Ondernemingsrecht
Deel 1: algemene inleiding tot het recht
Coase: grondlegger loyal economics + bekende artikels: problem of social costs + grondlegger theorie
transactiekosten
- Economische benadering van het recht: vanuit de bril van het recht van de economie kijken
Hoofdstuk 1: inleiding tot het recht
Wat is recht?
Recht = niet objectief te definiëren, subjectief, geen eenduidige verklaring over wat recht is
voortdurend discussiëren over alle aspecten van het domein van recht, complex gegeven.
- Veel verschillende definities: heel wat uiteenlopende visies die tijd- & plaatsgebonden zijn
- Deels tijds- en plaatsgebonden: vandaag anders dan gisteren of vijftig jaar geleden, anders in
België dan in Frankrijk
- Elementen die vaak terugkomen: hier en vandaag
o Geheel van regels: recht heeft betrekking op regels
bv. Deze auto rijdt 50 km/u = geen regel (= beschrijvende uitspraak)
bv. Als die auto in die bocht 70km/u rijdt, zal hij uit de bocht gaan = geen regel (=
voorspellende uitspraak)
bv. Die auto reed te snel = geen regel (= beoordelende uitspraak, oordeel)
Regel = een in taal verwoorde uitspraak van een voorgeschreven wijze van handelen,
een als voorschrift geformuleerde uitspraak, iets willen opleggen
Regel omvat een voorschrift regel bevat een voorschrift tot bepaald gedrag, iets wat
je moet of niet mag doen, geboden of verboden
bv. Je moet gaan stemmen bij verkiezingen (gebod of verbod – schrijft een gedrag
voor), je mag niet sneller dan 50 km/h rijden in de bebouwde kom.
Het is niet omdat iets een voorschrift of regel is dat het daarom recht is
Recht geeft een geven, doen en laten weer:
- “geven”: regel bevat een voorschrift over wat je moet doen of “geven” bv. laptop verkocht, dus
die moet je geven
- “doen” bv. moeten stemmen
- “laten”: het vermijden of “laten” van fouten is misschien slechts het indirecte doel van de regel,
je mag niet alles doen bv. moorden
Niet noodzakelijk een gestructureerd geheel, recht wordt elk jaar complexer
o Het recht probeert via die regels de samenleving te ordenen, regels die beogen het
menselijke samenleven te ordenen (zegt niets over de aard, inhoud & impact van ordening)
Regelen van menselijke verhoudingen: verhouding tussen min. 2 mensen regelen bv.
Robinson Crusoë
Recht gaat hand in hand met een menselijke samenleving die geregeld moet worden
Gaat erover dat regels voor het samenleven worden vastgelegd, niet op welke manier
de samenleving hierdoor wordt georganiseerd of “geordend”
o Regels die door een gezagsfunctie worden afgedwongen, desnoods met “sanctie & dwang”
Het recht wordt afgedwongen door de overheid
Verbonden met de overheid = enige legitieme gezagsfunctie die sanctie en dwang
gebruiken ten aanzien van mensen (gewapende macht)
Rechtsregel: met een rechtsregel staat op het einde van de rit altijd een politieagent
Ook regels die tot doel hebben samenleven te ordenen, maar waarvan de overtreding
niet door de overheid wordt afgedwongen bv. beleefdheidsregels, morele regels,
religieuze regels, regels van sport en spel …
Algemene begrippen:
Objectief recht vs. subjectief recht: twee manieren om naar hetzelfde te kijken
o Van bovenaf en van beneden:
Objectief = volledige recht zoals dat op een bepaalde manier & plaats geldt, geheel van
rechtsregels die op een bepaald ogenblik in een bepaalde samenleving gelden
Recht vanuit een helikopterperspectief, top down, van buitenaf bekeken
Subjectief = uit het objectief recht, het recht bekeken vanuit de persoon (rechtobject)
die aan objectief recht een bepaalde aanspraak ontleent, concrete aanspraak of
bevoegdheden die een individu aan het objectief recht ontleent, individualisering &
concretisering van een regel van objectief recht o/h niveau van een specifiek persoon
Recht vanuit het rechtsubject (bottom up), de persoon die uit het objectief recht
een bepaalde aanspraak ontleent, van binnenuit bekeken, “recht op iets hebben”
