Dit is een samenvatting van het boek Inleiding Privaatrecht.
Geschreven door Mr. A.M.J van Buchem - Spapens en Mr. I. de Waal - Wessem.
Het betreft de 13e druk.
Inleiding privaatrecht
1. Rechtshandeling en overeenkomst
Van het privaatrecht is de rechtshandeling de kern
1.1 De rechtshandeling
De rechtshandeling is de handeling die erop gericht is een bepaald rechtsgevolg in het leven te
roepen. Is geregeld in titel 2 van Boek 3.
Eenzijdige rechtshandeling
Bijvoorbeeld het opmaken van een testament is een rechtshandeling, want er worden
rechtsgevolgen in het leven geroepen, dit betreft wel een eenzijdige rechtshandeling. Bij een
eenzijdige rechtshandeling is de wilsverklaring van één persoon voldoende om de rechtshandeling
tot stand te brengen.
Voorbeelden van eenzijdige rechtshandelingen: testament opmaken (ongericht), ontslag nemen
(gericht)
Meerzijdige rechtshandeling
Meerzijdige rechtshandelingen worden overeenkomsten genoemd. De wilsverklaring van meer dan
één persoon is noodzakelijk om de rechtshandeling tot stand te laten komen. Bijvoorbeeld als E en F
een afspraak maken dat F zijn huis mag bewonen voor 500 euro per maand. E verplicht zich
maandelijks een bedrag aan F te betalen waartegenover hij recht krijgt op genot van de woning,
terwijl F verplicht deze woning ter beschikking te stellen waartegenover hij recht krijgt op de
huursom.
Rechtshandeling onder tijdsbepaling
X belooft zijn kleinzoon Y in augustus dat hij hem als kerstcadeau een tablet zal geven.
De werking van de rechtshandeling is afhankelijk van een zekere toekomstige gebeurtenis waarvan
het moment van intreden in dit geval vaststaat (25 december), maar niet behoeft vast te staan (X
belooft Y een tablet wanneer hij, X, overlijdt)
Rechtshandeling onder voorwaarde
P belooft zijn kleinzoon Q een tablet wanneer hij tot zijn 21 ste niet rookt.
De rechtshandeling wordt verricht onder een voorwaarde van een onzekere toekomstige
gebeurtenis.
Zowel voorwaarde als tijdbepaling hebben een opschortende en ontbindende werking.
1
,1.2 Tot stand komen van rechtshandelingen
Voor het tot stand komen van rechtshandelingen zijn er een paar vereisten in de wet:
- Aan de persoon die de rechtshandelingen verricht
- Aan de handeling zelf
1.2.1 Vereisten gesteld aan de persoon die de rechtshandeling verricht
Deze persoon moet aan 2 voorwaarden voldoen:
- Hij moet handelingsbekwaam zijn (art. 3:32 BW)
- Hij moet handelingsbevoegd zijn (art. 3:43)
Handelingsbekwaam
Dit is de geschiktheid van een persoon om voor zichzelf rechtshandelingen tot stand te brengen, deze
geschiktheid wordt door de wet toegekend aan iedere natuurlijke persoon. Het is de taak van de wet
om sommige mensen tegen zichzelf te beschermen, daarom zijn sommige groepen mensen
handelingsonbekwaam, bijvoorbeeld:
- Minderjarigen (art. 1:234 BW)
- Onder curatele gestelden (art. 1:381 lid 2 BW en art. 1:378 BW)
Beiden hebben een wettelijk vertegenwoordiger die namens hen rechtshandelingen kan verrichten,
maar ook toestemming kan geven tot het zelf verrichten van rechtshandelingen.
Meerzijdige rechtshandelingen verricht door een minderjarige of onder curatele gestelde
Zijn vernietigbaar evenals eenzijdige gerichte rechtshandelingen zoals ontslag
Een rechtshandeling verricht door een minderjarige of onder curatele gestelde die niet tot een of
meer bepaalde personen is gericht
Is nietig (art. 3:32 lid 2)
Handelingsonbevoegd
De geschiktheid van een persoon om een bepaalde rechtshandeling te verrichten.
1.2.2 Vereisten gesteld aan de handeling
Een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard is het eerste
vereiste dat door de wet wordt gesteld aan de handeling die erop gericht is rechtsgevolgen in het
leven te roepen, dit geld zowel voor meerzijdige als éénzijdige rechtshandelingen. Bij meerzijdige
rechtshandelingen moet er sprake zijn van twee (of meer) op elkaar aansluitende wilsverklaringen.
