De jaarrekening = balans, resultatenrekening en toelichting
Wie is er geïnteresseerd in de boekhouding?
- Aandeelhouders - Overheden en andere regulerende instanties
- Leidinggevenden - Concurrenten
- Schuldeisers - Beleggingsvennootschappen, wisselagenten, …
- Klanten en personeel - Milieubewegingen, …
Welk schema moet men toepassen; verkort of volledig?
Het volledige schema moet toegepast worden door vennootschappen die op balansdatum
van het laatste afgesloten boekjaar meer dan één van de volgende criteria overschrijden
+ de vennootschappen moeten niet beursgenoteerd zijn.
Overschrijden van meer dan één criterium heeft pas gevolgen als dit zich twee
opeenvolgende boekjaren voordoet
Microschema is gelijk aan het verkorte schema wat betreft de balans en de
resultatenrekening maar heeft aanzienlijk minder toelichtingen.
1
,Moeder- en dochtervennootschappen
Als een vennootschap een moedervennootschap is, dan worden de criteria inzake omzet en
balanstotaal berekend op geconsolideerde basis.
- Personeel: werknemers worden opgeteld
- Jaaromzet exclusief btw: consolidatie uitvoeren
- Balanstotaal: consolidatie uitvoeren
Als de consolidatie niet wordt uitgevoerd, worden de grensbedragen inzake balanstotaal en
jaaromzet vermeerderd met 20% (10,8 miljoen en 5,4 miljoen)
De geconsolideerde bedragen verkrijgen we door de optelsom te maken van de omzet van
elke onderneming en die te verminderen met de intercompany-omzet (van 2 miljoen).
Als er meer dan 2 criteria overschreden zijn zullen alle moeders in de consolidatiekring
groot genoemd worden. Voor elke dochteronderneming die geen moeder is worden de
criteria op individuele basis bepaald.
Consortium
Als de vennootschap met één of meerdere andere vennootschappen een consortium vormt,
wordt elk van deze vennootschappen beschouwd als een moedervennootschap
Consortium
= Wanneer een onderneming en één of meerdere andere ondernemingen onder centrale
leiding staan. Dit is het geval als hun bestuursorganen in meerderheid bestaan uit dezelfde
personen of wanneer hun aandelen in meerderheid worden gehouden door dezelfde
personen.
Vaststellen gebeurtenissen (nvvt):
- Verantwoordingsstukken (documenten)
- Volledigheid (alles bruto)
- Niet-compensatie
- Matching-principe (K en O toekennen aan de juiste periode)
Vaststellen waarde (ivor):
- Principe van de individuele waardering
- Principe van de voorzichtigheid (niet overschatten)
- Principe van de objectiviteit (bv erfenis, moet objectief geschat worden)
- Principe van de relevantie
Aan welke regels moet rapportering voeldoen (pvg):
- Principe van de periodiciteit (rapporteren per jaar of per kwartaal)
- Principe van de vergelijkbaarheid (cijfers moeten kunnen vergeleken worden)
- Principe van getrouw beeld (cijfers moeten correct zijn)
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmav123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.90. You're not tied to anything after your purchase.