Dit is de volledige leerstof voor de kennistoets en PA van jaar 1, blok 1 van de opleiding Fysiotherapie (jaar 2019/2020) te Hogeschool Rotterdam.
Op de eerste pagina/ inleiding zie je een overzicht wat er in dit document staat en verwacht wordt op de toets. Dit blok gaat over de onderste extremite...
Leerstof jaar 1 blok 1 & uitwerking PA | Onderste extremiteit (volgens toetsmatrijs)
De stof wordt gevraagd bij; Kennistoets PA PA als kennistoets
Inhoudelijk
● De uitgangspunten (grondslagen) van fysiotherapeutische hulpverlening
● Kinesiologische begrippen en kaders (van osteokinematische bewegingen)
○ Anatomische stand
○ Vlakken en assen
● Anatomie en fysiologie van organen en orgaanstelsels m.b.t. beweging (onderste extremiteit)
○ Gewrichten van de onderste extremiteit
○ Musculatuur van de onderste extremiteit (origo, insertie en functie)
● Lokaliseren van ‘bony landmarks’ en grote musculatuur m.b.t. de onderste extremiteit
○ PA onderdeel 2: Oriëntatie op bewegen of lokalisatie van betrokken structuren vanuit
kinesiologische kaders
● Tactiele/ palpatie vaardigheden bij het maken van contact
● De effecten van bewegen (bij jezelf en anderen)
● De effecten van activiteit en inactiviteit op het menselijk lichaam
● Toepassen van verschillende technieken om mensen in beweging te krijgen/ helpen
○ PA onderdeel 3; Doelmatige beweeg instructie
● Toepassen van communicatieve vaardigheden over de gezondheidstoestand van een cliënt
○ PA onderdeel 1; Ontmoetingsgesprek
● Terminologie
○ Anatomische stand
○ Spieren en pezen
○ Osteologie
○ Bewegingsrichtingen
Onderdelen/ sub criteria PA
Onderdeel 1; Ontmoetingsgesprek
Sub criteria;
● Inzet basishouding & basisvaardigheden
● Gebruik van spinnenwebmodel → je laat in het gesprek zien dat je waarneemt en
interpreteert, passend non-verbaal gedrag toont, principes en aspecten van goed
luistergedrag inzet.
○ Aandachtspunten: goed waarnemen, interpretatie fouten zo veel mogelijk voorkomen,
aansluiten qua taal, respect, acceptatie zonder oordeel, aanmoedigen, verduidelijken,
doorvragen, samenvatten, stiltes
Onderdeel 2; Oriëntatie op bewegen of lokalisatie van betrokken structuren vanuit kinesiologische
kaders
Sub criteria;
● Hanteren kinesiologische begrippen en kaders
● Lokaliseren anatomische structuren onderste extremiteit ‘in vivo’
● Beoordelen mobiliteit (middels *A(ROM) van heupgewricht, kniegewricht en enkelgewricht in
bewegingsrichtingen
○ * Active Range Of Motion
Onderdeel 3; Doelmatige beweeg instructie
Sub criteria;
● Koppelen aan de gezondheidssituatie van de medestudent
● Begeleiden op de uitvoering en feedback geven
○ Doel: kracht, lenigheid en functionaliteit
,De uitgangspunten (grondslagen) van fysiotherapeutische hulpverlening (KNGF Beroepsprofiel
Fysiotherapeut)
● Die uitgangspunten dienen als richtsnoer en om het eigen handelen te kunnen beoordelen,
denk aan: ‘Wat moet ik doen als fysiotherapeut?’
De geschiedenis, identiteit, gezondheidsvaardigheden, sociale omgeving, levensdoelen en
toekomstperspectief zijn cliëntgebonden. De fysiotherapeut is zich hiervan bewust in het contact met
de patiënt, met betrekking tot de diagnostiek en tijdens de fysiotherapeutische behandeling. Iedere
cliënt heeft recht op een persoonlijke en menswaardige benadering. Binnen de fysiotherapie wordt de
cliënt naar diens eigen wil en kunnen als autonoom (zelfstandig) beschouwd. Huber et al.
benadrukken dat regievoeren over het eigen leven cruciaal is voor het ervaren van gezondheid. De
cliënt krijgt naast de regie over zijn leven, ook een centrale rol bij de behandeling. De cliënt beslist
mee over behandeldoelen en kiest uit het behandelaanbod.
De cliënt krijgt, naast de regie over zijn leven, ook een centrale rol bij de behandeling. De cliënt
beslist mee over behandeldoelen en kiest uit het behandelaanbod.
In geval van chronische ziekte ondersteunt de fysiotherapeut de cliënt bij diens zelfmanagement.
Zelfmanagement betekent ‘het individuele vermogen om goed om te gaan met symptomen,
behandeling, lichamelijke en sociale consequenties en leefstijlveranderingen inherent aan leven met
een chronische aandoening’.
