In dit document staat alle informatie die je nodig hebt voor de kennistoets van IZ. Ook is het handig om dit ernaast te hebben tijdens het leren en oefenen voor je praktijktoets.
Met het doorlezen van dit document haal je gegarandeerd een voldoende!
Hoorcollege 1: hartactiviteit
De longcirculatie zorgt ervoor dat er in de longen O2 wordt opgenomen en CO2 wordt
afgegeven.
> Rechterkamer --> longen --> linkerboezem
De lichaamscirculatie zorgt in weefsels voor opname van CO2 en afgifte van O2.
> Linkerkamer --> lichaam --> rechterboezem
Diastole: ventrikels (kamers) ontspannen, bloed stroomt naar binnen.
AV kleppen open, semi lunaire kleppen dicht.
Systole: ventrikels (kamers) trekken samen, bloed wordt weggepompt.
AV-kleppen gesloten, semi lunaire kleppen open.
Het hart heeft zelf ook voedingsstoffen en zuurstof nodig om te kunnen werken. Dit komt bij
het hart via de coronaire arterie. Wanneer hier een verstopping optreedt krijgt het hart geen
zuurstof meer, het is dan van belang om iemand zo snel mogelijk naar het ziekenhuis te
brengen. Vanuit de aorta heb je 2 coronairarterie:
- Linker coronairarterie: deze splits zich op in 2 delen.
- Rechter coronairarterie
Hartminuutvolume = slagvolume X hartfrequentie.
In rust is het HMV 5L/min. Bij inspanning kan dit oplopen tot 25L/min.
In rust is het slagvolume 80ML en het eindiastolische volume (hoeveel bloed in ventrikel aan
het eind van de diastole) is 120ML.
Ejectiefractie = slagvolume/ eind diastolische volume X 100
De prikkel voor de hartfrequentie begint in de sinusknoop (SA-knoop), deze bevind zich in de
rechterventrikel. Een normale rusthartslag is tussen de 50 en 80 slagen per minuut.
Inspanning, stress en ontspanning hebben invloed op de hartslag.
- De parasympaticus zorgt voor een verlaagde hartactiviteit bij ontspanning
- De sympathicus zorgt voor een verhoogde hartactiviteit bij inspanning.
Grotere ventrikels kunnen zich vullen met meer bloed, en kunnen dus per slag ook meer
bloed wegpompen. Ook kan je door trainen een sterkere/ dikkere hartspier krijgen die een
grotere contractiekracht heeft, hierdoor kan je meer bloed wegpompen per slag.
Het frank- starling principe beschrijft de relatie tussen het ventriculaire eind diastolisch
volume en de cardiac output (HMV): binnen fysiologische grenzen is het zo dat, door het eind
diastolisch volume op te drijven, het slagvolume zal stijgen.
Myocard spierweefsel is dwars gestreept. Het verschil met skeletspierweefsel is dat het
signaal vanuit de sinusknoop door elk spiercel aan de volgende wordt doorgegeven. Bij het
hartspierweefsel werkt dit als geheel via nexus verbindingen.
Veel mitochondriën in spierweefsel zorgt voor veel productie van ATP.
In de SA-knoop ontstaat het signaal voor het hart om te gaan contraheren, dit gaat
vervolgens naar het rechter en linker atrium. Daarna wordt het signaal vertraagd in de AV-
knoop (hierdoor meer vulling ventrikels). Vervolgens gaat het naar de bundel van his wat
,zorgt voor een snelle impulsgeleiding richting de purkinjevezels, daarna naar de
ventrikelspiervezels wat uiteindelijk zorgt voor contractie van de ventrikels.
Met een ECG worden de actiepotentialen gemeten in het hart. Dit zegt iets over de functie
van het hart.
Een coronary artery bypass grafting wordt uitgevoerd om de bloedtoevoer naar het hart te
verbeteren. Hierbij wordt een gezonde ader/slagader uit een ander deel van het lichaam
gehaald die deze functie moet gaan overnemen. De ader/ slagader wordt aangesloten op de
verstopte coronairarterie, dit vormt een omleiding voor het verstopte deel en voert
zuurstofrijkbloed aan naar het hart. Na het doormidden zagen van het sternum wordt de
patiënt aangesloten op de hart-longmachine die tijdens de operatie de hart en long functies
zal overnemen. 2 opties voor de omleiding:
- Binnenste borstwand slagader
- Ader uit het been: vena saphena.
Na de ingreep krijgt het hart schokken zodat het weer gaat slaan. Overtollige vloeistoffen
worden via een drainageslang afgevoerd.
Aritmie, ritmestoornissen:
- Respiratoire aritmie: hartfrequentie bij inademing hoger dan bij uitademing.
