Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Accountancy
Financial Accounting
All documents for this subject (7)
1
review
By: topscoorderjan • 4 year ago
Seller
Follow
jadekoopman
Reviews received
Content preview
Jade Koopman Financial Accounting
Jaarverslaggeving
Inhoud
1. Hoofdstuk 3: verslaggevingsprincipes van de boekhoudkundige waarde- en winstbepaling 3
3.1 Verslaggevingsprincipes in hun onderling verband 3
3.2 Toerekening (accrual) 3
3.3 Realisatie 3
3.4 Matching 3
3.5 Continuïteit 4
3.6 Voorzichtigheid 4
3.7 Bestendigheid 4
2. Hoofdstuk 4: regelgevers en toezichthouders 4
4.1: het institutionele kader van de externe verslaggeving 4
4.2: regelgevende instanties nader bekeken 5
4.3: Toezichthouders op de externe verslaggeving 5
3. Hoofdstuk 5: regelgeving: materiële en formele aspecten van de publicatieplicht 5
5.1: toepassingsgebied 5
5.2: onderdelen van het jaarrapport 6
5.3: vrijstellingen voor middelgrote, kleine en micro rechtspersonen 7
5.4: formele aspecten van de publicatieplicht 8
5.5: accountantscontrole 9
4. Hoofdstuk 6: vaste activa 9
6.1: indeling en vorm van de balans 9
6.2: immateriële vaste activa 9
6.3: materiële vaste activa 11
6.4: financiële vaste activa 12
6. Hoofdstuk 8: eigen vermogen 17
8.1: rubricering van het eigen vermogen 17
8.2: geplaatst kapitaal en agio 17
8.3: reserves 18
8.4: gebonden en vrij vermogen 19
7. Hoofdstuk 9: vreemd vermogen 20
9.1: begripsbepaling en onderverdeling 20
9.2: algemene aspecten van voorzieningen 20
9.3: enige veelvoorkomende voorzieningen 21
9.4: schulden 21
9.5: niet uit de balans blijkende verplichtingen 22
8. Hoofdstuk 10: resultatenrekening 22
10.1: keuzemogelijkheden bij de opstelling van de resultatenrekening 22
10.2: categorisch versus functioneel 22
10.3: specifieke voorschriften 23
10.4: bijzondere resultaten 24
10.5: rechtstreekse vermogensmutaties 24
10.6: verwerking van langlopende werken in de resultatenrekening 24
10.7: toegevoegde waarde 25
9. Hoofdstuk 12: instandhoudingsdoelstellingen en waarderingsgrondslagen 26
12.1: elementen van een winstbepalingsstelsel 26
12.2: introductie van het centrale voorbeeld 27
10. Hoofdstuk 13: historischekostenstelsel 27
13.1: Toepassing van historische kosten op de vaste activa 27
13.2 Toepassing van historische kosten op de voorraden 27
1
,Jade Koopman Financial Accounting
13.3 Vermogensbepaling 27
13.4 Prijsdaling 28
13.5 Regelgeving inzake historische kosten 28
13.6 Toepassing van het historischekostenstelsel in de praktijk 28
11. Hoofdstuk 14: vervangingswaardestelstel 28
14.1 Essentie van het vervangingswaardestelsel 28
14.2 Bepalen van de vervangingswaarde 29
14.4 Toepassing van het vervangingswaardestelsel in de praktijk 29
12. Hoofdstuk 16: kapitaalbelangen 29
16.1 Mogelijke waarderingsgrondslagen 29
16.2: onderlinge leveranties 31
16.3: regelgeving van de IASB 31
16.4: regelgeving van de wet (en de RJ) 31
16.5: wettelijke reserve deelnemingen 33
16.6: gekochte goodwill 33
16.7: informatieverschaffing 34
14. Hoofdstuk 18: vreemde valuta 36
18.1 Valutarisico 36
18.2 Transacties in vreemde valuta 36
18.3 Afdekking van valutarisico’s 36
18.4 Bedrijfsuitoefening in het buitenland 37
15. Hoofdstuk 19: winstbelasting 38
19.1 Fiscale versus bedrijfseconomie winstbepaling 38
19.2 Verschillen tussen fiscale en bedrijfseconomische winst 39
19.3 Tijdelijke winstverschillen 39
19.4 Definitieve winstverschillen 40
19.5 Latente belastingen in het kader van een overname 42
19.6 Waarderingsgrondslag 42
19.7 Wijziging belastingtarief 42
19.8 Resultaatbenadering versus balansbenadering 42
19.9 Naamgeving voorziening voor latente belastingverplichtingen en latente belastingvorderingen 42
2
,Jade Koopman Financial Accounting
1. Hoofdstuk 3: verslaggevingsprincipes van de boekhoudkundige waarde- en
winstbepaling
3.1 Verslaggevingsprincipes in hun onderling verband
Omzetkant
Het realisatieprincipe geeft de norm voor het vaststellen van het tijdstip waarop de inkoopprijzen van de productiemiddelen
omgezet mogen worden in verkoopprijzen. Er is sprake van realisatie als de onderneming gepresteerd heeft jegens de afnemer.
