100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
TOE - Samenvatting + Aantekeningen Experimenteel $5.17   Add to cart

Summary

TOE - Samenvatting + Aantekeningen Experimenteel

 59 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting en hoorcollegeaantekeningen voor TOE experimenteel. Nederlands. Zie eerste pagina voor wat er precies in staat.

Preview 3 out of 19  pages

  • November 12, 2019
  • 19
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Inhoudsopgave
HC E1A....................................................................................................................................................1
Aantekeningen...................................................................................................................................1
Morling 479-495.................................................................................................................................2
HC E1B....................................................................................................................................................3
Aantekeningen...................................................................................................................................3
Field H12, paragraaf 1,2,3,5,9,10........................................................................................................3
Morling H10........................................................................................................................................4
Morling H11........................................................................................................................................5
PE1..........................................................................................................................................................7
Grasple...............................................................................................................................................7
HC E2A....................................................................................................................................................9
Aantekeningen...................................................................................................................................9
Morling.............................................................................................................................................10
HC E2B..................................................................................................................................................11
Aantekeningen.................................................................................................................................11
Morling H12: 351-371.......................................................................................................................11
PE2........................................................................................................................................................13
Grasple.............................................................................................................................................13
HC E3....................................................................................................................................................14
Bayes tutorial....................................................................................................................................17

,HC E1A
Aantekeningen
Within subject design: 1 persoon meerdere keren meten
Between subject design: verschillende leeftijden/groepen
Factoren: categorische variabelen.
Je zoekt een effect bovenop het natuurlijke herstel/maturation. Placebo effect is iets anders dan
natuurlijk herstel. Random indelen!
Quasi-experimenteel Natuurlijke groepen.
Regressie naar het gemiddelde: Als je al bovenaan de score zit, kun je bijna niet anders dan de
volgende meting lager scoren. Of dat iedereen meer hetzelfde wordt.
Plafondeffect: bovenin scoren.
History threat: Gebeurtenis die effect heeft op groep, als het niet random gebeurt.
Vooral bij veldexperimenten.
Observer bias: Als observer wil je graag dat iets werkt, wordt nog lastiger als je ook de onderzoeker
bent. Kan voorkomen worden door dubbel blind onderzoek doen, je weet niet in
welke groep iemand zit. Maar dit is in veldexperimenten niet altijd mogelijk. Enkel
blind: participant weet het niet.
Testing threat: je stelt telkens dezelfde vraag bij meerdere metingen, waar de participant van leert
en dus hoger kan scoren.
Instrumentarian threat: je stelt verschillende vragen om testing threat te voorkomen, maar is
dit dan nog wel hetzelfde?
Demand charateristics: mensen willen graag dat het beter met ze gaat en dus rapporteren ze ook
een verbetering. > daarom langere termijn follow up meting.
Empirische cyclus: Wat wil je weten  hoe denk je dat het zit  hoe ga je onderzoeken of dat
klopt  het onderzoek uitvoeren  wat is het resultaat van je onderzoek  is dat
wat je had verwacht  nieuwe vragen.
Genestheid van de data: groepen mogen niet iets met elkaar gemeen hebben.
Op de y-as kan score staan of verschilscore (toename of afname score)
Interactie-effect: lijnen niet parallel. Effectgrootte verschilt per groep.
2 hoofdeffecten: lijnen parallel, van elkaar af.
1 hoofdeffect: lijnen parallel, horizontaal of over elkaar heen.
Geen van beide: horizontale lijn en over elkaar heen.
Omgekeerd effect: Wel interactie-effect, want niet parallel. Geen hoofdeffect van sekse want als
je ze bij elkaar optelt krijg je een platte lijn. Geen hoofdeffect controle/experimentele. Als je naar 1
van de 2 kijkt, gebeurt er niks. Alleen bij allebei.
A-B design/counter balanced design: twee verschillende pillen, ene groep krijgt eerst pil A dan pil
B. De andere groep krijgt eerst pil B en dan pil A. Als de lijnen verschillen per
groep, maakt de volgorde dus uit.




1

, Morling 479-495
Statistisiche inferentie: gebaseerd op een sample, kijken wat er in de hele populatie verwacht wordt.
Door null hypothesis significance testing (NHST)  t test, F test, Correlatie, Beta.
1. Ervan uit gaan dat er geen effect is  nulhypothese
2. Dataverzameling
3. De kans om die data te krijgen, of extremer, als de nulhypothese waar is.
4. Nulhypothese behouden of verwerpen  verwerpen bij lager dan alpha level

Type 1 fout: nulhypothese verwerpen, terwijl deze waar is en er dus geen effect is.
Voorkomen: Alpha verlagen, minder kans op type I fout.
Type 2 fout: nulhypothese behouden, terwijl deze niet waar is en er dus wel een effect is.
Power: de kans om de nulhypothese te verwerpen als dit ook moet.
Voorkomen:
1. Alpha verhogen, minder kans op type 2 fout.
2. Grotere steekproef, meer power, betere reproduceerbaarheid.
3. Grotere effect size, minder kans op type 2 fout.
Kleiner de effect size  grotere steekproef nodig  type 2 fout voorkomen, nulhypothese
verwerpen.
Niet zeker over effect size  grotere steekproef  minder kans type 2 fout en meer kans om
reproduceerbare resultaten te verkrijgen.
4. Minder niet systematische variabiliteit in de resultaten  minder kans op type 2 fout.
Measurement error (minder precies instrument of codering), niet relevante individuele verschillen,
situation noise (extra bronnen van variabiliteit).

T-test
Of het verschil tussen de gemiddelden van twee groepen statistische significant is.
1. Nulhypothese
2. T test berekenen voor onafhankelijke groepen
Berekening neemt het verschil tussen de gemiddelden, maar ook de variabiliteit binnen elke groep
en het aantal mensen in de groep mee.

Verschil tussen gemiddelden
Standaard deviatie van het verschil
Wortel van n

Verschil tussen de gemiddelden groter  t groter
Variantie (SD2) gemiddelde kleiner  t groter
N groter  t kleiner
3. Kans op dat resultaat of extremer als de nulhypothese waar is.
a) Sampling distribution van t: de kans om de t te krijgen, bij toeval, als de nulhypothese
waar is. Altijd rond de nul. Deze verdeling is breder bij een kleinere steekproef en smaller bij een
grotere steekproef.
b) P-waarde berekenen of de kritieke waarde
4. Nulhypothese verwerpen of behouden  Grotere t, kleinere p

Confidence intervals: een range van resultaten waar waarschijnlijk de echte waarde tussen zit. Als
in deze range geen nul zit, kun je de nulhypothese verwerpen. Een smalle range is preciezer.




2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marionbronsink. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.17. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76449 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.17  4x  sold
  • (0)
  Add to cart