100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting levensmiddelenmicrobiologie $10.24   Add to cart

Summary

samenvatting levensmiddelenmicrobiologie

 17 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

deze samenvatting omvat alle leerstof van september-januari. Het is ook geschikt voor de studenten chemie en dierenzorg

Preview 4 out of 39  pages

  • August 30, 2024
  • 39
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Levensmiddelenmicrobiologie
Hoofdstuk 1: de relatie tussen mens en bacterie
Inleiding:
Symbiose:
 relatie tussen twee organismen
 minstens één organisme afhankelijk van andere

Er zijn drie vormen van symbiose:
1. Commensalisme:
- één vd twee organismen ondervindt voordeel van samenleving
- ander organisme ondervindt geen voordeel/nadeel
2. Mutualisme: beide organismen ondervinden voordelen van de samenleving
3. Parasitisme:
- één organisme ondervindt voordeel van de samenleving
- andere organisme nadeel
 Meestal bacteriën voordelig voor mens/ondervindt geen nadeel
 Soms is associatie nadelig voor mens
 Symbiose kan wijzigen



Mutualisme:
 Beide organismen halen voordeel uit samenleving
 Levensnoodzakelijk voor één van beide organismen



Commensalisme: de commensale flora
Oorsprong en lokalisatie van de commensale flora:
Commensale flora:
 normale flora
 residente flora
 stabiele microbiële flora
 Commensalen: MO van deze flora die gebruik maken van voedingsstoffen in & op
lichaam zonder dat mens nadeel ondervindt

Transiënte flora:
 gastheer kan tijdelijk gekoloniseerd zijn door MO (die geen deel uitmaken van
commensale flora)
 zonder gastheer nadeel ondervindt
 bepaalde periode aanwezig  verdwijnt

Aanwezigheid commensale flora kan opgedeeld worden in drie situaties:
Normale steriele Compartimenten met Compartimenten met
compartimenten: een laag aantal een hoog aantal
bacteriën: bacteriën:

Bloed Maag Slijmvliezen van naso-
orofarynx
vocht in hersenen bovenste deel dunne darm
dikke darm
weefsel blaas

Tropisme:

1

, Bacteriën (die deel uitmaken van de commensale flora) blijken voorkeur te hebben
voor bepaalde delen van lichaam
 Bacteriën metabool aangepast aan levensomstandigheden van die zones van lichaam

Samenstelling van de commensale flora:
Levensomstandigheden van de commensale flora niet optimaal omdat:
1. moeten het afweersysteem gastheer overwinnen
2. intense competitie voor VS’en
3. Microbieel antagonisme tussen bacteriën die deel uitmaken van
commensale flora
 Sommige bacteriën produceren bacteriocines (= Eiwitten die groei van
andere bacteriesoorten afremmen)
4. Samenstelling commensale flora stabiel bij gezonde individuen
 Commensale darmflora is best bestudeerd

Drie belangrijke factoren die invloed hebben op de commensale darmflora:
1. Dieet:
- weinig invloed op samenstelling van darmflora
- wel invloed op metabole activiteit darmflora
- rijk aan gefermenteerde melkproducten & vezels bevordert gezondheid
- toenemende interesse van:
 probiotica:
 levende MO die bij inname een gunstig effect kunnen hebben op
de gezondheid
 prebiotica
 bestaan uit VS’en die groei van voordelige bacteriën kunnen
stimuleren
2. Leeftijd:
- invloed op samenstelling commensale darmflora
- darmflora baby (tot 1 jaar): facultatief fermenterende bacterie (door melk) 
daarna darmflora van volwassenen
- Samenstelling darmflora ouderen: varieert met die van volwassen door
verminderde maagzuursecretie & darmmobiliteit
3. Antibiotica:
- invloed op samenstelling darmflora
- Na een kuur kan commensale darmflora tijdelijk en gedeeltelijk elimineren
- Gevolg: gastheer tijdelijk gevoeliger voor infecties

Belang van de commensale flora voor de mens:
Positieve effecten: Negatieve effecten:

Interessante metabolieten Productie van carcinogene stoffen
produceren voor gastheer: door metabolisatie van bestanddelen
- rijke bron van metabole uit het dieet:
activiteit - dieet rijk aan vlees & vet 
- Bepaalde bacteriën kunnen grotere kans voor darmkanker
vitamines produceren

