100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting juridische vaardigheden en theorie (inleiding recht). $3.89   Add to cart

Summary

Samenvatting juridische vaardigheden en theorie (inleiding recht).

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document staat mijn eigen geschreven samenvatting over het vak inleidingrecht/ juridische theorie vaardigheden. Ik heb dit geschreven aan de hand van de voorgeschreven theorie boeken (zie onderaan). Het staat op volgorde van de hoofdstukken en de lerendoelen staan benoemd zodat je die aan j...

[Show more]

Preview 3 out of 24  pages

  • No
  • H1, 2, 7, 8, 11, 12, 13
  • September 3, 2024
  • 24
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting inleiding recht:
Blok 1 23/24:
Leerdoelen:
- Student kan de zoekmethodes voor het gebruiken van de wettenbundel benoemen en
toepassen.
- Student kan de structuur van de wettenbundel uitleggen.
- Student kan de structuur van wetten en regelingen benoemen aan de hand van de
begrippen; opschrift, aanhef, considerans en corpus.
- kan de verschillende doelen van het recht benoemen;
- kan de verschillende indelingen van het recht uitleggen;
- kan het verschil tussen publiekrecht en privaatrecht benoemen en weet beide begrippen uit
te leggen;
- kan de verschillende rechtsgebieden onderscheiden en de kenmerken van de rechtsgebieden
uitleggen;
- kan het recht indelen naar onderwerp;
- kan het verschil tussen materieel en formeel recht benoemen en weet beide begrippen
uitleggen;
- kan het verschil tussen wetten in formele zin en wetten in materiële zin uitleggen;
- kan onderscheid maken tussen de verschillende bronnen van het recht.
- Student kan wetsartikelen op de juiste manier citeren
- De student kan een alternatief en cumulatief rechtsgevolg als begrip benoemen;
- De student kan alternatieve en cumulatieve rechtsvoorwaarde als begrip benoemen;
- De student kan wetsartikelen ontleden in rechtsvoorwaarde(n) (cumulatief en alternatief) en
rechtsgevolg(en) (cumulatief en alternatief)
- De student kan de stappen van het JSP benoemen + uitwerken in een casus
- kan een omschrijving geven van de bestuurstaak;
- kan uitleggen welke doelstellingen ten grondslag liggen aan de totstandkoming van
de Algemene wet Bestuursrecht (Awb) en hoe deze is opgebouwd;
- kan de begrippen bestuursorgaan, belanghebbende en de verschillende
bestuursrechtelijk besluiten uitleggen aan de hand van wetsartikelen en kan de de
verschillende rechtsvoorwaarden per begrip onderscheiden;
- kan uitleggen welke regels tot het algemeen – en bijzonder bestuursrecht behoren;
- kan de geschreven (aan de hand van een wetsartikel) – en ongeschreven algemene
beginselen van behoorlijk bestuur (Abbb’s) in een casus herkennen
- De student kan jurisprudentie lezen, de kern hiervan reproduceren en de rechtsregel
toepassen in de casus.
- kan de rechterlijke organisatie uitleggen aan de hand van de Wet op rechterlijke
organisatie en de Wet op de rechterlijke indeling;
- kan het karakter van burgerlijke rechtspraak, strafrechtspraak en
bestuursrechtspraak uitleggen en van elkaar onderscheiden;
- kan de verschillende interpretatiemethoden uitleggen;
- kan het legaliteitsbeginsel uitleggen;
- kan onderscheid maken tussen het bijzonder en algemeen deel van het strafrecht;
- kan onderscheid maken tussen misdrijven en overtredingen;
- kan de opbouw van een stafbepaling uitleggen;
- kan de verschillende strafdoelen uitleggen.
- kent de indeling van het Burgerlijk Wetboeken
- kent de gelaagde structuur van het Burgerlijk Wetboek;
- kan het onderscheid maken tussen dwingend – en regelend recht;

