100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
opdrachten inleiding privaatrecht $5.90
Add to cart

Answers

opdrachten inleiding privaatrecht

 33 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

opdrachten inleiding privaatrecht

Preview 4 out of 59  pages

  • November 12, 2019
  • 59
  • 2018/2019
  • Answers
  • Unknown
avatar-seller
Opdrachten privaatrecht.

- Relatie begrippen verbintenis, rechtshandeling en overeenkomst?
Verbintenis is overkoepelende term waar o.a de overeenkomst (aanbod / aanvaarding) in
valt (naast bijvoorbeeld de onrechtmatige daad, zaakwaarneming, onverschuldigde betaling
en ongerechtvaardigde verrijking) waarbij er een rechtshandeling plaatsvindt.

Titel: rede dat het overgaat (overeenkomst)
levering  geven
beschikkingsbevoegdheid.

Taak 1b:

1. Vermogensrecht  overeenkomst  verbintenissenrecht (schenking / overeenkomst) en
goederenrecht (we hebben te maken met een goed). Absoluut recht : eigendom fiets /
relatief recht : overeenkomst.
2. Persoon- en familierecht
3. Persoon- en familierecht?  ja, maar ook vermogensrechtelijk: verbintenis die vloeit voort
uit de wet.
4. Vermogensrecht  verbintenissenrecht.  7a:1777 en 1778. (e wordt geen eigenaar, maar a:17a:1777 en 1778. (e wordt geen eigenaar, maar 7a:1777 en 1778. (e wordt geen eigenaar, maar 7a:1777 en 1778. (e wordt geen eigenaar, maar en 17a:1777 en 1778. (e wordt geen eigenaar, maar 7a:1777 en 1778. (e wordt geen eigenaar, maar 8. (e wordt geen eigenaar, maar
huis blijft van D, dus geen goederenrecht)
GOEDERENRECHTELIJK  titel / levering / beschikkingsbevoegdheid.
5. Vermogensrecht  goederenrecht en verbintenissenrecht.
Goederenrecht: 3:201  vruchtgebruik, soort eigenaar / absoluut recht.
verbintenissenrecht  afspraak gemaakt.
vruchtgebruik vestig je  zelfde manier als wanneer je het zou verkopen  notariële akte.
6. Vermogensrecht  verbintenissenrecht en goederenrecht (overdracht zaak)  titel /
levering / beschikkingsbevoegdheid  geen idee of levering er al is geweest?
verbintenissenrecht  aan 2 mensen betaald en de een was eerder, maar de ander heeft al
betaald  maakt beide niks uit in verbintenissenrecht.
7a:1777 en 1778. (e wordt geen eigenaar, maar . Vermogensrecht  goederenrecht
hypotheek : het is een verbintenis 3:227a:1777 en 1778. (e wordt geen eigenaar, maar
recht van hypotheek  overeenkomst.
je krijgt lening en geeft hypotheek aan bank terug.
hypotheek op een woning vestigen.
Meerdere hypotheken op 1 huis  oudste recht gaat voor.
8. Vermogensrecht  goederenrecht / verbintenissenrecht.
9. Vermogensrecht  goederenrecht  wordt eigenaar van het beeldje (als het niet al zijn klei
was)
10. Immaterieel goed  absoluut. (auteurswet)
11. Bestuursrecht?
12. (onrechtmatige daad)  vermogensrecht – verbintenissenrecht. (degene van wie auto wordt
beschadigd wordt niet minder eigenaar)

Taak 1C – begrippen.

 Objectief vermogensrecht het geldende recht – subjectief vermogensrecht rechten aan
persoon die voortvloeien uit objectief recht.