Wilsverklaring en vorm
Huwelijkse voorwaarden notariële akte (art. 1:115 BW)
Concurrentiebeding schriftelijk (art. 7:653 BW)
Aan de handeling die erop gericht is rechtsgevolgen in het leven te roepen, stelt de wet twee
voorwaarden:
- Berusten op een verklaarde wil van de handelende persoon
- Als de wet dit voorschrijft, zijn gericht in de voorgeschreven norm.
Om werking te hebben moet de wilsverklaring de persoon tot wie hij gericht is ook bereiken (art.
3:37 lid 3)
Dubbele grondslag
1. Stemmen wil en verklaring overeen (het normale geval), dan komt de rechtshandeling tot stand
op de grondslag van de verklaarde wil. (art. 3:33 BW)
2. Lopen wil en verklaring uiteen, dan kan niettemin een geldige rechtshandeling tot stand komen
en wel op de grondslag van het opgewekte vertrouwen. (art. 3:35 BW)
Vertrouwensbeginsel
Wanneer de wederpartij van degene wiens wil niet met zijn verklaring overeen stemde, er onder
gegeven omstandigheden redelijkerwijze op vertrouwen mocht dat de verklaarde wil de werkelijke
wil weergaf, dan is de verklarende partij ondanks zijn niet willen en dus ondanks art. 3:33 BW aan zijn
verklaring gebonden. In het kader van art. 3:35 BW speelt art. 3:11 BW een belangrijke rol.
2
,Wanneer wil en verklaring van elkaar afwijken als gevolg van een geestelijke stoornis
Wanneer dit het geval is treedt de speciale regel van art. 3:34 lid 2 in werking, deze regel doorkruist
het systeem van de dubbele grondslag. Wanneer iemand een rechtshandeling verricht onder invloed
van een geestelijke stoornis en er is sprake van een situatie waarin bij de wederpartij ‘’een rood
lampje moest gaan branden’’ (art. 3:35 is dus niet van toepassing) dan is de rechtshandeling in
principe vernietigbaar. Een eenzijdige rechtshandeling die niet tot een of meer personen gericht was,
wordt door het ontbreken van de wil echter nietig. In het geval dat er sprake is van een geestelijke
stoornis moet degene die onder invloed van de stoornis was 2 dingen bewijzen, wil diegene dat de
rechtshandeling vernietigd wordt, namelijk de stoornis zelf en het causale verband tussen de stoornis
en de wilsverklaring.
Onvoorzienbaar nadeel
In geval van onvoorzienbaar voordeel blijven voor de gestoorde de overige mogelijkheden om te
vernietigen - vanzelfsprekend – aanwezig.
Misverstand
Arrest van Bunde-Erckens, HR 17 december 1976. NJ, 1977, 241.
Moment totstandkoming rechtshandeling
De rechtshandeling komt tot stand door een wilsverklaring. Met betrekking tot meerzijdige en
eenzijdige rechtshandelingen moet hieraan worden toegevoegd dat de wilsverklaring om werking te
hebben de persoon tot wie zij is gericht moet hebben bereikt. Echter een verklaring die een persoon
niet bereikt wordt geacht hem bereikt te hebben wanneer:
1. Hij zelf, of een ander voor wie hij aansprakelijk is, oorzaak is van het feit dat de verklaring hem
niet of niet tijdig bereikte, ofwel
2. Dit op andere gronden voor zijn risico behoort te komen
Onjuiste overgebrachte verklaringen
De afzender van een verklaring kan voor de overbrenging gebruik maken van een andere persoon.
Wanneer deze de verklaring onjuist overbrengt, hangt het van de omstandigheden af voor wiens
rekening deze fouten komen. Zie art. 3:37 BW.
1.3 De nietige en de vernietigbare rechtshandeling
Als er niet aan de geldige eisen voor de totstandkoming van een rechtshandeling wordt voldaan dan
kan dit verschillende gevolgen hebben:
1. Nietig
2. Vernietigbaar (voorlopig rechtsgeldig)
3. Niettemin geldig
Nietig
Nietig is de rechtshandeling in geval van gebreken die de openbare orde raken. Alle gevallen waarin
op een gebrek in een rechtshandeling nietigheid is gesteld, hebben gemeen dat het algemeen belang
bij nietigheid het partijbelang bij geldigheid overstijgt. Niet de wil van de partijen maar de wil van de
overheid moet de doorslag geven. Men spreekt hier van nietigheid van rechtswege.