Kolonisatieresistentie: Bron van opportunistische infecties:
- verhindert dat darm koloniseert - afweersysteem van gastheer
door exogene verminderd  bacteriën die
bacteriën/mogelijke pathogene deel uitmaken van de
die in darm terechtkomen commensale flora infecties
- geen metabole ruimte voor veroorzaken
andere bacteriën - antibioticagebruik bij
behandelen van infectieziekten


2

,  gevolg: multiresistent

Stimulatie van het immuunsysteem:
immuunsysteem beter voorbereid op
mogelijke pathogenen



Parasitisme:
Infectieziekten:
 Eén van beide organismen (bacterie) brengt schade aan bij ander organisme (mens)
 als symbiose leidt tot waarneembare schade & veranderingen in fysiologie van
gastheer

Pathogeen:
 organisme  kan infectieziekte veroorzaken
 pathologie:
- studie van ziekten
- bezighouden met … van ziekten:
 oorzaak = etiologie
 ontwikkeling = pathogenese
 effect

Obligaat pathogeen:
 MO waarvan aanwezigheid in lichaam niet compatibel (niet samenhangt) is met
gezondheid

Opportunistisch pathogeen:
 kan acute infectieziekte veroorzaken bij personen met abnormaal verminderde
immuniteit
 pathogeen / commensaal

Soorten infecties:
 Acute infectie:
- besmetting van gezond individu leidt na korte tijd tot infectieziekten
- Beperkte tijdsduur
- vb. griep
 Chronische infectie:
- ontwikkelt trager
- houdt lang aan
- veroorzaakt beperkte maar duidelijk progressieve schade aan gastheer
- Vb. tuberculose, hepatitis B
 Latente chronische infectie:
- pathogeen blijft aanwezig in gastheer  richt geen schade aan
- Na activatie pathogeen treedt actieve infectieziekten op
- Vb. gordelroos

Voorwaarden voor (latente) chronische infectieziekte & dragerschap te vervullen:
 Immuunsysteem mag pathogeen niet verwijderen uit het lichaam
 Pathogeen heeft geen te hoge vermenigvuldigingssnelheid
 Schade aan gastheer is minimaal, anders kan gastheer niet lang overleven

Dragerschap:
 als gastheer in staat is om de pathogeen waarvan hij drager is over te dragen op
andere personen

Nosocomiale infectie:
 = zorginfectie
 ontstaat na verblijf in verzorgingsinstelling

3

,  hoge concentratie aan zieken in verzorgingsinstellingen  grotere kans op
infectieziekte
 In ziekenhuisomgeving natuurlijke / verworven resistentiefactoren (MRSA) 
ontstaan als gevolg van wisselwerking tussen drie factoren:
1. Aanwezigheid MO
2. Patiënten met verminderde immuniteit
3. Transmissie (overdracht) van pathogenen

Community-aquired infections:
 Opgelopen infecties buiten zorgomgeving


Hoofdstuk 2: microbiële mechanismen van
pathogeniteit
Inleiding:
Pathogeniteit:
- vermogen van bacterie
- afweer van gastheer overwinnen
- gastheer ziek te maken

Factoren die aard van relatie tussen mens & bacterie bepalen:
1. Virulentie:
- graad van pathogeniteit
- graad van ziekmakend vermogen
2. Gastheer zelf:
- gevoeligheid gastheer ten opzichte van infecties door MO = afhankelijk van
werking van immuunsysteem
- Gevoelige bevolkingsgroepen = YOPI’s
3. Omstandigheden en het toeval

Infectie heeft verschillende stappen waarbij gastheer ziek wordt door aanwezigheid
virulentiefactoren:
- =eigenschappen / genproducten
- MO gebruiken om gastheer ziek te maken
o Unieke structurele oppervlaktecomponenten:
 Moleculaire componenten van de celmembraan en celwand
 Fimbriae
 Kapsel
 Flagellen
o Actieve secretie van substanties:
 Toxinen
 Enzymen



Hoe kunnen pathogene bacteriën de gastheer binnendringen?
Toegangspoorten:
veel pathogenen enkel ziekten veroorzaken als via hun specifieke toegangspoorten
binnekomen

Via:
 Huid:
- belangrijke verdediging tegen pathogenen MO
- meeste MO kunnen gezonde huid niet penetreren



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fienrobijns. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.24  1x  sold
  • (0)
  Add to cart