1

,  Goederenrecht Gesloten: aantal vermogensrechten wettelijk gelimiteerd.
iemands vermogen / met betrekking tot goederen.
Aan wie behoort goed toe en wie mag erover beschikken?
– verbintenissenrecht met betrekking tot verbintenissen.
overeenkomst / schadevergoeding.  aantal soorten overeenkomsten in beginsel onbeperkt
(open)
 Absoluut recht – goederenrechtelijk recht recht dat je ten opzichte van een ieder hebt
(goederenrecht)
 Relatief recht – persoonlijk recht recht dat je ten opzichte van 1 iemand of bepaalde
personen hebt. (vorderingsrecht)
 Subjectief recht aan iemand toegekende bevoegdheid (vanuit objectief recht) –
vorderingsrecht aan actieve zijde (schuldeiser) – rechtsvordering vordering door rechter.
 Zaaksgevolg gaat verder op volgende eigenaar.
 Prioriteitskarakter bij beperkte rechten : oud voor nieuw.
 Regelend recht geldt tenzij aangegeven van niet – aanvullend recht geldt als er niks anders is
geregeld – dwingend recht moet ; kan alleen van worden afgeweken als er in wet in formele
zijn ‘op afwijking van’ staat en toelichting in memorie van toelichting.

Taak 1.2

a. Berts bankrekening blijft van hem
clara’s bankrekening blijft van haar
gemeenschappelijke bankrekening in gemeenschap
Berts maserati blijft van hem
De woning in gemeenschap
De lening voor woning in gemeenschap
Lp’s van bert blijven van hem
Kia Rio blijft in gemeenschap  als het niet volledig uit eigen beurs wordt wel in
gemeenschap.
De vordering valt in de gemeenschap
Verknocht recht  letselschade / been kwijtraakt  alleen bedoeld om iemands verdriet te
verzachten. Bijvoorbeeld smachtengeld.
Bestuur van goederen:
b. Beetje vage vraag. De schulden van Bert niet in de gemeenschap laten vallen. Zijn de
schulden gemaakt na de totstandkoming van de gemeenschap  misschien verrekenbeding.
Ze kunnen wel in de huwelijkse voorwaarden regelen dat het bedrijf altijd op risico van Bert
blijft staan.
uitsluitingsclausule  notariële akte. Zwart op wit zetten dat Clara niet aansprakelijk is voor
schulden uit BV Bert (huwelijkse voorwaarden – kan voor en tijdens huwelijk)

Bijeenkomst 2

Zelfstudievragen:

- Wat houdt het saisine beginsel in?
De erfgenaam volgt de erflater op onder algemene titel, hij krijgt dus zowel de rechten als de
plichten van de erflater. (art 4:182 de ‘saisineregel’). De legataris daarentegen volgt op onder
bijzondere titel, hij verkrijgt in beginsel alleen maar de rechten van de erflater.
- Wat is het verschil tussen verkrijging onder algemene titel en verkrijging onder bijzondere
titel

2

, Algemene titel  rechten en plichten worden mee overgenomen. Onder bijzondere titel 
je neemt alleen de rechten over.
- Wie zijn de wettelijke erfgenamen?
1. echtgenoot / geregistreerd partner en kinderen
2. ouders, broers en zussen + afstammelingen
3. grootouders + afstammelingen
4. overgrootouders + afstammelingen
- Wat zijn de vereisten voor het maken van een testament?
Om een testament te maken moet je verstandelijk vermogen bezitten (3:32 – 34). Je bent
echter vanaf 16 jaar bekwaam om een testament te maken. Iemand die wegens lichamelijke
of geestelijke stoornis onder curatele staat slechts met toestemming van de kantonrechter
een uiterste wilsbeschikking maken (4:55). Iemand die onder curatele staat wegens drank- of
drugs misbruik hoeft deze toestemming niet en mag gewoon een testament opstellen.
- Is het mogelijk om kinderen te onterven?
Ja, zij hebben echter altijd recht op hun legitieme portie, dit is de helft van wat ze zouden
hebben gekregen als er niks geregeld was.
- Wat houdt een legaat in?
Een legataris heeft recht op één of meer bepaalde vermogensbestanddelen (een uiterste
wilsbeschikking waarbij men een vorderingsrecht verkrijgt op een bepaald
vermogensbestanddeel noemt men een legaat).