Kostenkant
Het verbruik van productiemiddelen veroorzaakt kosten. Het verbruik dient toegerekend te worden aan de periode waarin de
opbrengsten genomen worden; matchingprincipe.
Bij het toerekeningsproces wordt er van uitgegaan dat de onderneming zal blijven bestaan; continuïteitsprincipe.
Het voorzichtigheidsprincipe schrijft voor dat verwachte voordelen pas genomen worden op het moment dat de onderneming
gepresteerd heeft, maar dat verwachte nadelen al genomen moeten worden op het moment dat ze geconstateerd worden.
Als de verwachte voordelen lager zijn, wordt niet meer op basis van inkoopprijs gewaardeerd, maar op basis van lagere op-
brengstwaarde.
Aan de activazijde betekent dit het te boek stellen van activa tegen opbrengstwaardes die lager zijn dan de boekwaarden zoals
die voortvloeien uit waardering o.b.v. inkoopwaarde.
Aan de passivazijde betekent dit het opnemen van voorzieningen.
De waarderingsgrondslag mag gedurende het boekjaar niet gewijzigd worden.
Bestendigheidsprincipe: grondslagwijzigingen zijn alleen toegestaan, als ze leiden tot een beter inzicht in de financiële positie
van de onderneming en als adequaat wordt toegelicht welke gevolgen de wijziging heeft voor het eigen vermogen en het resul-
taat. Dit is volgtijdelijke bestendigheid (stelselmatigheid).
Gelijktijdige bestendigheid houdt in dat binnen de jaarrekening soortgelijke posten op consistente wijze behandeld worden.
3.2 Toerekening (accrual)
Ten behoeve van de jaarwinstbepaling moet de totale winst aan verslagjaren toegerekend worden. Voor de periodewinstbepa-
ling moeten de uit de transacties en gebeurtenissen voortvloeiende ontvangsten en uitgaven als opbrengsten en kosten aan de
verslagjaren worden toegerekend.
➔ Voor deze toerekening is bepalend de periode waarop de opbrengsten en kosten betrekking hebben. Het kasstelsel
wordt losgelaten en er wordt uitgegaan van het transactiestelsel (accrual accounting).
Door het toerekeningsbeginsel bestaan er in de balans overloopposten (transitoria) om het perioderesultaat af te grenzen.
Door het toepassen van het toerekeningsbeginsel is de waardering van de balansposten een dynamische waardebepaling.
De statische waardebepaling is bedoeld om de balans een juist beeld te laten geven van het vermogen.
Monisten zijn van mening dat de balans slechts één functie kan vervullen: óf vermogensbepalend óf winstbepalend. Dualisten
achten het wel mogelijk dat een balans beide functies tegelijk vervult.
3.3 Realisatie
Pas op het moment dat de onderneming de verkoopprestatie voltooid heeft, dient de opbrengst genomen te worden. Daartoe is
noodzakelijk dat de onderneming het economisch eigendom heeft overgedragen.
Het realisatieprincipe is met name georiënteerd op het verkoopproces van de onderneming: het geeft regels voor het nemen
van verkoopopbrengsten in de resultatenrekening.
Voor baten die niet voortvloeien uit verkooptransacties, geldt dat het waarschijnlijk moet zijn dat het voordeel behaald zal wor-
den: er is een kans van meer dan 50% (more likely than not).
Er zijn een aantal uitzonderingen met betrekking tot het realisatieprincipe, gezien de toepassing een onjuist beeld van de werke-
lijkheid zou geven. Namelijk bij:
- Langlopende werken
- Effecten
- Valutaresultaten
3.4 Matching
Het matchingprincipe is te onderscheiden in product matching en period matching.
Product matching: uitgaven worden toegerekend aan de producten en als zodanig uiteindelijk geactiveerd onder de voorra-
den.
3
, Jade Koopman Financial Accounting
Period matching: uitgaven worden geactiveerd, echter niet onder de voorraden. De geactiveerde uitgaven worden vervolgens
via afschrijvingen toegerekend aan de perioden waaraan de uitgaven dienstbaar zijn.
