sluiten niet altijd even mooi op elkaar aan. Lichaamstaal en intonatie compenseren
deze ‘gebreken’, waardoor we er in mondelinge communicatie niet zo’n last van
hebben.
Functies van schriftelijk taalgebruik:
Er zijn drie functies van geschreven taal:
- Communicatieve functie: mensen gebruiken schriftelijke taal als middel om met
elkaar te communiceren.
- Conceptualiserende functie: de schrijver probeert zijn gedachten over iets (het
concept) te vatten in taal. Het is een hele kunst om zwel abstracte als concrete zaken
zodanig onder woorden te brengen dat de lezer precies begrijpt wat je bedoelt.
- Expressieve functie: de schrijver kan iets persoonlijks uitdrukken, zoals gevoelens,
overtuigingen en emoties.
Communicatiemodel uitgewerkt voor schrijven:
Het appellerende aspect betreft de bedoeling die de schrijver heeft met zijn boodschap (de
schrijfdoelen van de zender). De schrijfdoelen die hij kan hebben zijn bijvoorbeeld:
- Informatie vertrekken of instrueren (informatief schrijfdoel)
- Proberen te overtuigen van zijn mening (persuasief schrijfdoel)
- Overhalen om iets te doen (directief schrijfdoel)
, - Laten genieten van mooie taal, mooie inzichten of creatieve gedachten (diverterend
schrijfdoel)
Het kan ook zijn dat de zender geen schrijfdoel heeft voor de ontvanger (de lezer), maar het
schrijfdoel voornamelijk bij zichzelf zoekt:
- Hij wil door middel van schrijven structuur aanbrengen in zijn gedachten of greep
krijgen op de werkelijkheid (conceptualiserend schrijfdoel).
- Hij wil op papier nadenken over dingen die voor hem belangrijk zijn of een lijstje voor
zichzelf maken om dingen niet te vergeten (reflectief schrijfdoel).
Taalkundige aspecten:
Elke geschreven tekst bevat een aantal vaste tekstkenmerken. De inhoud betreft een
bepaald onderwerp of thema en de tekst heeft een specifieke vorm met daarbij behoren
taalgebruik en wordt met een bepaald bedoeling gespreken. De volgende componenten van
de kennis over taal kunnen voor schrijven als volgt worden uitgewerkt:
- De fonologische component lijkt bij het schrijven niet of nauwelijks aan de orde te
komen, maar dat is niet helemaal waar. Bij schrijven komt het namelijk vaak voor dat
je in gedachten formuleert wat je wilt opschrijven. Je spreekt de woorden dus in
gedachten uit.
- De lexicale en semantische component komen tot uitdrukking in het feit dat de
schrijver voortdurend bezig is zijn gedachten in woorden tot uitdrukking te brengen.
Zijn woordenschat moet toereikend zijn om ‘de juiste woorden te vinden’. Tevens
moet hij zich ervan vergewissen dat de betekenis die hij aan woorden en zinnen geeft
ook overkomt bij de lezer.
- De syntactische component (woorden tot goedlopende zinnen combineren) is een
van de moeilijkste onderdelen van het schrijven. Het vraagt bijvoorbeeld nogal wat
oefening om de goede balans te vinden tussen hoofd- en bijzinnen, om de
tegenwoordige en verleden tijd correct te gebruiken en om afwisseling aan te
brengen in de zinsdelen.
- De orthografische component betreft het correct toepassen van het spellingsysteem.
Bij het schrijven vragen we leerlingen tijdens de formuleerfase, maar zeker ook bij
het reviseren van teksten, te letten op de juiste spelling. In de praktijk is dat lastig
omdat de focus van de schrijver in eerste instantie ligt bij de inhoud van zijn
boodschap en veel minder bij de correcte spelling ervan. Kennis over het verbuigen,
vervoegen, afleiden en samenstellen (onderdelen van de morfologische component)
valt hier ook onder.
- De tekstuele component vraagt eveneens heel wat denk- en oefenwerk van de
schrijver. De tekst moet een kop en een staart hebben met logische redeneringen en
juiste tekstverbanden om de juiste cognitieve relaties uit te drukken. Een schrijver
kan hiervoor voegwoorden, verwijsoorden, en signaalwoorden gebruiken. Op deze
manier kan hij bijvoorbeeld een chronologisch tekstverband aanbrengen,
vergelijkingen maken en voorwaarden beschrijven.
- De pragmatische component verwijst naar de communicatieve effectiviteit. Het gaat
hierbij om zaken als de nieuwswaarde, de structuur, de duidelijkheid en
aantrekkelijkheid van zijn tekst voor het publiek dat de schrijver voor ogen staat.
Moet hij de lezer bij de hand nemen of hem juist prikkelen door informatie weg te
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller franksamwel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.69. You're not tied to anything after your purchase.