Examenvragen pathologie 2
1. Beschrijf de verschillen tussen goedaardige en kwaadaardige gezwellen, hun
architectuur en classificatie.
Goedaardige gezwellen Kwaadaardige gezwellen
Expansieve groei: Infiltratieve groei
Ze duwen het omgevende weefsel opzij zonder het Ze duwen de vezels en weefsel niet opzij, maar
aan te vallen = pseudokapsel, wat er voor zorgt dat doorbreken het, ze maken het kapot. Het is een
goedaardige tumoren in hun structuur veel beter groei buiten het weefselcompartiment, waaruit ze
afgelijnd of begrensd zijn. zijn ontstaan. Ze worden hierin geholpen door hun
hoge groeisnelheid en goede beweegelijkheid.
Men kan de rand van de tumor voelen.
De rand van de tumor is moeilijk te voelen, het
Goed gedifferentieerde cellen = Een lipoma of gezwel hangt met allerhande klauwtjes vast aan het
vetbolletjes heeft zowel macro- als microscopisch omringende weefsel, een krab die overal aan vast
het uitzicht en ook de functionele eigenschappen hangt.
van vetweefsel)
Epitheliale tumorcellen van een slokdarmcarcinoma
kunnen bv. doorgroeien in de submucosa, de
spierlagen en zelfs de luchtpijp.
=> Infiltratieve groei geeft tumorcellen de
mogelijkheid tot uitzaaien of metastaseren.
X: tumoren niet volledig weg -> groeit verder:
Komen plots een lymfevat tegen -> lymfeknopen
(onder de oksel) -> groeien verder -> komen een ader
tegen (meedrijven met de stroom) -> komen terecht in
de longen = metastasen: uitzaaiingen: palliatieve
situatie (niet meer volledig herstel) -> laten zich
meedrijven naar het hart (kleine -> grote
bloedsomloop) -> volledig in het lichaam.
Architectuur van een gezwel:
Gezwellen groeien meestal niet als een ongestructureerde massa cellen.
Ze bestaan immers niet alleen uit tumorcellen, maar ook uit gastheercellen.
Net zoals alle groeiende cellen geven ook tumorcellen groeifactoren af voor bloedvaten en
bindweefsel. Een tumor zorgt dus op de duur ook voor de aanmaak van zijn eigen bloedvaten en zijn
eigen extracellulaire matrix.
Architecturale kenmerken zijn ook een belangrijke factor in de herkenbaarheid van een tumor.
Carcinoma (kwaadaardig gezwel van epitheliale oorsprong) is vaak onder de microscoop als dusdanig
herkenbaar omdat de cellen in een aaneengesloten epitheliaal verband liggen.
Classificatie van tumoren (zeer belangrijk):
A. Klassieke terminolige:
Eigenschappen geven arts immers een indruk van oorsprong, prognose en mogelijke behandeling van
de tumor.
,De eerste vraag: tumor goed- of kwaadaardig? Afleiden uit de morfologie van de celkernen
en de hoeveelheid mitosefiguren men
waarneemt in het weefsel.
De tweede vraag: van welk type tumor is er sprake?
- Cellen van epitheliale oorsprong: goedaardige vorm = papilloma
kwaadaardige vorm = carcinoma
-Cellen van epitheliale klier-oorsprong: goedaardige vorm = adenoma
kwaadaardige vorm = adenocarcinoma
-Afkomstig van steun of tussenweefsel van de weke delen = sarcoma
Bv. lipoma/liposarcoma en fibroma/fibrosarcoma.
B. Uitzonderingen:
- Melanoma Kwaadaardig tumor ontstaan uit cellen van moedervlek of naevus
- Mesothelioma Kwaadaardig tumor afkomstig van het longvlies
- Lymfoma Ziekte van Hodgkin, gezwel dat uit lymfocyten bestaat en zich meestal
kwaadaardig gedraagt
- Myeloma Ziekte van Kahler, een aantal groepen kwaadaardige woekeringen in het bot
die van hematogene oorsprong zijn
- Myelodsyplasie Dysplastische cellen in het beenmerg, die door hun ongebreidelde groei,
andere celreeksen verdringen, waardoor een te kort aan RBC kan ontstaan bij
een patiënt (=anemie)
C. “Witte bloedcel kankers”
= Leukemie; Wat letterlijk “witte bloedcellen in het bloed” betekent
-> Kan men onder microscoop kan waarnemen.
-> Ingedeeld in acuut (kwaadaardig, snelle goei) en chronisch (eerder goedaardig), en volgens de
myeloide of lymfoide afkomst van de cellen, onderscheiden we:
-Acute myeloide leukemie (AML): vooral bij kinderen en via chemo
-Chronische myeloide anemie (CML)
-Acute lymfatische leukemie (ALL)
-Chronische lymfatische leukemie (CLL)
,2. Bespreek het mechanisme van een invasie en metasering
Bv.: in epitheliale tumoren kunnen tumorcellen de basale membraan passeren.
Hoe slagen tumorcellen erin om het omgevende weefsel aan te vallen en zich buiten de grenzen
van hun weefselcompartiment te begeven?
A. Losraken uit weefselverband
In normaal epitheelweefsel: cellen aan hecht met cel-cel en cel- matrix adhesiemoleculen
“tight junctions”
Adhesiemoleculen zorgen ervoor dat de cellen in het weefsel hun correcte plaats behouden. Bij
tumorcellen: deze moleculen zijn dikwijls defect. Cellen liggen gewoon los in de matrix en zijn dus
ook mobieler.
