IF leerdoelen per thema
succes groetjes max
Thema 1
- Definieer de (maximale) zuurstofopname.
VO2 max meet de maximale hoeveelheid O2 die per minuut opgenomen kan worden
(mL/min). Geeft aan hoe goed je lichaam ingeademde O2 om kan zetten in energie.
- Beschrijf hoe zuurstofopname gemeten wordt.
Met een saturatiemeter. “Vingerhoedje” met 2 lampjes, rood en infrarood, schijnen door
vinger op fotocel. Aan de hand van de hoeveelheid licht die doorgelaten wordt, wordt de O2
opname gemeten.
- Bereken de zuurstofopname en koolstofdioxide afgifte aan de hand van metingen.
(haldane formules)
VO 2=V E❑ [ ( %N 2 E × 0.265¿−%O 2 E ) ]❑ & [
VO2 = Vi %O 2 I ( %N 2E )
%N 2 I
x %O 2 E
]
VCO2E = VE (%CO2E - 0.03%)
- Definieer het ‘respiratoir quotiënt’ (RQ) en de ‘respiratory exchange ratio’ (RER).
De RQ wordt gemeten in het weefsel. De berekening:
RQ = CO₂ productie / O₂ consumptie
De RER wordt gemeten met de uitgeademde waarden. De berekening:
RER = VCO₂ / VO₂
- Beschrijf de relatie tussen de RQ en de voor metabolisme gebruikte voedingsstoffen.
De RQ waarde, kan laten zien welke voedingsstof er gebruikt is voor de verbranding.
RQ = 0,7 is vetverbranding
RQ = 0,82 is eiwitverbranding/gemengd
RQ = 1,0 is koolhydraatverbranding
RQ > 1,0 is anaerobe verbranding, ook wel de verbranding van vetzuren.
Hoe groter de RQ, hoe meer er energie per O₂ vrijgemaakt kan worden.
goede uitleg over van de hierbovenstaande leerdoelen.
,- Definieer het basaal metabolisme(BMR) en het rustmetabolisme(RMR).
BMR: energie die minimaal nodig is om lichaam te laten functioneren (in leven blijven)
RMR: BMR + energie die nodig is voor verteren en verwerken voedsel
- Beschrijf de belangrijkste vijf factoren die het totale dagelijkse energieverbruik
kunnen beïnvloeden.
1 fysieke activiteit 3 verwerken eten 5 zwangerschap
2 dieet 4 klimaat
- Definieer de ‘MET’.
Hoeveelheid energie die een fysieke activiteit kost ten opzichte van de RMR.
Een maat voor rustmetabolisme.
Voor vrouwen geldt 1 MET = 200 ml / min
Voor mannen geldt 1 MET = 250 ml / min
- Beschrijf de relatie tussen hartfrequentie en energieverbruik
Er is een lineaire relatie tussen hartslag (HR) en en de VO2. De VO2 en het energieverbruik
kunnen dan ook geschat worden op basis van de hartslag.
- Beschrijf de Fick vergelijking. (ficks diffusie wet)
De wet van Fick beschrijft de diffusiesnelheid van zowel vloeistoffen als gassen.
VO2 = HMV (hart-minuut volume) x O2 difference
De wet van Fick is een diffusiewet. De wet van Fick zegt dat gas diffundeert door een membraan met
een snelheid die:
- Direct proportioneel is met het oppervlak(A)
- Afhankelijk is van de diffusieconstante(D)
- Afhankelijk is van drukverschil over de membraan(ΔP)
- Invers proportioneel is met de dikte van het membraan(T)
Vgas= (A * D * ΔP) / T
Thema 2 https://www.studeersnel.nl/nl/document/vrije-universiteit-amsterdam/inleiding-inspanningsfysiologie/
leerdoelen-thema-2/9912299
- Beschrijf uit welke anatomische onderdelen het ventilatoire systeem bestaat.
de longen, het hart,
- Beschrijf in welk deel van het ventilatoire systeem de gasuitwisseling plaatsvindt.
De gasuitwisseling vindt plaats in de alveoli. Dit zijn de laatste vertakkingen. De wand tussen
bloedcapillair en alveoli is 2 cellagen, dus hier kan goed uitwisseling plaatsvinden.
- Beschrijf het mechanisme van inspiratie en expiratie.
inspiratie; diafragma (parachute vorm, buikademhaling) en intercostale spieren (emmer
hengsel)
Expiratie; in rust passief en tijdens inspanning worden de buikspieren en intercostale
spieren actief gebruikt.
, - Kwantificeer de statische en dynamische longfunctieparameters.
- Statische longfunctie geeft een indruk over de elasticiteit van de longen en de
borstkas geeft alleen een momentopname weer.
-Dynamische longfunctie geeft een indruk van de kwaliteit van de luchtwegen zelf, ze
laten zien of er belemmering is in de luchtstroom. dynamische longvolume is de
hoeveelheid lucht die tijdens beweging met geforceerd uitgeademd wordt door spirometer.
Statische longfunctieparameters zijn capaciteiten.
Tidal Volume (TV): het volume dat per ademhaling wordt getransporteerd.
- Ongeveer 0,4-1,0 L.
- Wordt tijdens inspanning vergroot.
Inspiratoir reservevolume (IRV): het volume dat bij diepe inademing, naast het TV, nog extra
ingeademd kan worden.
- Ongeveer 2,5-3,5 L.
- Wordt kleiner naarmate je ouder wordt.
Expiratoir reservevolume (ERV): het volume dat bij diepe uitademing, naast het TV, nog extra kan
worden uitgeademd.
- Ongeveer 1,0-1,5 L.
- Wordt kleiner naarmate je ouder wordt.
Forced vital capacity (FVC): het volume van maximale inademing tot en met maximale uitademing.
- Ongeveer 3,2-4,8 L.
Residual long volume (RLV): het volume van de lucht die na maximale uitademing nog overblijft in de
longen.
- Ongeveer 1,0-1,2 L.
- Is groter na lichamelijke activiteit, is na 24 uur weer normaal.
- Wordt groter naarmate je ouder wordt.
Total lung capacity (TLC): het volume lucht in de longen na maximale inademing.
- Ongeveer 4,2-6,0 L
- RLV + FVC
Dynamische longfunctie parameters hangen af van 2 factoren:
- maximale slagvolume van de longen (FVC)
- de snelheid waarmee een volume lucht wordt getransporteerd (breathing rate,
ademfrequentie). Het gaat om de capaciteit binnen een tijdsbestek.
- Airflow capacity zegt iets over de uitademing kracht van de longen.
- Airflow capacity = (FEV1.0 / FVC)
- FEV1.0 = Forced expiratory volume (FEV), gemeten over 1 seconde, dus het
maximale uitademingsvolume in 1 seconde.
- Maximum voluntary ventilation (MVV) geeft de longcapaciteit bij het snel en diep ademhalen
gedurende 15 seconden.
- Als je dit een minuut lang zou doen, krijg je 35-40x de FEV
Hyperinflatie vindt men terug in de statische longfunctieparameters volumen.
Dynamische is de minuut ventilatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller guusjevanwijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.98. You're not tied to anything after your purchase.