Westerse Architectuur en Beeldende Kunst voor 1300
college 7: 5/10: Van een andere orde, monastieke architectuur en kunst
In dit college staan de belangrijkste middeleeuwse kloosterordes centraal: de benedictijnen,
cluniacenzers en cisterciënzers. Aan de orde komt welke impact de door deze ordes gehanteerde
regels hadden op de kunst in de kloosters en op de architectuur.
In de eerste helft van de twaalfde eeuw zetten zowel Bernard van Clairvaux als Suger van Saint-Denis
hun visie over kerkelijke kunst op papier.
Meeste kloosters volgen de Benedictijnse orde. De Benedictijnen
hebben niet echt regels en orde. Kan iedereen er zelf iets van
maken. Hierdoor krijg je groepering die striktere regels wilden
volgen en hervormen.
DE CLUNIACENZERS
De belangrijkste van de 10de-eeuwse benedictijner
hervormingen was die van Cluny (Bourgondië).
Cluny was in 909 gesticht door Willem de Vrome, hertog van
Aquitanië onder de bescherming van de paus in Rome – vrije
abtskeuze - vrijgemaakt van bisschoppelijke macht – kon ieder
iedere hervormingsgezinde monnik uit een ander klooster
opnemen.
Bloeitijd cluniacenzerkloosters 11de/ 12de eeuw
Verspreiding van de orde van Cluny (kaart)
Cluny adellijk van karakter (adellijke families en machtige personen)
• Naast gewone taken intellectuele activiteiten – veel monniken maar de meesters waren
priesters
• Veel aandacht voor de liturgie – groots en overweldigend
• Heel veel Heiligenverering
Fig: Consecratie van het hoogaltaar van
Cluny III door paus Urbanus II, 25 oktober
1095.
Eén van de weinige die bewaard is
gebleven.
Achtergrond met goud (kostbaar), veel
kleuren.
, De enorme groei die Cluny doormaakte uitte zich onder meer in de bouw van drie opeenvolgende
abdijkerken. De Cluny III is belangrijkst hier.
Bouw Cluny III in 1088 begonnen, bekend is dat de
het hoogaltaar en vier koorkapellen op 25 oktober
1095 door paus Urbanus II werden ingewijd.
In 1109 werd abt Hugo (plaatje boven links) in het
koor begraven.
Het schip was rond 1120 gereed, maar in 1125
stortten de gewelven daarin en moest er herbouwd
worden.
In 1130 volgde de eindconsecratie door paus
Innocentius II.
De narthex werd daarna nog gebouwd en deze bouw
ging vrij langzaam.
De eerste traveeën waren weliswaar in 1131 klaar, de
torens werden echter pas rond 1225 voltooid.
Helaas is er weinig van over, want het gebouw werd na de Franse Revolutie grotendeels gesloopt; ten
laatste nog het koor in 1823. Van de enorme abdijkerk is alleen de zuidelijke transeptarm tot op volle
hoogte bewaard (rode gedeelte).
In de in 1088 begonnen en pas in 1225 geheel voltooide de derde abdijkerk was zeer rijk gedecoreerd
en enorm groot; de totale lengte bedroeg c. 187m; de kerk was 30 meter hoog.
Achthoekige onderkant met trompen en gebruikgemaakt vn spitsbogen.
Redenen voor de enorme omvang van Cluny
1. Groei aantal monniken. In 1042à 47; in 1085à 200, en in 1109à 300.
2. Alternatieve altaar plekken nodig meer ruimte nodig. Cluny gericht op statige liturgie – klooster
voor hoge adel – veel processies – voor de altaren moest ruimte worden gemaakt. Niet handig om
allerlei altaren te hebben in de zijbeuken en schipà betekend dat er ergens anders moet.
3. Cluny trok veel bezoekers – leken en monniken moesten gescheiden worden - meeste altaren in
oosten kerk, waar de leek geen of alleen beperkte toegang had. (in de transepten)
4. Verder was Cluny een intellectuele orde. Veel monniken waren tevens priester. Een priester moest
minstens eenmaal per dag de mis lezen: na zonsopgang en voor het middaguur. Maar juist in die tijd
was de monnik druk bezet met allerlei verplichte nummers. Tussen zonsopgang en het middaguur
vielen terts, ochtendmis, hoogmis en kapittelvergadering. Zo was er weinig tijd voor de priester mis,
zeker niet als er veel gegadigden waren. Wilde iedereen toch binnen de verplichte tijd aan de beurt
komen, dan waren er veel altaren nodig, zeker gezien er per dag op één en hetzelfde altaar niet
meer dan drie missen gelezen mochten
worden. Een altaar was meestal op het
oosten gericht. Vandaar de dubbele
transeptarmen.
Fig. Pilaren en kapitelen die waarschijnlijk
zijn meegenomen vanuit Rome.
Kapitelen hebben teksten erop met
gregoriaanse liederen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ndww. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.55. You're not tied to anything after your purchase.