- Verdeeldheid: zeer omstreden binnen sociale wetenschappen.
- Consensus: strikt beschrijvend cultuurbegrip.
→ Geen ruimte voor evaluatieve of humanistische cultuurbegrip.
→ ‘Cultuur’ lijkt te worden beperkt tot ‘hoge cultuur’ (kunst, letteren), omdat dit het beste in de
mens naar boven zou halen + afkeer van commerciële massacultuur meer mens worden
door kunstparticipatie.
- Twee grote hoofdlijnen in cultuur (resp. H6 en H7):
→ Cultuur als gedachtegoed (Durkheim).
→ Cultuur als betekenisgeving (Weber) Marx zweeft tussen deze 2 in.
Het mentalistisch cultuurbegrip van Durkheim:
Dominante sociologische benadering van cultuur is durkheimiaans.
- Kern van iedere cultuur = collectief gedeeld geheel van opvattingen, voorstellingen of
representaties.
- Durkheim zelf gebruikte bijna nooit term cultuur; versmelting van collectief bewustzijn en cultuur
kwam vooral door Angelsaksische antropologie en Parsons.
- Bij versmelting hiervan ging wel belangrijke component van (volgens) Durkheim verloren: wij-
gevoelens, gemeenschappelijke emoties. Belangrijk voor affectieve saamhorigheid en dus ook
geordend functioneren en sociale integratie van/in samenleving.
→ Volle gewicht komt op de ‘ideeënkant’ te liggen, affectieve deel gaat verloren.
Gevolg: ontstaan van mentalistisch cultuurbegrip.
- Mentalistisch cultuurbegrip: cultuur als mentaal (ideëel) iets, want het gaat om gedeelde
opvattingen of gedachten.
→ Cultuur als geheel van gedeelde opvattingen stelt sociaal verband gelijk met daarbinnen
gedeelde gedachtegoed algemene mentaliteit. (Vb. jongerenmentaliteit, katholieke
mentaliteit, …)
- Bijzonderheden:
∆ Directe vgl. tussen mentale gedachteruimte van individu en daarboven uitstijgende dimensie
van gemeenschappelijke ideeën.
∆ Cultuur als sociaal feit: bovenindividueel, voorgegeven en dwingend cultuur staat op
zichzelf; we mogen spreken van ‘leden van een cultuur’.
- Binnen cultuur zijn er 3 grote soorten opvattingen: overtuigingen, waarden, normen.
Opvattingen binnen cultuur: overtuigingen, waarden en normen:
1. Overtuigingen:
Overtuigingen = voorstellingen die zeggen hoe de wereld in elkaar zit. Het gaat dus om definities van
de werkelijkheid of opvattingen over wat is die zowel op de natuurlijke als de sociale of de individuele
werkelijkheid slaan.
, - Symboliseert moderniteit (vroeger: aardse vs. goddelijke ↔ nu onderscheid tussen sociaal en
individueel, intiem).
- Overtuiging van individuen als autonome wezens modern individualisme, egocentrisch
maatschappijbeeld.
→ Kleurt de sociale omgang.
→ Veronderstelling dat anderen steeds een eigen mening hebben, veronderstelling dat anderen
zelfstandig nadenken bij belangrijke beslissingen.
- Sterke afkeer van culturen die individuele ontplooiing verhinderen.
→ Religieus fundamentalisme, sektes.
→ Vb. positie van de vrouw in islamitische gemeenschappen.
- Basisovertuigingen van een cultuur als waar beleefd; leden overtuigd van overeenstemming met
realiteit.
2. Waarden:
Waarden= opvattingen over het wenselijke, over wat moet en nastrevenswaardig is in het licht van
overtuigingen.
→ Wie bv. gelooft in God zal naar deze waarden handelen.
Authenticiteitsethos: vandaag de dag is het goed en wenselijk om eigen individualiteit ten volle te
ontwikkelen.
Connectie met de sociologische figuren:
- Weber: waarden als individuele handelingsmotieven.
- Waarden als belang voor het sociale:
→ Durkheim: morele opvattingen (waarden) belangrijk voor sociale integratie en solidariteit.
→ Parsons: waarden als verwachtingen die binnen sociaal systeem voor ordening zorgen.
3. Normen:
Normen= opvattingen die zeggen hoe het hoort, concrete gedragsregels en handelingsvoorschriften.
- Formeel (niet inbreken, geen drugdealen, belastingen betalen)
- Informeel (studeren en dan pas gaan werken, trouwen en dan pas kinderen krijgen)
- Weerspiegelt collectief gedeelde karakter van overtuigingen, waarden en normen.
Samenhang: overtuigingen bepalen waarden (abstract), die in normen geconcretiseerd worden.
Het vrije individu:
Binnen modern-westerse cultuur dominante voorstelling van individu als vrij en zelfbewust wezen;
volgens Durkheim 2 mogelijke interpretaties:
- Homo economicus: mens als egoïstisch individu dat zo efficiënt mogelijk eigenbelang nastreeft.
- Moreel individualisme: mens is meer dan som van bewustzijn en lichaam, bezit ook nog
quasiheilige ziel ieder persoon is per definitie sociaal wenselijk.
Als persoon is ieder individu een waardevol wezen en daarom letterlijk sociaal wenselijk. Daarom het
absolute recht: ook in oorlogssituaties, universele mensenrechten (moreel individualisme vertaald in
een reeks basisrechten).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shirintorobche. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.30. You're not tied to anything after your purchase.