3 grote delen, domeinen van het burgerlijk recht: eigendomsrecht, contractvrijheid/
verbintenissenrecht en buitencontractuele aansprakelijkheid
Positief recht vs. ideëel recht
o Positief recht: ≈ synoniem objectief recht, recht zoals het op een bepaald moment in een
bepaalde tijd in een bepaalde samenleving geldt, geldende recht (recht zoals het is),
positieve realiteit, feiten; kan regels bevatten waarmee je niet akkoord gaat, of moreel
gezien niet correct zijn
Bv. positief recht van Nazi-Duitsland
o Ideëel recht: “zoals het (volgens sommigen) zou moeten zijn”
bv. natuurrecht, religieuze rechtssystemen, Boudewijn die de abortuswet niet wou
goedkeuren
Recht of krom: positief recht zegt niets over of het goed of slecht is, “positief” recht kan
al naar gelang je standpunt goed of slecht zijn
Recht moet positief zijn opdat het afdwingbaar zou zijn
Theocratie: positief & ideëel recht vallen samen
Dwingende rechtsregels vs. wilsaanvullende (of suppletieve) rechtsregels
o Dwingende rechtsregels: rechtsregels die van toepassing zijn ongeacht uw keuze, regel
schrijft een bepaald gebod of verbod voor bv. je mag niet moorden – geen keuze
= gebiedende & verbiedende rechtsregels gebod (doen & geven) of verbod (laten)
Regels “van openbare orde” (nog dwingender dan ‘gewoon’ dwingend recht)
Regels “van dwingend recht”: bescherming van de partij die door de wet als zwakker
wordt beschouwd
o Wilsaanvullende rechtsregels: rechtsregel die van toepassing is als jij niet anders gekozen
hebt, vaak zelf bepalen hoe je verhoudingen regelt, je mag zelf kiezen, toch regel voorzien
Bv. kot onderverhuren – regel zegt mag niet, volgens contract mag het wel (er wordt een
regel voorzien voor als je niets afspreekt)
= suppletieve rechtsregels
Pas van toepassing wanneer je niets anders hebt vastgelegd, gekozen hebt
Inleiding van het recht
Montesquieu – De l’esprit des lois – basisopdeling van het recht (= summa divisio)
publiekrecht privaatrecht
2
, Regelt de verhouding tussen de burgers en de Regelt de verhouding tussen burgers onderling
overheid (m.i.v. de organisatie van de overheid) ≈ privébelangen
Beoogtdebeschermingvan het algemeen belang Beoogt bescherming van private belangen
“Verticaliteit”: overheid maakt en dwingt “Horizontaliteit”: tussen burgers
rechtsregels af o Wg en wn
o Overheid staat den dienste van mensen die o Huurder en verhuurder
in een absolute monarchie leven ik beslis o …
jij voert uit Meer suppletieve regels (maar niet exclusief:
o Overheid regel particulier in ook regels van dwingendrechtenopenbare
ondergeschikte positie orde) suppletiviteit = regels die van
Regels doorgaans van openbare orde toepassing zijn indien je niet anders
contractueel bent overeengekomen
Rechtstakken:
Staatsrecht: organisatie van de staat Rechtstakken:
Bestuursrecht: manier waarop de overheid is Burgerlijk recht:
georganiseerd, uitvoerende macht op diverse o personen- en familierecht
overheidsniveaus o zakenrecht
Strafrecht & -procesrecht: wat is een misdrijf & o verbintenissenrecht (buitencontract.)
misdaad & hoe worden die bestraft + procedure contractueel of buitencontractueel
Fiscaal recht: welke belastingen moeten wanneer Ondernemingsrecht
betaald worden? + procedure Vennootschapsrecht
Internationaal publiekrecht: Gerechtelijk (privaat)recht
o Volkenrecht: regels tussen staten Internationeel privaatrecht
o Supranationaal recht (hoe komen verdragen
tot stand?): regels die worden uitgevaardigd
door internationale organisaties waaraan
staten zekere bevoegdheden hebben
overgedragen
bv. vluchtelingen
Dit is geen exhaustieve opsomming van alle rechtstakken
Bronnen van het recht
- Materiële bronnen: inspiratiebronnen voor de inhoud van rechtsregels, zaken die als
inspiratie, verklaring van de inhoud van een bepaalde rechtsregel kunt aanduiden, belangrijk om
de regel te begrijpen oorsprong regel
“Waarom luidt die regel zo en niet anders? Wat verklaart de inhoud van die regel?”
