Collegedictaat met alle uitgewerkte hoorcolleges, gegeven in blok 2.1 (Orthopedie). In dit document vind je de uitwerkingen van de Fysiotherapeutische Zorg, Gedrag en Communicatie en Medisch Biologisch colleges.
Medisch Biologisch ................................................................................................................................ 2
College 1 “Introductie” .......................................................................................................................... 2
College 2 “Rode vlaggen”..................................................................................................................... 6
College 3 “Pijn en psychologie” ............................................................................................................ 9
College 4 “Specifieke en aspecifieke pijn in de rug en onderste extremiteit” .................................... 15
College 5 “Beweging en onze rug” ..................................................................................................... 18
College 6 “Medische behandeling van chronische pijn” .................................................................... 21
College 7 “Specifieke lage rugklachten”............................................................................................. 26
College 8 “Pijn in de bovenste extremiteit”......................................................................................... 29
Fysiotherapeutische Zorg ................................................................................................................... 33
College 1 ............................................................................................................................................ 33
College 2 ............................................................................................................................................ 40
College 3 ............................................................................................................................................ 46
College 4 ............................................................................................................................................ 52
College 5 ............................................................................................................................................ 60
College 6 ............................................................................................................................................ 67
College 7 ............................................................................................................................................ 71
College 8 ............................................................................................................................................ 76
Gedrag en Communicatie .................................................................................................................... 83
College 1 ............................................................................................................................................ 83
College 2 ............................................................................................................................................ 86
College 3 ............................................................................................................................................ 89
College 4 ............................................................................................................................................ 92
College 5 ............................................................................................................................................ 95
College 6 ............................................................................................................................................ 99
COLLEGE 1 “INTRODUCTIE”
Verschillende systemen binnen ons lichaam zijn:
Integumentum (huid, nagels); Cardiovasculair systeem;
Skeletsysteem; Lymfesysteem;
Spiersysteem; Ademhalingssysteem;
Zenuwstelsel; Spijsverteringssysteem;
Endocrien systeem; Urinewegen.
80-90% van de bevolking heeft wel eens langer dan drie weken last gehad van lage
rugklachten. 90% is binnen zes weken geheel genezen van de klachten. De ernst van de pijn
zegt niets over de weefselschade. Zo kan bijvoorbeeld een hernia klachtenvrij zijn, terwijl een
verrekking van een spier, met spierspasmes als gevolg, kan leiden tot ernstige
bewegingsbeperkingen en pijn.
Er zijn veel structuren in de lage rug die kunnen zorgen voor (ernstige) pijn. Tegenwoordig
hebben we het over aspecifieke pijn en hoeft het niet een van deze structuren te zijn.
Veel voorkomend: spieren, ligamenten, pezen en facetgewrichten, omdat deze het
beste geïnnerveerd zijn.
Minder voorkomend: botten, tussenwervelschijven, zenuwen en dura.
Een gezonde wervelkolom bezit over meerdere rondingen. De S-vorm zorgt voor het
absorberen van druk. Er is niet of nauwelijks sprake van scoliose (afwijking in het frontale vlak).
Ieder mens heeft wel een lichte afwijking, die kan ontstaan door een voorkeursarm of -been.
Daarnaast kunnen er tijdens de groeispurt zijwaartse afwijkingen ontstaan.
Cervicaal (7): lordose.
- Relatief klein wervellichaam en groot
foramen.
- Facetgewrichten ongeveer 45 graden.
- Een gespleten processus spinosus.
- Twee foramina voor de arterie
vertebralis.
Thoracaal (12): kyfose.
- Verhouding wervellichaam en foramen
ongeveer gelijk.
- Facetgewrichten ongeveer 60 graden.
Lumbaal (5): lordose.
- Relatief groot wervellichaam en klein
foramen.
- Facetgewrichten ongeveer 90 graden.
- Processus spinosus: direct naar
achteren en breed.
- Facetgewrichten: achterwaartse
mediale oriëntatie.
Het is niet zo dat rotatie zorgt voor restrictie van vertebrale arteriën en dus pijn kan genereren.
De dura mater, het vlies om het ruggenmerg, kan bijvoorbeeld wel pijn genereren.
De ramus anterior is ook wel de perifere zenuw. De ramus posterior zorgt voor innervatie van
onder andere de facetgewrichten, kapsels van de facetgewrichten en de huidgebieden.
2
,Wervels
Een wervel bestaat uit:
Processus spinosus; Pediculus arcus vertebrae;
Lamina arcus vertebrae; Foramen intravertebrale;
Articulatio zygapophysalis superior; Corpus vertebrae.
Processus transversus;
Wervels zijn niet identiek en ook niet symmetrisch. De plaatsen van de facetgewrichten
verschillen. Hoe verticaler de facetgewrichten, hoe minder rotatie en hoe meer flexie.
Alleen mensen hebben een lumbale lordose. Het voordeel van een lumbale lordose is dat we
sneller kunnen lopen, een smaller gangspoor hebben, je verder kunt kijken wanneer je rechtop
staat en je je handen kunt ontwikkelen (om dingen te manipuleren).