Ondersteuning van het zelfmanagement betekent dat de fysiotherapeut de cliënt stimuleert een
actieve rol te nemen, zijn ervaringskennis in te zetten en zijn wensen en doelen duidelijk te
formuleren. Belangrijk hierbij is dat de cliënt leert zijn gezondheidstoestand te monitoren en keuzes te
maken ten aanzien van de fysiotherapeutische behandeling. Het is essentieel dat de cliënt en de
fysiotherapeut gezamenlijk besluiten nemen. Gedeelde besluitvorming (shared decision making)
stimuleert het proces waarin de cliënt wordt geholpen met het zorgvuldig kiezen van de interventie.
De wens van de cliënt is bepalend voor de uiteindelijke beslissing. De fysiotherapeut kan echter niet
gedwongen worden een behandeling uit te voeren als hij van mening is dat daar geen indicatie voor
is.
De fysiotherapeut richt zich bij de behandeling niet primair op ziekte en zorg. Hij stimuleert
beweeggedrag dat de gezondheid positief beïnvloedt en ondersteunt de cliënt in het uitvoeren van
activiteiten. Het doel van deze benadering is de participatie van de cliënt te vergroten of te behouden,
dan wel de achteruitgang in participatie zoveel mogelijk te beperken. Preventie is een essentieel
onderdeel van de fysiotherapeutische visie op hulpverlening. De fysiotherapeut verleent
zorggerelateerde en geïndiceerde preventie. Beide gaan uit van het functioneren en participeren van
de cliënt en diens (dreigende) problemen met bewegen (zie verder paragraaf 1.3).
De fysiotherapeut werkt nauw samen met opvoeders, naasten, mantelzorgers, verzorgers en andere
professionals in de gezondheidszorg. Als de fysiotherapeut een wilsonbekwame cliënt in behandeling
krijgt, zijn dit de betrokkenen aan wie de fysiotherapeut vraagt in te schatten hoe de cliënt zelf het
handelen, bewegen en eventuele problemen met bewegen ervaart. Ook vraagt de fysiotherapeut aan
hen te omschrijven hoe de problemen van de cliënt zich manifesteren.
De fysiotherapeut bepaalt of er wel of geen indicatie voor fysiotherapie is en of hij competent is om
aan de cliënt de gewenste hulp te bieden. Indien de cliënt naast fysiotherapie (ook) andere hulp nodig
heeft, verwijst de fysiotherapeut de cliënt terug naar de verwijzer of, indien de cliënt zonder verwijzing
is gekomen, adviseert de fysiotherapeut de cliënt een andere zorgverlener of een gespecialiseerde
fysiotherapeut te consulteren.
De uitgangspunten (grondslagen) van fysiotherapeutische hulpverlening (Hoorcollege 1)
● Bewegend functioneren → Welke bewegingsproblemen zijn er en hoe is dit ontstaan?
, ● Gezondheidsprobleem bepalen → Zijn er problemen met de anatomische structuren,
fysiologische of psychologische functies die het bewegend functioneren belemmeren?
● Belangen van de cliënt
○ Klacht met hulpvraag over het probleem met bewegen.
○ De hulpverlening van de fysiotherapeut wordt bepaald door het
samenwerkingsproces tussen de fysiotherapeut, cliënt en evt betrokken familie.
Kinesiologische begrippen en kaders (van osteokinematische bewegingen)
Anatomische stand (Hoorcollege 2)
Bij inspectie van het lichaam van de cliënt wordt uitgegaan van de anatomische stand; voeten een
stukje uit elkaar, tenen naar voren, handpalmen naar voren (pinken naar de heupzijde).
● De richtingaanwijzingen (mediaal, lateraal enz) worden altijd gebruikt ten opzicht van een
ander lichaamsdeel.
Er wordt altijd gekeken vanuit de anatomische stand als je iets wil lokaliseren, aanwijzen etc. Het
aantal graden om bij plantairflexie te bepalen, wordt vanuit de anatomische stand altijd eerst vanaf 0
graden bepaald. Een voet is dus niet al standaard 90 graden!
Als je uitgaat van anatomie, en de beschrijving van anatomie, is dus altijd de anatomische stand, de 0
stand.
Vlakken en assen (Hoorcollege 2)
● Sagittaal vlak → verdeelt het lichaam in een linker- en in een rechterhelft.
Midsagittale (mediaan) vlak, is het vlak dat het lichaam precies in het midden deelt.
● Frontaal vlak → verdeelt het lichaam in een voor- en achtergedeelte (dorsaal/ ventraal)
● Transversaal vlak → verdeelt het lichaam in een boven- en ondergedeelte (craniaal/ caudaal)
Op de plaats waar 2 vlakken elkaar snijden ontstaat een snijlijn; de bewegingsas of coördinaat as.
Bewegingen vinden plaats om een as die loodrecht op een vlak staan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thirsa98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.65. You're not tied to anything after your purchase.