Aantekeningen van de hoorcolleges, gegeven door prof. mr. Bartels, in het kader van Burgerlijk recht 1 (goederenrecht). Het betreft de aantekeningen van week 1 tot en met 13.
Inhoudsopgave
MAANDAG 9 SEPTEMBER 2019...................................................................................................................... 2
WOENSDAG 11 SEPTEMBER 2019................................................................................................................... 5
MAANDAG 16 SEPTEMBER 2019.................................................................................................................... 7
WOENSDAG 18 SEPTEMBER 2019................................................................................................................... 9
MAANDAG 23 SEPTEMBER 2019................................................................................................................... 11
WOENSDAG 25 SEPTEMBER 2019................................................................................................................. 15
MAANDAG 30 SEPTEMBER 2019................................................................................................................... 17
WOENSDAG 2 OKTOBER 2019...................................................................................................................... 20
MAANDAG 7 OKTOBER 2019........................................................................................................................ 23
WOENSDAG 9 OKTOBER 2019...................................................................................................................... 26
MAANDAG 21 OKTOBER 2019...................................................................................................................... 28
WOENSDAG 23 OKTOBER 2019.................................................................................................................... 31
MAANDAG 28 OKTOBER 2019...................................................................................................................... 34
MAANDAG 4 NOVEMBER 2019..................................................................................................................... 36
WOENSDAG 6 NOVEMBER 2019................................................................................................................... 38
MAANDAG 11 NOVEMBER 2019................................................................................................................... 40
WOENSDAG 13 NOVEMBER 2019................................................................................................................. 43
MAANDAG 18 NOVEMBER 2019................................................................................................................... 45
WOENSDAG 20 NOVEMBER 2019................................................................................................................. 48
MAANDAG 25 NOVEMBER 2019................................................................................................................... 51
WOENSDAG 27 NOVEMBER 2019................................................................................................................. 54
MAANDAG 2 DECEMBER 2019...................................................................................................................... 56
WOENSDAG 4 DECEMBER 2019.................................................................................................................... 57
MAANDAG 9 DECEMBER 2019 RESPONSIECOLLEGE......................................................................................60
,Maandag 9 september 2019
Het goederenrecht is technisch en zit systematisch in elkaar. Als je het eenmaal snapt, dan snap je
het. Het kwartje moet gaan vallen.
Het arrest tussen verbintenissenrecht en goederenrecht = Blaauboer / Berlips. Je verkoopt een deel
van het perceel aan een ander waarin wordt afgesproken dat er een weg wordt aangelegd op het
verkochte perceel. Daarin heeft de Hoge Raad het verschil aangestipt tussen goederenrechtelijke
verbintenissen en verbintenisrechtelijke verbintenis.
Goederen = art. 3:1 BW. Zijn alle zaken en vermogensrechten. Is iets geen goed, dan is het
goederenrecht niet van toepassing. Dat maakt uit als jij eigenaar wilt zijn of ergens een beperkt recht
op kan worden gevestigd.
Zaken = art. 3:2 BW: stoffelijke objecten die voor menselijke beheersing vatbaar zijn.
- Stoffelijk = kan je het aanraken?
- Menselijke beheersing vatbaar = kan je beheren en beheersen.
Niet van belang is van die zaak is, om het als zaak te kunnen aanmerken. Een nier is ook een zaak.
Vermogensrechten = art. 3:6 BW: rechten die overdraagbaar zijn of er toe strekken de rechthebbende
stoffelijk voordeel te verschaffen, ofwel verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld
stoffelijke voordeel. Ook beperkte rechten zijn vermogensrechten. Ook niet overdraagbare
vorderingen zijn vermogensrechten.
Assurantieportefeuille = samenstel van assurantiën is volgens de AG niet voor overdraagbaar vatbaar
als goed.
Art. 3:3 BW: het onderscheid tussen roerend en onroerend. Het sluit niks uit. Het eerste lid bepaalt
onroerende zaken. Lid 2 bepaalt dat alles wat niet onroerende is, roerende is.
- Het arrest dat daarbij hoort is Portacabin.
o Je kijkt of de vereniging duurzaam is: daarvoor is de verkeersopvatting en de
bedoeling van de bouwer voor van belang.
o Wat is dan duurzaam:
Aard en inrichting, of het gebouw bestemd is naar aard en inrichting bestemd
is om duurzaam ter plaatse te blijven = het bestemmingscriterium.
Daarvoor moet je kijken naar de bedoelingen van de bouwer, voor zover die
naar buiten toe kenbaar zijn gemaakt.
Daarvoor helpt de verkeersopvatting, maar is het geen zelfstandige
maatstaf.
Arresten met betrekking tot vereniging: woonark en havenkraan.
Art 3:4 BW: bestanddelen/zaakseenheid. Iets kan zodanig aan elkaar worden verbonden, dat het een
zaak is geworden (lid 2), of dat iets naar verkeersopvatting een zaak is (lid 1).