- Ectopische prikkelhaard: sinusknoop geeft niet op tijd prikkel af, waardoor andere
vezels depolariseren, dit kan ontstaan in het atrium, de AV-knoop of het ventrikel.
- Atriumfibrilleren: veel ectopische prikkelhaarden in atrium, waardoor ventrikel in
hoge frequentie en onregelmatig contraheert.
- Ventrikelfibrilleren: veel ectopische prikkelhaarden in ventrikel, wat leidt tot
ongecoördineerd samentrekken van ventrikel; deze pompt niks uit; hartstilstand,
bijna altijd gevolg van hartinfarct.
Problemen wanneer het hart niet goed functioneert zijn long en pitting oedeem. Het hart
kan de bloedsomloop minder goed in beweging houden waardoor vocht niet goed kan
worden afgevoerd en oedeem ontstaat.
Fase van de hartcyclys:
- Atriumcontractie, hoort bij diastole.
- Ventrikelcontractie, systole.
o Isovulmetrische contractie
o Ejectiefase
- Diastole
o Isovulmetrische relaxatie
o Vullingsfase
,Hoorcollege 2: pathofysiologie hart – coronairlijden
Coronaire kransslagaders zijn de eerste splitsingen van de aorta. We hebben een belangrijke
linker en rechter kransslagader.
Belangrijkste oorzaak van coronarialijden is artherosclerose: te veel LDL wat aan de wand
blijft plakken, hierdoor vernauwing. Het is niet de enige, er spelen ook nog andere factoren
een rol. Atherosclerose is een systemische ziekte. Komt voor in het hele lichaam. Het begint
op jonge leeftijd. Rond twintig jaar al. De diameter van het vat moet 80% afgesloten zijn, dan
merk je dat het zuurstofaanbod kleiner is dan de vraag.
Anamnese bij angina pectoris:
- Retrosternale beklemmende pijn (op de borst)
- Uitlokkend door factoren: inspanning, emotie, warm en koud verschil
- Klachten verdwijnen in rust op gebruik bij nitraten.
Mensen met AP hebben hier last van omdat hierbij het lichaam muur zuurstof vraagt en dat
kan er niet komen door de vernauwing, hierdoor treedt pijn op.
Indeling NYHA:
I geen klachten of bij externe inspanning
II klachten bij flinke inspanning
III klachten bij normale dagelijkse activiteiten
IV klachten bij geringe inspanning of rust
Categorie 2 zien we het meeste in de 1e lijn. Tot III noemen we het stabiele angina pectoris
daarna een onstabiele angina pectoris.
Lichamelijk onderzoek:
- In de regel geen bijzonderheden:
o In rust
o Tijdens pijnaanval
- Auscultatie: geluiden, dan hoor je 2 i.p.v. 3 kloppingen. Dit is alleen te horen bij
klachten.
Aanvullend onderzoek:
- ECG: in rust (bij stabiele AP hoor je niet zoveel) en tijdens inspanning.
- Perfusiecintigrafie
- Coronair angiografie
Stabiele angina pectoris = klachten zijn voorspelbaar, klachten ontstaan als het hart om
meer zuurstof vraagt en verdwijnen vrij snel in rust.
Instabiele angina pectoris = klachten zijn onvoorspelbaar, dreigend myocardinfarct.
Behandeling angina pectoris:
- Bij een aanval geef je nitraten
- Onderhoud: langwerkende nitraten, bètablokkers, calcuimantagonisten, ACE
remmers. Hierdoor hoeft het hart minder hart te werken.
Nitraten werken door een preload. Door nitraten vindt er dilatatie plaats. Denk aan
dynamiet blaast op. Hier gaan ook de vaten uit elkaar. Nitraten moeten zittend ingenomen,
want de bloeddruk gaat omlaag.
, Ter preventie is het belangrijk om wat aan de leefstijl te doen, risicofactoren verminderen.
Onder het acute coronaire syndroom valt een instabiele angina pectoris en een acuut
myocardinfarct. Een myocardinfarct kan je onderverdelen in:
- Stemi: volledige afsluiting
- Non stemi: geen volledige afsluiting
Anamnese:
- Pijn op de borst
- Duur van de klachten
- Vegatieve verschijnselen
- Dyspneu
- Voorgeschiedenis
De symptomen bij vrouwen zijn anders
Lichamelijk onderzoek:
- Observatie
- Pols hartslag
- Bloeddruk
- Auscultie: weer een 3-tonig ritme
- Palpatie
Verschil angina pectoris en myocardinfarct is dat bij een myocardinfarct de spier ook
doodgaat. Bij een angina pectoris is er nog net genoeg zuurstof om de spier in leven te
houden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FYSIO030. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.22. You're not tied to anything after your purchase.