,- kan uitleggen wat een verbintenis is en de bron van een verbintenis herkennen en
benoemen;
- kan uitleggen wat een verbintenis uit overeenkomst inhoudt;
- kan onderscheid maken tussen een overeenkomst en een bijzondere overeenkomst;
- kan uitleggen hoe een overeenkomst tot stand komt;
- kan uitleggen op welke wijze een rechtshandeling zonder vrije wil wordt gevormd en
wat de gevolgen daarvan zijn;
- de student kan het rechtsfeitenschema toepassen.
- kan de verbintenissen uit de wet uitleggen en herkennen in een casussituatie
(onrechtmatige daad, zaakwaarneming, onverschuldigde betaling,
ongerechtvaardigde verrijking);
- kan de voorwaarden, die bepalen of er sprake is van onrechtmatige daad, herkennen
en toepassen in een casussituatie;
- kan beoordelen of er sprake is van gevaarzetting of een onjuiste belangenafweging
aan de hand van de relevante jurisprudentie;
- kan het rechtsfeitenschema toepassen (herhaling);
- kan de relativiteitseis uitleggen;
- de rechtvaardigingsgronden van onrechtmatige daad benoemen en herkennen.
- begrijpt de positie van het arbeidsrecht ten opzichte van de rest van het Burgerlijk
Wetboek;
- kan het doel en het karakter van het arbeidsrecht schetsen;
- kan de verschillende soorten overeenkomsten tot het verrichten van arbeid en de
mogelijke flexibele arbeidsrelaties herkennen in een casus en de wet- en regelgeving
hieromtrent toepassen in een casus;
- is in staat uit gegeven informatie de kenmerken van de arbeidsovereenkomst te
herkennen/herleiden;
- kan de wettelijke regeling van rechtsvermoedens voortvloeiende uit de artikelen
7:610a en 7:610b BW toepassen in een casus
- begrijpt de positie van het arbeidsrecht ten opzichte van de rest van het Burgerlijk
Wetboek;
- kan het doel en het karakter van het arbeidsrecht schetsen;
- kan de verschillende soorten overeenkomsten tot het verrichten van arbeid en de
mogelijke flexibele arbeidsrelaties herkennen in een casus en de wet- en regelgeving
hieromtrent toepassen in een casus;
- is in staat uit gegeven informatie de kenmerken van de arbeidsovereenkomst te
herkennen/herleiden;
- kan de wettelijke regeling van rechtsvermoedens voortvloeiende uit de artikelen
7:610a en 7:610b BW toepassen in een casus.

, Nederlands recht begrepen:
H1 NRB: Het recht
1.1 inleiding:
1.2 Omschrijving en doel van het recht:

Doel van het recht: Door de doelen weet huurder en verhuurder, koper en verkoper, werknemer
en werkgever, burgers, bedrijven en overheid welke rechten en plichten ze hebben.
- Ordenen van de samenleving.
- Regels om conflicten op te lossen.
- Rust en rechtvaardigheid.
- Bescherming van de zwakken.
- Conflictbeheersing.
- Zelfontplooiing.
- Evenwicht tussen de belangen van het individu en die van de maatschappij.
Recht: Het geheel van overheidsregels dat de samenleving ordent.

1.3 Rechtsgebieden:
Rechtsgebieden: het recht word in verschillende onderdelen verdeelt. Je heb 4 rechtsgebieden:
1 Staatrecht: Geeft grondregels voor de organisatie van de staat. Het bied regels van hun onderlinge
verhouding tussen overheid en burger. Het gaat over de regering en de Tweede Kamer, onderlinge
houding, staatshoofd positie, gemeenteraad en burgemeester, het verschil tussen landelijk en
gemeentelijke overheid, en over rechten van burgers in de staat. Het biedt een organisatieplaatje.

2 Bestuursrecht: Houdt zich bezig met de overheid in actie. Het geeft regels over het uitoefenen van
de bestuurstaak van de overheid. Zoals: milieu, het onderwijs, gezondheid, welzijn, verkeer en de
sociale zekerheid. Bijvoorbeeld: Een boomkappen aanvragen, uitkeringen uitvragen. Daarnaast beidt
het BR recht op bezwaar en beroep als ze zich tegen handelingen of besluiten willen tegen gaan

3 Strafrecht: Het vormt maar een bescheiden deel van het recht. Het gaat over verboden
gedragingen. Wie zich schuldig maakt aan de gedraging kan door de rechter gestraft worden.
Voorbeelden verboden gedragingen: diefstal, moord, verkrachting, vernieling en valsheid in
geschrifte. OM (Openbaar ministerie), politie en rechten belangrijkste rol. Politie spoort strafbare
feiten op en de personen die het plegen. Het OM beslist op onderzoek basis de vervolging en leggen
het voor de rechter, de taak van de rechter de straf opleggen. Het OM is verantwoordelijk dat de
veroordeelde ook de straf ondergaat.

4 Burgerlijk recht: Wordt ook wel civiel of privaat recht genoemd Regelt de verhouding tussen
burgers onderling. Rechtsrelaties die op geld waardeerbaar zijn, en familierechtelijke relaties die niet
op geld waardeerbaar zijn. In het onderdeel persoons en familie recht gaat het over
familierechtelijke verhouding in en buiten gezin (geboorte, overlijden, naamrecht, afstamming,
huwelijk, echtscheiding en minderjarigen. In het vermogensrecht worden de rechtsbetrekkingen
geregeld die op geld waardeerbaar zijn (huis eigendom, schuld, plicht om koopsom te betalen,
ontstaan uit dezelfde koopovereenkomst). Binnen het vermogensrecht heeft erfrecht een specifieke
plaats. Dit deel beschrijft wat er gebeurt met het vermogen van een overledene (wettelijke
erfgenamen). Het geeft regels over het opmaken van een testament. Het rechtspersonenrecht zijn
organisaties en bedrijven die zelfstandig aan het rechtsverkeer deelnemen. Het vermogen van de
rechtspersoon staat los van het vermogen van de bestuurders van deze rechtspersoon.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller teskekruijt. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

84190 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.89
  • (0)
  Add to cart