Complete samenvatting van hoofdstuk 1 uit het boek Buitenland voor 6 VWO ().
Introductie: met belangrijke begrippen
1. Het landschap als dynamisch systeem
2. Wisselwerking tussen de geo-factoren
3. Landdegradatie
4. Verwoestijning
5. Natuur- en milieurampen
How annoying that you're not happy! Is there something specific that didn't like it?
By: commscistudent • 5 year ago
Seller
Follow
av1
Reviews received
Content preview
Introductie
Draagkracht: Het maximumaantal mensen dat in een gebied of aarde kan leven
zonder schade aan te richten aan het ecosysteem.
Duurzaam: Waterbeheer waarbij alleen de voorraad vernieuwbaar water wordt
gebruikt.
Grondwater: Water in de bodem en ondergrond dat zich bevindt in de verzadigde
zone. Alle ruimten (poriën) tussen de gronddeeltjes en het gesteente zijn gevuld.
Infiltratie: Proces waarbij water de grond in zakt.
Klimaatgebied: Groot gebied met sterke overeenkomsten in klimaat
Permafrost: Een geheel of gedeeltelijk bevroren bodem en ondergrond in de polaire
en boreale landschapszones.
Vegetatie: Het geheel aan planten in een gebied
Versterkt broeikaseffect: Het deel van het broeikaseffect dat wordt veroorzaakt
door menselijk handelen. Het gaat hierbij met name om de uitstoot van
koolstofdioxide.
Verwering: Het uiteenvallen van gesteenten door inwerking van water, temperatuur,
wortels en zuren.
1.1 Het landschap als dynamisch systeem
Belangrijk voor dit hoofdstuk: Mondiaal- Continentaal – Nationaal – Regionaal –
Lokaal
Landschap: Een bepaald gebied met karakteristieke kenmerken.
- Natuurlandschap: geen menselijke invloed
- Cultuurlandschap: menselijke invloed
Dynamisch: aan veranderingen onderhevig (bron 5)
Systeem: Alle onderdelen die met elkaar samenwerking (zie bron 6).
Geofactoren: die acht onderdelen van een landschap die op elkaar inwerken en
samen de processen aan het uiterlijk van het landoppervlak bepalen. Ook wel
landschapsfactoren genoemd.
Als een van deze geofactoren veranderd heeft dat effect op de rest. (Leer ook
Köppensysteem)
De geofactoren zijn zowel biotisch als abiotisch.
Biotische Abiotische geofactoren Meest dominant
geofactoren
Mens, plant, Dier Bodem, Water, lucht, Mens, Ondergrond,
ondergrond en klimaat klimaat
, Een bos als dynamisch systeem:
Voedingstoffen die de bomen nodig hebben worden dankzij voedselkringlopen
continu gerecycled. Voedingstoffen zijn opgeslagen op drie plaatsen: in het leven
organisch materiaal, in het dode organisch materiaal en de zwarte humuslaag in de
bodem.
Bodem: Het bovenste gedeelte van de grond waarin planten wortelen en dat
verkleurd is door bodemvormende processen zoals toevoeging van organisch
materiaal. (Bovenste +/ 1,50 m). Onder de bodem bevindt zich een ondergrond
bestaande uit een grondsoort (zand) en daar onder een diepere ondergrond (graniet,
zandsteen, kalksteen).
Grondsoort: is de losse bedekking laag van de aardkorst. Deze verwerking laag is
meegevoerd door water (fluviaal), water (mariens), wind (eolisch), ijs (glaciaal). Een
daarna gesedimenteerd.
Voorbeelden van grondsoorten
Zand (dekzand) = eolisch afzetting (vroeger N.O wind)
Klei (lutum): rivierklei: fluviatiele afzetting
- Jonge zeeklei: mariene afzetting en oude zeeklei (mariene afzetting)
Zavel: mix van zand + klei
Löss: eolische afzetting na de ijstijd. N.O wind.
Veen:
- Laagveen: moerasplanten onder N.A.P
- Hoogveen: moerasplanten boven N.A.P
Zavel: mengsel van zand + klei. Het zijn de gronddeeltjes met een textuur/
korrelgrootte 2 um tussen 0,002 mm. Het percentage klei kan hierin variëren. Hoe
kleiner het percentage hoe lichter de klei. Het is een antropogene bodem en
uitermate geschikt voor bloembollenteelt.
Geestgronden: mengsel van duinzand en klei.
Verschillende bossen met verschillende bodems:
Bos Zomergroen/ loofwoud Tropisch regenwoud Naaldwoud/ taiga
(beukenbos)
Zone Gematigde zone Tropische zone Boreale zone
Bodem Bruine bosbodem Latosol Podsol
Kleur Bruin Rood Grijs
Uitspoeling: bodemvormend proces waarbij infiltrerend regenwater voedingsstoffen
en bodemmateriaal meeneemt en dieper in de grond weer inspoelt.
Mineralisatie: Het proces waarbij plantenmateriaal wordt afgebroken en omgezet in
voedingstoffen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller av1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.