o Bv. Romeins recht inspiratiebron van waar die regel vandaan komt
o Rechtsregel vandaag: diefstal is een misdrijf, stelen is verboden dit is een regel vandaag
omdat ik een formele rechtsbron kan aanduiden waarin dat staat vermeld, het
strafwetboek, een formele bron
- Formele bronnen: de verschijningsvormen waaronder rechtsregels zich voordoen, plaats
waar je effectief de regel vindt, moet juist zijn
“Waar vind ik een rechtsregel? Is wat ik hier lees een rechtsregel van het positieve recht”
o De wet, algemene rechtsbeginselen, gewoonte, rechtspraak, rechtsleer (niet allemaal op
hetzelfde niveau nu: wet = basisbron, primaire rechtsbron; ons recht = wettenrecht)
Samenlevingen in hun geheel vanaf hun ontstaan & over de hele wereldbol
gewoonterecht dominant
o Materiële bronnen zijn belangrijk om formele bronnen te kunnen begrijpen, hierop zijn
formele bronnen gebaseerd
3
, De wet: formele bron
Wet in de materiële betekenis: elke rechtsregel van algemene (potentieel op iedereen of een
bepaalde groep van toepassing) en duurzame (min. voor een bepaalde tijd gelden) aard die is
uitgevaardigd door een bevoegde overheid
Algemeen: op iedereen van toepassing of minstens op een bepaalde groep mensen bv. WN’s
Materiële wetten: decreet, provinciereglement, provinciereglement, EU-richtlijn,
verdrag, MB, wet, KB
Materieel verwijst naar de inhoud van de akte/rechtsnorm
Materiële wet = wet in de ruime/brede betekenis
Wet in de formele betekenis: een akte/beslissing van de federale wetgevende macht, aktes die
effectief de titel “wet” dragen
Formele wet = wet in de enge betekenis
Meestal zal een wet in de formele betekenis ook een wet zijn in de materiële betekenis
bv. Belgische nationaliteit toekennen (betreft slechts één persoon), jaarlijkse begrotingswet
Aandachtspunten:
De wetgevende machten van de gemeenschappen en gewesten produceren geen wetten maar
“decreten” en in Brussel “ordonnanties”. De uitvoerende macht van de gemeenschappen en de
gewesten produceren “regeringsbesluiten” en “ministeriële besluiten”. De provincies en gemeenten
produceren “verordeningen” en “reglementen”. De Europese Unie produceert onder meer
“verordeningen” en “richtlijnen”. Enzovoort. Dat zijn allemaal wetten in de materiële betekenis
wanneer ze rechtsregels van algemene en duurzame aard bevatten. Maar niet in de formele
betekenis, want ze heten niet “wet”. “Formeel” verwijst dan niet naar de inhoud maar naar de vorm
van de akte: het ding heet “wet”.
Met andere woorden: als formele rechtsbron verwijst “de wet” de wet in de materiële
betekenis. Alle wetten in de materiële betekenis zijn formele rechtsbronnen: ze bevatten
rechtsregels van positief recht!
Het zou misschien makkelijker zijn om te spreken van “de wet in de ruime betekenis” (sensu
lato) en “de wet in de enge betekenis” (sensu stricto).
o De materiële wet is de wet in de ruime betekenis: wetten, decreten, ordonnanties,
koninklijke besluiten, regeringsbesluiten, ministeriële besluiten, provinciale en
gemeentelijke reglementen en verordeningen, enzovoort, wanneer ze algemene en
duurzame regels bevatten (wat meestal zo zal zijn). Het gaat meestal over deze
betekenis wanneer mensen bv. zeggen “dat is in strijd met de wet” of “dat moet
volgens de wet”.
o De formele wet is de wet in de enge betekenis: enkel de wet van de federale
wetgever
De meeste formele wetten zijn ook materiële wetten, maar niet allemaal. De federale
wetgevende macht neemt ook een aantal beslissingen die “wet” heten (louter omdat de
federale wetgevende macht ze “produceert”) maar die geen algemene en duurzame
rechtsregels bevatten. Zo kan de federale wetgever bij “wet” de Belgische nationaliteit aan
iemand toekennen. Dat is een formele wet, maar geen materiële wet: ze betreft slechts één
persoon. Ook de jaarlijkse begrotingswet, waarmee de ontvangsten en uitgaven van de Staat
voor het komende jaar worden vastgelegd, wordt als zuiver formele wet gekwalificeerd.
Verschillende soorten normen die als wet in de materiële betekenis
gelden
verschillende overheidsniveaus waarop wetten in de materiële betekenis worden gemaakt, met
andere woorden de rechtsnormen die als materiële wetten in het Belgische recht gelden.
Internationale normen
- Normen die op een internationaal niveau tot stand komen (2 soorten)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller User20232024. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.69. You're not tied to anything after your purchase.