De rug is in de ontwikkeling wat achtergebleven. In het thoracale gebied zijn de ligamenten
het dikst en het sterkst. In het lumbale gebied zijn ze het dunst.
Er zijn veel verschillende houdingen. Toch zijn de meeste houdingen ‘normaal’ en niet persé
afwijkend. Een afwijkende houding hoeft niet meteen gerelateerd te zijn aan meer of minder
rugpijn.
Facetgewrichten
De facetgewrichten zijn steungewrichtjes die de verschillende wervels met elkaar verbinden.
Zonder de facetgewrichten zou de wervelkolom volledig stijf zijn. De stand van de
facetgewrichten veranderd en de positie van het gewrichtsoppervlak bepaalt de
bewegingsrichtingen.
Cervicaal: rotaties en ja-knikken.
Thoracaal: voornamelijk rotaties.
Lumbaal: lateroflexie en flexie.
Facetgewrichten worden vaak zwaar belast. Ze
degenereren makkelijk (voornamelijk bij ouderen), wat kan
leiden tot boetwoekeringen. Dit kan uiteindelijk zorgen voor
vernauwing van de zenuwen of druk op de dura mater.
Hoe sterker je spieren zijn, hoe lager de belasting op de
facetgewrichten is.
Er zijn vrij grote bewegingsuitslagen mogelijk. Het kapsel van een facetgewricht moet redelijk
ruim zijn, anders heb je de bewegingsmogelijkheden niet.
Functionele eenheid van Junghans
De functionele eenheid van Junghans is het kleinste bewegende
segment van de wervelkolom. Een eenheid bestaat uit:
2 corpus vertebrae;
1 discus intervertrebralis;
2 facetgewrichten;
Verbindende ligamenten.
In de eenheid wordt het facetgewricht als scharnierpunt gezien en
de discus als een veer. Er zijn meerdere bewegingen mogelijk:
Y-as: rotatie.
Z-as: lateroflexie.
X-as: flexie/extensie.
3
,Ligamenten
Om wervels stabiel te houden zijn er veel ligamenten nodig.
Ligamenten van de wervelkolom
Anterior longitudinaal Dit ligament loopt als een over de voorkant van de
ligament wervellichamen. Het beschermt de wervelkolom tegen
hyperextensie en zorgt ervoor dat de tussenwervelschijven
niet naar voren afglijden.
Posterior longitudinaal Dit ligament loopt over de achterkant van de
ligament wervellichamen en bedekt daarmee het ruggenmergkanaal.
Het beschermt de rug tegen hyperflexie en zorgt ervoor dat
de tussenwervelschijven niet naar achter afglijden.
Ligamentum flavum Vormt de achterkant van het ruggenmergkanaal, het
verbindt de opeengestapelde wervelbogen met elkaar. Het
zorgt voor stabilisatie en verhinderd hyperextensie.
Ligamentum interspinale Dit ligament verbindt de processus spinosus en verhindert
hyperextensie.
Ligamentum supraspinale Dit ligament loopt over de processus spinosus en
verhinderd vooroverbuigen af.
Ligamentum nuchae Dit ligament loopt vanaf het occiput naar C7.
Ligamentum alaria Dit ligament verbindt de zijkanten van de dens (C2) aan de
mediale zijde van het tuberculum van het occiput.
Ligamentum transversum Dit ligament houdt de atlas (C1) op zijn plaats.
Ligamentum iliolumbale Dit ligament loopt van de processus transversus L4-L5 naar
de achterkant van de crista iliaca. Het is een grote
veroorzaker van lage rugklachten.
Rugspieren
Oppervlakkige rugspieren zijn de: M. Trapezius, M. Latissimus dorsi, M. Rhomboideus minor
en major en de M. Levator scapulae. De wat dieper gelegen spieren zijn de: M. Serratus
anterior, M. Splenius capitis, M. Splenius cervicis en de M. Erector spinae.
Bewegingsmogelijkheden
De lumbale wervelkolom kan veel flexie en extensie maken, maar weinig lateroflexie en rotatie.
Dit komt door de oriëntatie en vorm van de facetgewrichten. De oriëntatie is sagittaal, wat
draaibewegingen vrijwel onmogelijk maakt. Daarnaast zijn de gewrichtsoppervlakken van de
facetgewrichten gekromd, wat verschuivingen moeilijker maakt. Ook de kapsels van de
facetgewrichten beperken de bewegingen.
Het maken van flexie wordt beperkt door:
Kapsels (40%);
Tussenwervelschijven (30%);
Ligamentum interspinale, supraspinale en flavum;
Samendrukbaarheid van anterieure structuren.
Het maken van extensie wordt beperkt door:
Beperkte compressie van tussenwervelschijven;
Beperkte stretch van anterieure structuren;
4
, Passief door de M. Psoas major;
Gevoeligheid van het gewrichtskapsel.
Structuren die vaak voor lage rugklachten zorgen zijn ligamentum (iliolumbale ligament) en
spieren (M. Psoas major en M. Quadratus lumborum).
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wd-fysiotherapie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.36. You're not tied to anything after your purchase.