Aard, omvang en schade van criminaliteit (R_AARDOS)
All documents for this subject (22)
Seller
Follow
lisabuwalda
Reviews received
Content preview
Hoorcollege 1: criminaliteitsproblemen, analyse en agendavorming
Wat is een probleem (Hoogerwerf)?
- Een probleem is een verschil/discrepantie tussen:
o Een maatstaf (norm, beginsel)
o Een voorstelling van een bestaande of verwachte situatie
Dit heeft te maken met hoe je iets meet
- Normen verschillen:
o Tussen mensen en bevolkingsgroepen
o Zijn vaak onderdeel van een groter deel
Ze zijn ook vaak onderdeel van een groter geheel (pro-life beweging bv.)
o Normen kunnen ook samenhangen met belangen
Normen verschillen heel erg sterk van persoon tot persoon
Criminaliteit versus gezondheid:
- Het verhogen van accijnzen verhoogd de illegale smokkel (bv. Sigaretten)
Verschillen in beleid en belangen:
Roken, maatregelen en media:
- In de loop van de tijd kunnen normen veranderen door middel van overheidsbeleid.
- Ook door meer kennis veranderen normen
Agendavorming (hoe komt een probleem op de politieke agenda): dingen komen niet zomaar op de
politieke agenda.
1. Kloofmodel: rationeel model
2. Barrière-model: ook aandacht voor bv rol van de media en hoe problemen op de politieke
agenda komen.
a. Er wordt beter nagedacht over de werkelijkheid van de problemen zich wel of niet
vertalen naar beleid.
b. Je moet bepaalde barrières over om een probleem op de politieke agenda te krijgen
c. Een van die barrières is de media.
3. Stromenmodel (Kingdon, 1995)
a. Policy window: opening voor beleid
i. Soms is er tijd om beleid te maken, en soms niet
ii. Vaak een nieuw kabinet om nieuw beleid te maken, maar hier is niet altijd
tijd voor.
b. Samenvloeien van:
i. Problemen (en aandacht voor problematisch geachte situaties)
ii. Oplossingen/beleidsalternatieven
iii. Steun (politieke steun)
iv. Voor het stromen model moet die samenhangen, pas als deze drie dingen
samenkomen dan is er de mogelijkheid voor beleid.
Hoe op tentamen:
- Probleem toepassen/model toepassen op een casus
Voorbeeld: mensensmokkel
, - Mensen die vluchten naar een ander land werden niet als crimineel gezien (mensensmokkel)
- Die beleid werd alleen steeds strenger.
- Mensen die het uit winstbejag doen, zijn crimineel.
- Dover (2000)
Media versus onderzoek:
- Media:
o Wrede daders
o Hulpeloze slachtoffers
o Terwijl als je goed onderzoek gaat doen zie je ook ander vormen van daders
Gedeelde belangen
Wel oprecht willen helpen
Co-productie: klanten en familie moeten helpen om de mensensmokkel te
laten slagen.
Goede mensen kunnen slechte dingen doen en slechte mensen kunnen
goede dingen doen.
- Onderzoek:
o Gemengde motieven (daders)
o Gedeeld belangen/symbiose
o Co-productie (klanten en familie werken mee)
Fallacy:
Marcus Felson: gelegenheidstheorie. Meer welvaart zorgt voor meer criminaliteit.
Fallacy: de criminaliteit is gemakkelijker dan dat er in naar buiten wordt gebracht.
Tentamen: fallacy kunnen herkennen in een casus.
1. The dramatic fallacy: media verstoren beeld van criminaliteit voor eigen doeleinden, maar
creëren daarmee onjuiste beelden van criminaliteit.
a. Het beeld hoe criminaliteit wordt gevormd door de feiten die in de media worden
gegeven.