2.3

- Bert een testament op te laten stellen waarin hij zijn vrouw uitsluit van erving. Er moet
hierbij wel ook rekening worden gehouden met het feit dat er een gezamenlijk vermogen
ontstaat na de trouwerij, ze zouden dus kunnen kiezen voor een koude uitsluiting.
(voor 2018  uitsluitingsclausule, uitgaan van trouwen na 1 jan. 2018 op toets) art 1:94 lid 2
sub a.
Voorrangsregel  uitsluitingsclausule in testament(eenzijdige ongerichte rechtshandeling)
gaat voor huwelijkse voorwaarden.

Eenzijdige rechtshandeling  van een persoon afkomstig en hoeft niet te worden
geaccepteerd.
Opstellen testament: ongericht, want komt tot stand als testament wordt opgesteld. Dus
hoeft niet te worden bereikt.

2.4

- Frits kan het schaakspel vorderen na het overlijden van Piet. (legaat)
1. echtgenoot / geregistreerd partner en kinderen
2. ouders, broers en zussen + afstammelingen
3. grootouders + afstammelingen
4. overgrootouders + afstammelingen
4:10 lid 1 sub c jo. 4:10 lid 2 jo. 4:12 jo. 4:11 lid 1.
Saldo: Oom 1 krijgt 1/3e , oom 2 1/3e , zus zou 1/3e krijgen, maar omdat zij niet meer leeft
krijgen beide kinderen 1/6e.
3:80 lid 2  verkrijging erfopvolging algemene titel.
4:182  rechten en schulden.



3

, Schilderijen waarde 1: 500 2: 500 3: 800
oom 1 krijgt 1+2 en oom 2 krijgt 3. Eigenlijk verdeling 3x 600  dus oom 1 en oom 2 moeten
400 en 200 euro betalen en dat verdelen aan de 2 kinderen 300/300.
3:166 jo. 3:186  wanneer gaat schilderij over  na levering.
3:186  lid 2  meteen na overlijden worden ze eigenaar. Eigendomsverkrijging is dus met
terugwerkende kracht.

Frits is de legataris. 4:117a:1777 en 1778. (e wordt geen eigenaar, maar jo. 3:80 jo. 4:182 lid 1.
frits heft vorderingsrecht jegens erfgenamen 4:182 lid 2 (schuld)
In begin ooms en neef en nicht eigenaar en pas na de levering eigenaar.

3:80 Lid 2: erfopvolging en boedelmenging.
3:84  vereisten overdracht.

- Geldige titel  4:117a:1777 en 1778. (e wordt geen eigenaar, maar  legaat
- Levering 3:90
- Beschikkingsbevoegd.

Vereisten testament:

Hier zal sprake zijn van plaatsvervanging.  dus 2 broers en zus van vader erven dan (omdat zus nog
leeft, erven de kinderen niet).

2.5

- Kinderen erven dit (als ze het aanvaarden).
380 lid 2
4:42  4:94 e.v.  testament.
4:182 lid 1  overgang rechten.
- (Ten opzichte van Buurman Jansen  hij is nog steeds de eigenaar dus heeft recht op zijn
spullen. De Lening van de bank moet worden terug betaald als de erfenis wordt aanvaardt.
Robert kan nog afzien van de erfenis als hij niet van de schulden wist en er ook niet van
hoefde te weten.)
7a:1777 en 1778. (e wordt geen eigenaar, maar 50.000 schulden. Ook weer 2/3e voor Robert 500k en 1/3e voor juliette 250.000.
4:182 lid 2.  schulden.
Aanvaarden erfenis: 4:190 e.v.
Beneficiair aanvaarden  niet aansprakelijk in privé vermogen.
4:191  afleggen verklaring.
Als je iets verkoopt van ‘erfenis’  wordt uitgegaan van zuiver aanvaarden.

Julliette  de 210k van huis inleveren, omdat er meer schulden zijn. Niet uit privé vermogen
betalen.
Robert moet uit eigen vermogen betalen  194a niet van toepassing, want staat genoteerd
in registers.

Buurman kan goederen revindiceren (5:2)  4:182 lid 1  erfgenamen zijn houder.

2.6

- Esther legitieme portie : 300k / 5 = 60k  helft is 30k
27a:1777 en 1778. (e wordt geen eigenaar, maar 0k over / 4 = 67a:1777 en 1778. (e wordt geen eigenaar, maar .5k p.p.

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gekkevogel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52928 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added