100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting H12 machtsverhoudingen in de wereld $4.27
Add to cart

Summary

Samenvatting H12 machtsverhoudingen in de wereld

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

In dit document vind je alles wat je nodig hebt om Hoofstuk 12 te leren, inclusief kernconcepten

Preview 2 out of 10  pages

  • No
  • Hoofstuk 12
  • September 1, 2024
  • 10
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
12.1: machtsverhoudingen in de wereld
 Nederland is vanwege onder andere grote handelsbelangen van oudsher sterk op het buitenland
georiënteerd
 Dit zie je aan deelname van verdragen en organisatie zoals: EU, NAVO en VN
 De internationale rechtsorde is opgenomen in artikel 90 van de Grondwet
 Dit zie je terug in het Gerechtshof van de VN in Den Haag
 Artikel 90: de regering bevordert de ontwikkeling van de internationale
rechtsorde
 Het Nederlandse buitenlandbeleid wordt gekenmerkt door de dominee en de koopman
 Dominee: nadruk op het belang van mensenrechten en democratische waarden
 Koopman: de Nederlandse handelsbelangen
 Oriëntatie van Nederland op het buitenland was decennialang Atlantisch, Europees en
multilateraal maar daar komt steeds meer kritiek op
 Multilateraal: samenwerking tussen meer dan 2 staten
 Nederland levert graag haar bijdrage aan internationale vredesmissies en wil zo
meepraten, meedenken en meebetalen aan collectieve acties
 De dominee en de koopman profiteren ook van elkaar: beide zijn uit op
internationale rechtsorde
 Omdat de koopman contacten heeft gelegd, kan de dominee iets zeggen.
En als de dominee heeft gezorgd voor meer rust en veiligheid, kan de
koopman gaan handelen

 Na WOI en WOII werd internationale samenwerking opgezet om interstatelijke conflicten te
voorkomen:
 Het sluiten van allianties en samenwerkingsverbanden (EU en NAVO)
 Stimuleren van internationale samenwerkingen (bedrijven een NGO)
 Veel staten hebben verdragen getekend die hun soevereiniteit inperkt:
1. Vluchtelingenverdrag 1951
2. Rechtsgeschillen kunnen beslist worden door een besluit van het Internationaal
Gerechtshof in Den Haag
 Internationale Gerechtshof (IG): organisatie van de VN die gerechtelijke
uitspraken doen over conflicten tussen staten.
 Bestaat uit 5 permante leden van de Veiligheidsraad die altijd een rechter
mogen leveren
3. Internationaal Strafhof met als doel vervolging van personen die verdacht worden van
misdaden tegen de menselijkheid
 Behoort niet tot de VN, maar veel staten zijn lid
o Onthoud dat bij de IG en Internationaal Strafhof sprake is van
machtige staten die zich makkelijker kunnen verzetten
4. Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM): verklaring van staten dat
vrijheid een gelijkheid belangrijke waarden zijn
 wel gezaghebbend maar juridische gezien niet bindend + niet elke staat heeft de
verklaring ondertekent
5. Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM): een verdrag voor de rechten van
de mens, een individu kan zich hierop beroepen
 Het verdrag is bindend, maar individu heeft toch weinig invloed op overheden
 De soevereiniteit van de staten word beperkt door:

, 1. De rechten van de mens
2. Internationale organisaties
3. Het internationaal recht



12.2: politiek, beleid en instituties
 Bilateraal: samenwerking tussen twee landen
 Multilateraal: samenwerking tussen meer dan twee landen
 Non-gouvernementele organisaties: samenwerking tussen niet-statelijke actoren
 VB: Greenpeace, Artsen zonder Grenzen, Unicef
 Intergouvernementele samenwerking: samenwerking tussen staten, hierbij behouden de staten
hun soevereiniteit
 Supranationale samenwerking: staten staan een deel van hun autonomie en soevereiniteit af
aan een bovenstatelijk orgaan dat beslissingen mag doen namens de lidstaten
 Er zijn verschillende vormen van besluitvorming bij samenwerking:
 Unanimiteit: een besluit wordt alleen aangenomen als alle actoren voor zijn. Iedereen heeft
dus een veto
 ‘Gewone’ meerderheid: een besluit wordt alleen aangenomen als er een meerderheid voor
is. Dat kan tweedere meerderheid zijn of de helft plus 1
 Gekwalificeerde meerderheid: een besluit wordt alleen aangenomen al er een meerderheid
voor is en die meerderheid ook aan bepaalde eisen en kwalificaties voldoet
 Samenwerking: Het proces waarin individuen, groepen en staten relaties vormen om
hun handelen op elkaar af te stemmen voor een gemeenschappelijk doel
 Enkele belangrijke internationale organisaties zijn het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de
Wereldbank en de Wereldhandelsorganisatie (WTO)
 Dit zijn multilaterale vormen van intergouvernementele samenwerking
 Landen kunnen daar nog wel bilaterale of multilaterale handelsafspraken overheen leggen
 Een voorbeeld hiervan is de EU

De Verenigde Naties:
 Bijna alle landen van de wereld werken samen in de VN op het gebied van internationaal recht,
mondiale veiligheid, bevorderen van mensenrechten, de ontwikkeling van de wereldeconomie en
onderzoek naar maatschappelijke en culturele ontwikkelingen
 De VN heeft wel gezag, maar weinig macht omdat de lidstaten onafhankelijk en soeverein zijn
 Gezag: macht die als legitiem beschouwd wordt
 Macht: het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te
bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te perken of te vergroten
 Lidstaten zijn niet gelijkwaardig: ze verschillen in rijkdom, militaire macht, status en invloed en
dat maakt staten machtiger of juist niet
 De VN bestaat uit 2 onderdelen waar belangrijke beslissingen worden genomen:
1. Algemene vergadering: bestaat uit alle lidstaten van de VN en kan resoluties aannemen
resoluties zijn niet bindend voor lidstaten
2. VN-Veiligheidsraad: kan wel resoluties afdwingen
bestaat uit 15 leden (5 permanente leden: VS, GB, RUS, FR + CHINA en
dfdff10 gekozen leden)
kan bindende sancties opleggen (zoals een boycot)
 Er is sprake van representatie, maar de mening zijn verdeeld over de representativiteit

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jetskevandermeer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.27
  • (0)
Add to cart
Added