Definitie van communicatie; mensen communiceren altijd, zelfs als je denkt dat ze dat niet doen. Communicatie
is de uitwisseling van als dan niet symbolische informatie die plaatsvindt tussen (minstens) twee mensen die
zich bewust zijn van elkaars aanwezigheid, onmiddellijk of gemedieerd. De informatie wordt deels bewust en
deels onbewust gegeven, ontvangen en geïnterpreteerd.
zender Medium ontvanger
| |
Boodschap
| |
|_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _|
Ruis
Feedback Respons
Verbale communicatie, communicatie via de taal. Dit is
weer op te splitsen in gesproken taal en geschreven taal.
Non-verbale communicatie, de informatie in de communicatie die met niet-talige middelen wordt
overgedragen. Loopt vaak parallel aan verbale communicatie.
Hieronder vallen bijvoorbeeld: lichaamshouding, intonatie (klemtoon, snelheid, volume, pauzes/stiltes),
oogcontact, geuren, gebaren, gezichtsuitdrukkingen, positie en afstand in een gesprek, aanrakingen, kleding en
uiterlijk.
Illustratoren, zijn de handgebaren, de gezichtsuitdrukkingen en de intonatie die het taalgebruik begeleiden en
illustreren. Vrijwel iedere spreker gebruikt illustratoren.
Adaptoren, zijn non-verbale reacties op fysieke prikkels. Denk hierbij aan hoesten, krabben, geeuwen,
uitrekken, boeren, neus snuiten en in de ogen wrijven.
Emblemen, dienen als non-verbale vervanging van een woord. Denk bijvoorbeeld aan een glimlach of zwaaien.
Emblemen worden vaak bewust ingezet.
Regulatoren, regelen het gesprek. Door intonatie, gebaren en gezichtsuitdrukkingen laat je bijvoorbeeld
merken dat de ander te ver gaat of laat je merken dat het gesprek zo goed als afgelopen is.
Complexiteit van de boodschap
Het zakelijk aspect, is het verbale deel van de boodschap.
Het expressieve aspect, de zender iets communiceert over zichzelf. Dit komt tot uiting in bijvoorbeeld de
intonatie, het accent, de kleding, de gezichtsuitdrukking, de gebaren.
Het rationele aspect, in de communicatie zegt de boodschap ook iets over de relatie tussen zender en
ontvanger.
Het appellerend effect, gaat over de wijze waarop de zender iets gedaan probeert te krijgen van de ontvanger.
Er zijn drie verschijningsvormen van het appel:
1. een verzoek doen
2. informatief-persuasief (iemand motiveren en/of overtuigen)
3. Poging tot beïnvloeding.
,Communiceren kan men leren
Fase 1: onbewust onbekwaam, communiceren mensen zoals ze het altijd al hebben gedaan. Ze zijn zich niet
bewust van hun eigen gedrag.
Fase 2: bewust onbekwaam, het moment dat iemand wil leren om effectiever te communiceren, zal hij zich
steeds meer bewust worden van zijn eigen gedrag. Hij zal zich realiseren dat hij sommige zaken niet beheerst.
Gaat vaak samen met een gevoel van onzekerheid en vermindering van zelfvertrouwen.
Fase 3: bewust bekwaam, is iemand bewust bezig is om de nieuwe communicatieve vaardigheden aan te leren.
Kenmerkend voor deze fase is dat hij steeds beter wordt, maar zich ook nog zeer bewust is van zijn eigen
gedrag.
Fase 4: onbewust bekwaam, de persoon heeft zich door veel oefening het ‘nieuwe’ gedrag eigen gemaakt. De
communicatieve handelingen worden steeds meer onbewust uitgevoerd, zonder erbij na te denken.
Ijsbergmodel
Waarin verschillen culturen van elkaar?