Vernietigbaar
Vernietigbaar is de rechtshandeling in geval van gebreken die de handelende persoon raken. Het is
de taak van de overheid om de zwakkeren in de samenleving in bescherming te nemen , maar het is
aan de zwakkere zelf om deze bescherming te aanvaarden.
Niettemin geldig
Hiervan is sprake in gevallen van art. 3:40 lid 3, namelijk wanneer de wet een bepaalde
rechtshandeling verbiedt maar het gebrek te gering is om daaraan de sanctie van nietigheid te
binden. Bijvoorbeeld het verkopen van brood na de wettelijke sluitingstijd.
3
, 1.3.1 Nietige rechtshandelingen
Oorzaken nietige rechtshandelingen
1. Het ontbreken van een met de verklaring overeenstemmende wil
2. Strijd met de openbare orde en met de wet
3. De handelingsonbevoegdheid van een persoon
Gevolgen van de nietigheid van rechtswege
Beroep op nietigheid voor de rechter is niet noodzakelijk: deze moet ambtshalve de nietigheid
vaststellen. Hetgeen op grond van een nietige rechtshandeling is verricht, kan als onverschuldigd
betaald worden teruggevorderd.
Vernietigbare rechtshandelingen
Vernietiging heeft tot gevolg dat de rechtshandeling van de aanvang af nietig is geweest. Vernietiging
heeft dus terugwerkende kracht. Zie art. 3:53 lid 1 BW.
Oorzaken vernietigbare rechtshandelingen
1. Onbekwaamheid
2. Geestelijke stoornis
3. Wilsgebreken
Vernietigbaarheid is gegeven ter bescherming van bepaalde groepen van personen en alleen zijzelf of
hun wettelijke vertegenwoordiger kunnen de verrichte rechtshandeling aantasten. De tegenpartij
blijft gebonden wanneer er niet vernietigd wordt en kan zich niet verzetten tegen eventuele
vernietiging. Aan hun belangen wordt toegekomen door de bepaling van art. 3:55 BW, zij kunnen de
onzekere situatie waar zij in zitten opheffen door aan hem die de vernietiging tot stand kan brengen
een redelijke termijn te stellen waarbinnen deze zich kan uitspreken over de vraag hij wel of niet
gebruik wil maken van de bevoegdheid tot vernietiging.
Wilsgebreken
Dit is een verzamelnaam voor: bedreiging, bedrog, misbruik van omstandigheden en dwaling.
In alle gevallen is de wil van degene die tot vernietigen bevoegd is, op onzuivere wijze gevormd,
onder invloed van de wederpartij.
Bedreiging
Wanneer iemand een ander beweegt tot het aangaan van een rechtshandeling door hem of een
derde (zijn vrouw of kinderen bijvoorbeeld) onrechtmatig met nadeel te bedreigen. Zie art. 3:44 lid 2.
Bedrog
Zie art. 3:44 lid 3
Van bedrog kan sprake zijn in geval van een opzettelijke verzwijging, maar ook in geval van een
onjuiste mededeling en een andere kunstgreep.
Een andere kunstgreep
Wanneer iemand opzettelijk misleid wordt om hem te bewegen tot het aangaan van een
rechtshandeling.
In het merendeel van de gevallen kan opzet niet worden bewezen, in zulke gevallen resteert dan een
beroep op dwaling, voor dwaling is opzet niet vereist.
Misbruik van omstandigheden
Zie art. 3:44 lid 4 BW.
Van misbruik is sprake wanneer iemand die ten opzichte van een ander een zwakke positie inneemt,
een rechtshandeling verricht die hij onder normale omstandigheden niet verricht zou hebben.
Vereist is dat de andere weet of moet begrijpen dat het slachtoffer door de bijzondere
omstandigheden tot het verrichten van de rechtshandeling wordt bewogen en dat de ander hem
daarvan zou moeten weerhouden. Niet vereist is dat de handeling voor het slachtoffer nadelig is,
maar aanwezigheid, aard en omvang van het nadeel zullen wel een belangrijke rol spelen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kristeltjexxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.