- Depex/curatoren is hiervoor een belangrijk arrest.
,Als je een zaklamp koopt, zij de batterijen dan bestanddeel van die zaklamp? Bij een elektrische
tandenborstel is duidelijk zo, aangezien die is ingebouwd. Het hangt sterk af van het apparaat dat je
koopt. Is de olie of benzine in een auto een bestanddeel van die auto. Om dergelijke vragen te
beantwoorden zijn de maatstaven uit de arresten erg belangrijk.
Registergoederen:
- Vliegtuig;
o Niet alle vliegtuigen en schepen zijn registergoederen, alleen als ze te boek zijn
gesteld.
- Perceel grond;
- Pandrecht dat wordt geregistreerd is geen registergoed;
o Belastingdienst registreert alleen de datum van binnenkomst, niet de inhoud.
- Hypotheekrecht op een registergoed is wel een registergoed.
Art. 3:8: beperkte rechten:
- Pand;
- Hypotheek;
- Vruchtgebruik;
- Opstalrecht;
- Erfpacht;
- Erfdienstbaarheid.
De boek 3 en boek 5 beperkte rechten onderscheiden zich door hetgeen waar het op is gevestigd.
Boek 3 beperkte rechten kunnen op goederen worden gevestigd. Boek 5 beperkte rechten kunnen
worden gevestigd op alleen onroerende zaken.
Het verschil tussen zaaksgevolg en afhankelijkheid:
- Afhankelijk recht: art. 3:7 BW: recht is zodanig verbonden aan een ander recht, dat het niet
zonder dat recht kan bestaan. Hier wordt niet gedoeld op het moederrecht. Afhankelijke
rechten zijn niet afhankelijk van het moederrecht.
- Pand, hypotheek en erfdienstbaarheid zijn afhankelijke rechten.
- Het recht van hypotheek is niet afhankelijk van het eigendomsrecht (het moederrecht), maar
de van geldvordering die de bank heeft op de koper van de grond, daar is dus het
hypotheekrecht afhankelijk van. Want wordt de vordering voldaan, dan vervalt ook het
hypotheekrecht.
- Bij erfdienstbaarheid geldt zowel zaaksgevolg als afhankelijkheid. Ten laste van welk erf is de
erfdienstbaarheid gevestigd, het dienende erf is bezwaard (hij geeft een deel van zijn
genotsrechten af aan een ander). Eigenaar van het heersende erf, mag over dat andere erf
heen lopen, dat is een afhankelijk recht van zijn eigendomsrecht. Hij mag alleen daarover
heen lopen, als hij eigenaar is van het naburige erf. Dus als hij zijn grond verkoopt, verkoopt
hij dat recht mee.
- Zaaksgevolg houdt in dat het beperkte recht op het bezwaarde goed blijft rusten.
- afhankelijke rechten worden steeds uitgeoefend door dezelfde rechthebbende als het recht
waarvan zij afhankelijk zijn en gaan dus ook mee over op iedere nieuwe rechthebbende.
Erfdienstbaarheid geeft het recht om op het erf van de buurman te lopen, is afhankelijk ten
aanzien van de eigendom van het erf van de gerechtigde, het heersende erf. Het gaat met de
eigendom van het heersende erf over op een nieuwe eigenaar. De passieve kant – de last –
die de buurman heeft met het lopen van een ander over zijn erf, heeft niet met het afhankelijke
karakter te maken, maar is een gevolg van het absolute karakter van de erfdienstbaarheid: het
werkt tegen opvolgende verkrijgers van de zaak waarop het rust.
- Afhankelijke rechten kunnen dus niet een eigen bestaan leiden, zij zijn afhankelijk van hun
hoofdrechten; zij volgen automatisch het recht waaraan zij zijn verbonden (art. 3:82) en
kunnen niet gescheiden worden van dat recht. Zij kunnen nooit een andere gerechtigde
hebben dan het hoofdrecht.
Overdraagbaarheid van goederen, is iets niet overdraagbaar, dan kom je ook niet aan de toets van
art. 3:84 BW. Voor overdracht is:
- Geldige titel;
- Beschikkingsbevoegdheid;
- Geldige levering.
,Om te bepalen hoe je iets moet leveren is het van belang om te weten of een zaak onroerend of
roerend is.
Levering brevi manu: art. 3:115 sub b BW
Levering longa manu: art. 3:115 sub c BW
Levering cp: art. 3:115 sub a BW.
Bij verlengd cp levering is er een extra derde in het spel. Bij longa manu is een mededeling aan die
derde vereist, dat is bij de verlengd cp niet nodig. Zie hierover Pitlo.
Als je iets steelt dan ben je bezitter, een houder heeft de positie om het terug te geven. Bezitter moet
het voor zichzelf houden, een houder houdt het voor een ander.