2. The cops-and-courts fallacy: het belang en de invloed van politie en het justitiële systeem in
het voorkomen van criminaliteit worden overschat.
a. Politie en justitie komen met de cijfers van criminaliteit en geven hierbij hun eigen
oplossingen. Ze kijken vaak in termen van dat zij extra mensen en extra
bevoegdheden nodig hebben.
b. Als je goed kijkt naar hoe criminaliteit moet worden bestreden is situationeel. Er zijn
gemakkelijke en veel oplossingen die heel goed werken zonder dat daar politie en
justitie voor nodig is. Simpele maatregelen kunnen hele makkelijke oplossingen
geven. Situationele criminaliteitspreventie.
c. Niet meer politie maar simpele maatregelen.
d. Tentamen: verhaaltje en wat herken je daarin en dat dan argumenteren waarom je
in bepaalde elementen van het verhaald de fallacy terug ziet.
3. The not-me fallacy: criminaliteit wordt door iedereen gepleegd en de crimineel is niet heel
verschillend van ons zelf.
4. The innocent-youth fallacy: kinderen zijn geen onschuldige toeschouwers, maar zijn
oververtegenwoordigd als daders (toevoeging: bij bepaalde vormen van criminaliteit)
a. Veel jongeren plegen woninginbreken
, b. Jongeren plegen vaak huis, tuin en keuken criminaliteit.
5. The ingenuity fallacy: veel criminaliteit is relatief eenvoudig en veel daders hebben niet veel
specifieke vaardigheden.
a. Ingenius: dat daders heel slim zouden zijn, maar is dat ook zo? Dit zie veel
terugkomen in de media (een heel goed bedacht plan), maar sommige criminaliteit
is veel simpeler maar dat is niet spannend genoeg voor de media.
b. Vanuit politie en justitie is de neiging om de mooiste verhalen te vertellen voer
criminaliteit, om te laten zien dat ze veel bevoegdheden hebben of heel slim zijn om
criminaliteit te bestrijden.
6. The organized-crime fallacy: aan criminele samenwerkingsverbanden (en in het bijzonder
jeugdgangs) wordt een veel hogere organisatiegraad en professionaliteit toegedicht dan zij
in werkelijkheid bezitten.
a. In werkelijkheid is er vaak helemaal geen goed geoliede organisatie.
b. Er zit vaak helemaal geen goede organisatie.
7. The big gang fallacy: de omvang, macht en rol van jeugdgroepen wordt zwaar overdreven.
a. In Nederland worden veel minder jeugdbendes gezien
b. Het zijn vaak niet zulke stabiele groepen.
c. De link tussen de groepen is niet erg sterk
8. The agenda fallacy: criminaliteit wordt gebruikt door mensen om steun te verwerven voor
hun eigen morele, religieuze sociale of politieke agenda.
a. Criminaliteit die gebruik wordt om andere redenen (het niet verhogen van de
accijzen omdat dat de smokkel toeneemt)
b. Bijv. Financieel belang
Ten slotte: wetenschap/analyse vormt maar een van de onderdelen van het proces van
agendavorming, beleidsvorming en beleidsevaluatie.
- Het onderzoek naar criminaliteit is een van een groter en complexer proces.
- Agendavorming, definitie en beeldvorming
- Aard, omvang en schade
- Onderzoek en beleid
Begin jaren 80 werden mensen in Amsterdam steeds rijker door handel in cocaïne. De Amerikaanse
opsporingsdiensten zijn waren dan ook opzoek naar grote spelers uit Amsterdam. Dit was eerst een
groot probleem wat langere tijd genegeerd werd.
Dreigingsbeeld (1992): Maffia
1. Racketeering
- Georganiseerde misdaad als alternatieve overheid
- Controleren regio’s en economische sectoren
- Infiltratie van onderwereld in bovenwereld
- Gaat over de manier waarop de maffia geld verdiend. De maffia heeft zoveel grip een
bepaalde economische sector dat ze daar mensen kunnen afpersen.
- De machtspositie die je hebt in een bepaalde regio of bepaalde economische sector wordt
gebruikt om geld te verdienen. Daarmee kunnen ze zelfs grip krijgen op de politiek.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisabuwalda. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.82. You're not tied to anything after your purchase.