1. Tijd en beleving van tijd
2. Hiërarchie en ongelijkheid
3. Prestatie, zorgzaamheid en ontwikkeling
4. De groep
5. Non-verbale communicatie
, Factoren Monochrome actie Polychrome actie
Activiteit Eén ding te gelijk doen, vast volgorde Veel dingen tegelijk doen, de volgorde is
flexibel
Focus Geconcentreerd op de te verrichten taak. De uit te voeren taak is altijd
Het relationele aspect is hieraan ondergeschikt aan het relationele aspect.
ondergeschikt.
Aandacht voor tijd Denken aan wanneer iets klaar moet zijn. Denken aan wat moet worden bereikt.
Prioriteit Het werk, de taak gaat voor. Relaties gaan voor.
Tijdsbeleving Benadrukken punctualiteit Relationele zaken voor punctualiteit.
Individualistisch Collectivistisch
Algemene normen Algemene normen
Je groeit op en leert voor jezelf en eventueel je partner en Mensen worden geboren in families of andere groepen die hen
kinderen zorgen. altijd beschermen, in ruil voor loyaliteit.
Je identiteit ontleen je aan jezelf. Je identiteit ontleen je aan de groep.
In gezin en familie In gezin en familie
Kinderen leren denken in termen van ‘ik’. Een eerlijk mens zegt Kinderen leren denken in termen van ‘wij’. Het bewaren van
wat hij denkt. harmonie is belangrijk, directe confrontaties worden dus
vermeden. Je zegt niet wat je denkt.
Fouten maken leidt tot schuldgevoel en verlies van zelfrespect. Fouten maken leidt tot gezichtsverlies en schaamte, voor jezelf en
de groep.
Op school Op school
Het doel van onderwijs is om beter te kunnen leven. Diploma’s Het doel van onderwijs is om beter te kunnen doen.
verhogen je economische waarde en/of je zelfrespect. Diploma’s geven je toegang tot groepen met een hogere status.
Op het werk Op het werk
De verhouding werkgever- werknemer wordt gezien als een De verhouding werkgever-werknemer wordt gezien als morele
contract op basis van wederzijds voordeel. band.
Personeelskeuze en promotie horen uitsluitend gebaseerd te zijn Personeelskeuze en promotie worden beïnvloed door de groep
op bekwaamheid. waartoe je behoort.
Managen is leidinggeven aan individuen. Managen is leidinggeven aan groepen.
De taak gaat voor de persoonlijke relatie. Persoonlijke relaties gaan voor de taak.
Factor Laagcontextcultuur Hogecontexctcultuur
Mate van expliciete boodschappen Boodschappen zijn expliciet Veel impliciete boodschappen met gebruik
van metaforen.
Gebruik van non-verbale communicatie Meer gebruik van verbale communicatie Veel gebruik van non-verbale
dan ‘body language’ communicatie
Uitdrukken van reactie Visueel waarneembare expliciete en Gereserveerde en ingehouden reacties.
directe reacties.
Vooroordelen, een vooroordeel is een mening over iets of iemand, of over een groep, die niet op feiten is
gebaseerd, maar een interpretatie is. Het heeft vaak een negatieve connotatie.
Stereotypen, een vorm van vooroordelen.
Karakterisering, met name van een volk of van individuen uit een groep, op grond van generalisering van al dan
niet reële waarnemingen.
Knelpunten in communicatie door cultuurverschillen
Eer, het eergevoel van mensen is enorm belangrijk in een groepscultuur. In de communicatie tussen mensen uit
verschillende culturen is het van belang om te weten hoe wordt omgegaan met kritiek en in hoeverre je
iemand publiekelijk kunt bekritiseren.
Hiërarchie, iemand uit een cultuur met een lage machtsafstand (en dus weinig ‘ontzag’ voor hiërarchie) kan
geneigd zijn om zich te amicaal en gelijkwaardig te gedragen. Iemand uit een cultuur met een hoge
machtsafstand zal dit minder kunnen waarderen en dit interpreteren als gebrek aan respect.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tatianabeek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.75. You're not tied to anything after your purchase.