Kan een houder cp leveren? Nee, dat kan niet. Het interversieverbod. Als ik mezelf niet van houder tot
bezitter kan maken, dan kan ik mezelf ook niet houder voor iemand anders maken.
Stel dat iemand failliet is, wat doet dat met de overdracht. Iemand die failliet is, is niet meer
beschikkingsbevoegd, maar nog wel eigenaar (art. 23 Faillissementswet).
Ben je eigenaar, dan ben je beschikkingsbevoegd, anders dan bij faillissement.
De beschikkingsonbevoegdheid kan worden gered door de derdenbescherming (art. 3:86 BW).
Er is altijd een verhouding dat er een iets kwijt raakt en een ander verkrijgt iets.
Art. 3:86 geldt voor roerende zaken, niet-registergoed en rechten aan toonder of order.
Art. 3:88 geldt voor goederen die registergoed zijn en waarop art. 3:86 niet op ziet.
Faillissement is het beslag op het gehele vermogen van de schuldenaar. Eigenaar is nog steeds
eigenaar. De curator neemt het beheer en beschikking van de boedel over. De bedoeling is om niks
uit dat vermogen te laten gaan, maar juist om er meer in te krijgen en daarna te kunnen verdelen.
Alle schuldeisers hebben een gelijke positie; de paritas creditorum.
De volgorde waarop goederenrechtelijke rechten worden gevestigd, dan geldt de regel dat oudere
rechten voor nieuwe rechten gaan.
, Woensdag 11 september 2019
Het onderscheid tussen roerend en onroerend is van belang om te bepalen op welke manier er
geleverd moet worden. Onroerend dient met een notariële akte te worden geleverd, en die dient te
worden ingeschreven in openbare registers. Roerend kan worden geleverd door middel van
bezitsverschaffing. Ook huurbescherming zou eventueel niet gelden indien een woning een roerende
zaak is (art. 7:232 BW). Maar denk ook aan art. 7:2 BW, de koop van een woning.
Eigenaar van de grond is eigenaar van alles wat daarop staat en onroerend is, tenzij er een
uitzondering van toepassing is.
Bij natrekking moet het gaan om een gebouw of een werk. Gebouw is een ruimte, overdekt en met
muren en ramen etc. Werk is iets dat door mensen tot stand is gebracht, met enige stabiliteit.
Stappenplan:
- Gebouw of een werk?
- Vereniging (direct (art. 3:4 BW) of indirect (art. 5:20 lid 1 sub e BW))? (voortdurend contact of
op de een of andere manier aan de grond komt):
o Niet (drijvende objecten);
o Rechtstreeks;
o Via andere gebouwen of werken;
- Is die vereniging duurzaam?
o Iets moet naar aard en inrichting voor die plek bestemd is;
o Of de bedoelingen naar de bouwer, zover naar buiten toe kenbaar, zijn om de zaak
daar te laten staan;
o Of het technisch mogelijk is om een zaak te verplaatsen doet er niet toe (HR );
Als het altijd drijft is het roerend (drijven – schip/boot – roerend).
Op het moment dat je een huis op wielen zet, is deze niet meer met de grond verenigd, in elk geval
niet meer duurzaam, reden waarom deze roerend is.
HR Portacabin: niet alle portacabins zijn onroerend, het ligt puur aan de feiten en omstandigheden.
Vindt een derde dat het gebouwd is om duurzaam ter plaatse te zijn of niet.
Als iets beweegt zijn er twee wegen om de zaak als onroerende te bestempelen:
- Natrekking (art. 3:4 BW);
o Is iets een bestanddeel van een gebouw.
o Als het een bestanddeel is, is het direct met de grond verenigd. Via
bestanddeelvorming directe vereniging.
o Arrest Depex/curatoren.
Is de ene zaak niet los van de andere zaak te gebruiken. Het apparaat dat
verenigd is met het gebouw, dat vervolgens weer duurzaam met de grond is
verenigd (indirecte vereniging o.g.v. art. 5:20 BW).
o Lid 2:
Maak je een bestanddeel los, breng je dan beschadiging van betekenis
achter? Ja, dan is het een bestanddeel. Nee, dan is het geen bestanddeel en
dus een roerende zaak.
o Lid 1:
Is iets volgens de verkeersopvatting een onroerende zaak, en dus een
bestanddeel.
- Vereniging met een ander gebouw of werk (art. 5:20 BW);
o Het is dan geen bestanddeel, maar kan toch als onroerend worden aangemerkt.
o Indirecte vereniging
o Warmtekas-arrest (warmtepomp in een kas is bestemd om daar duurzaam ter plaatse
te blijven). Dan is er sprake van indirecte vereniging.
Wisseldeuren (deuren tijdens de bouw, in plaats van de definitieve deuren), zijn die roerend of
onroerend. Een huis zonder deuren is niet af, dus de deuren zijn onroerend. Op de deur staat groot
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rurechtenstudent1996. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.75. You're not tied to anything after your purchase.