3.5 Continuïteit
Bij het opstellen van de jaarrekening wordt er van uitgegaan dat de organisatie haar activiteiten zal voortzetten. Als het zeker is
dat het niet dit geval is, dien het continuïteitsprincipe te worden losgelaten en zal van de going concern-grondslag worden afge-
weken. Er moet dan worden gewaardeerd op liquidatiewaarde.
3.6 Voorzichtigheid
Wanneer er sprake is onzekerheden en de financiële consequenties hiervan pas in de toekomst duidelijk worden, moet er be-
slist worden of er in de jaarrekening al rekening moet worden gehouden met de mogelijke verliezen die uit de onzekerheden
voortvloeien.
Het voorzichtigheidsprincipe behandelt mogelijke voordelen anders dan mogelijke nadelen:
- Voordelen: worden geboekt op het moment dat voldoende zeker is dat ze behaald zijn.
- Nadelen: worden genomen zodra ze geconstateerd worden, ook al is het nog niet zeker.
Het opmaken van de balans geschiedt na balansdatum. Gedurende de tijd die verstrijkt tussen het einde van het boekjaar en
het moment waarop de jaarrekening wordt opgemaakt, kunnen zich gebeurtenissen met financiële gevolgen voordoen, waarbij
het de vraag is of die gebeurtenissen na balansdatum invloed hebben op de jaarrekening van het inmiddels afgesloten boek-
jaar.
3.7 Bestendigheid
Externe verslaggeving is een dynamisch vakgebied en blijft daardoor voortdurend in ontwikkeling. Dit kan ertoe leiden dat eer-
der gekozen grondslagen van waardering, winstbepaling of presentatie worden gewijzigd: stelselwijziging.
Prostpectieve benadering: enkel nieuwe grondslagen toepassen op activa of passiva die na de stelselwijziging ontstaan. Ech-
ter is dit in strijd met gelijktijdige bestendigheid.
Retrospectieve benadering: op het moment van stelselwijziging wordt de balans aangepast naar de situatie alsof al vanaf het
begin het nieuwe stelsel gebruikt was. Er ontstaat op het moment van stelselwijziging een waardesprong: het zogenaamde cu-
mulatief effect van de stelselwijziging.
Jaareffect: het verschil in resultaat over het boekjaar als gevolg van de stelselwijziging. Dit verschil wordt opgenomen in de
jaarrekening.
‘
2. Hoofdstuk 4: regelgevers en toezichthouders
4.1: het institutionele kader van de externe verslaggeving
In de EU zijn er twee sets van regelgeving met betrekking tot de jaarrekening:
- IFRS; beursgenoteerde ondernemingen
- De nationale wetgeving van de lidstaten; niet-beursgenoteerde ondernemingen
Het geheel van de Nederlandse verslaggevingsvoorschriften (de wettelijke bepalingen plus RJ’s) wordt aangeduid als Dutch
Generally Accepted Accounting Principles (Dutch-GAAP).
Micro- en kleine rechtspersonen mogen hun jaarrekening opstellen op basis van fiscale grondslagen.
➔ De fiscale grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn opgenomen in de Wet op de vennootschapsbelastin.
Een jaarrekening deels opstellen op fiscale grondslagen en deels op die van de Nederlandse wet/RJ is niet toegestaan.
Op grond van artikel 395a.7/396.6 is het Besluit fiscale waarderingsgrondslagen uitgevaardigd. Hierin zijn nadere regels gesteld
over het gebruik van deze grondslagen. We wijzen erop dat het toestaan van fiscale grondslagen alleen betrekking heeft op de
waardering en resultaatbepaling en niet op de voorschriften die gelden voor het al dan niet opnemen in de balans, de rubrice-
ring van de posten in de jaarrekening en de in de toelichting op te nemen informatie.
Keuzemogelijkheden
Ook niet-beursgenoteerde ondernemingen kunnen kiezen voor IFRS. Gezien de administratieve kosten wordt dit niet vaak ge-
kozen. Ook heeft de IAS-verordening enkel verplichte werking voor de geconsolideerde jaarrekening van beursgenoteerde on-
dernemingen.
Artikel 362.8:
- Als gekozen is voor IFRS, moet dit integraal worden toegepast.
- Als voor de geconsolideerde jaarrekening gekozen is voor Nederlandse regelgeving, moet ook de enkelvoudige jaarre-
kening op basis van deze voorschriften worden opgesteld.
- Als voor de geconsolideerde jaarrekening gekozen is voor IFRS, kan voor het opstellen van de enkelvoudige jaarreke-
ning uitgegaan worden van:
o Integrale toepassing Nederlandse verslaggevingsvoorschriften, of
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jadekoopman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.