B. Proteolyse
Ontstekingscellen, zoals macrofagen, produceren niet-specifieke proteasen zoals trypsine.
Er worden echter ook specifieke matrixproteasen gesynthetiseerd; breken het collageen af.
Op die manier banen de ontstekingscellen zich bij wijze van spreken een weg doorheen het weefsel.
Tumorcellen die invasieve groei vertonen zijn tot hetzelfde mechanisme in staat.
C. Migratie
Tumorcellen bezitten in vergelijking met normale cellen een verhoogde motiliteit; niet alleen het
gevolg van de afwezigheid van tight junctions en de productie van proteasen. Het cytoskelet in de cel
zorgt voor beweging.
Eenmaal infiltratief hebben de tumorcellen het vermogen om in bloedvaten of lymfevaten binnen te
dringen en zich te laten meevoeren met de stroom. Dit vormt het begin van metastasering.
D. Metastasering
Via lymfebanen worden tumorcellen versleept naar eerstvolgende lymfeklierstation. Daar kunnen ze
vast komen te zitten, verder groeien en zo een metastatische haard veroorzaken. Van daaruit kan
dan een volgend lymfeklierstation bereikt worden of een bloedvat.
Hematogene metastasen ontstaan als de tumorcellen in de bloedbaan terechtkomen. Ze komen
immers vast te zitten in het eerstvolgende capillaire vaatbed. Tumoren uit de huid, de keel, en de
weke delen zullen vooral longmetastasen veroorzaken. Tumoren van het gastro-intestinaal stelsel
zullen via de vena porta levermetastasen veroorzaken. Longtumoren kunnen via de linker voorkamer
en de linkerkamer naar overal in het lichaam uitzaaien.
Het probleem van tumorcellen die in het bloed circuleren is uitgebreid bestudeerd. Vroeger dacht
men immers dat, indien men in het bloed van de patiënt tumorcellen kon aantonen, dit automatisch
een teken was dat er reeds metastasen aanwezig waren. Dit is echter niet zo. Circulerende
tumorcellen geven niet altijd aanleiding tot metastasen.
Sommige tumorcellen kunnen ook metastaseren via andere wegen. Een longtumor kan via de pleura
andere delen van de long aantasten. Een ovariumtumor kan via het peritoneum in het hele abdomen
uitzaaien.
, 3. Bespreek het ontstaan van kanker
Transformatie Tumoren ontstaan als gevolg van celvermeerdering. Een cel die een transformatie
ondergaat wordt dus ineens een tumorcel die zich ongeremd kan beginnen vermenigvuldigen.
->Aan het proces van transformatie liggen mutipele afwijkingen (mutaties) in de genetische
informatie = genoom (= het geheel van genetische informatie in de celkern).
Kanker is dus te beschouwen als een verworven afwijking in het genoom van de cel.
Het mechanisme van ontstaan van kwaadaardige tumoren = oncogenese of carcinogenese.
In het algemeen zijn tumoren monoclonaal: ze zijn ontstaan uit één enkele cel.
Er zijn meerder wijzigingen in het genoom nodig vooraleer een cel kan transformeren naar een
kankercel. Carcinogenese of oncogenese is dus een proces dat in meerder stappen verloopt.
Oorzaken:
A. Erfelijkheid: spelen een rol in het ontstaan van colon-, ovarium- en borsttumoren -.
Vooral bij borst- en ovariumtumoren is het zogenaamde BRCA-gen actueel.
Dames met mutaties in het BRCA1 of het BRCA2 gen hebben een sterk verhoogde kans op
borstkanker: tot 60 procent van hen zal borstkanker ontwikkelen voor 70 jaar.
Dit is 5 x meer dan het cumulatief risico dat een vrouw heeft zonder de mutatie. Niet alleen is het
cumulatief risico groter, de kanker manifesteert zich bij deze personen ook op jongere leeftijd dan bij
de globale bevolking.
Nadeel: Screening op het BRCA-gen: duur en omslachtig & houdt ook een aantal ethische
beslissingen in. DUS = aangewezen bij dames met 2 of >2 naaste familieleden die borstkanker op
jonge leeftijd hadden.
=>Indien screening wijst op een defect BRCA-gen, rijst een ethische discussie. In elk geval is bij hen
een 6-maandelijkse mammografie aangewezen, maar sommige bronnen gaan zo ver om bij een
defect BRCA-gen preventief een bilaterale chirurgische borstwegname uit te voeren met ev. plaatsen
van een prothese. Hoewel dit laatste de kans op borstkanker tot nul herleidt, kiezen gelukkig slechts
weinig patiënten voor deze aanpak. Er zijn aanwijzingen dat gebruik van orale contraceptiva (“de
pil”) bij patiënten met BRCA-defect het ontstaan van borstkanker nog kan versnellen. Zij doen best
een beroep op andere vormen van contraceptie.
Gelukkige krijgt niet iedereen met erfelijke predispositie ook daadwerkelijk kanker. Want…
B. Omgevingsfactoren die kankerverwekkend zijn = carcinogeen.
Aangezien kanker ontstaat door afwijkingen in het genoom, zullen carcinogenen in staat zijn om
wijzigingen in het genoom aan te brengen.
Stoffen die carcinogeen zijn: geen goed bewijs van! (zoals GSM’s, hoogspanningsmaten, light
frisdranken, spaarlampen en zelfs kaarslicht: niet bewezen dat dit kankerverwekkend is)
Chemische carcinogenen:
Directe carcinogenen: Indien ze onmiddellijk schade veroorzaken.
Meest belangrijke vormen: chemotheropeutica = patiënten die, na behandeling met chemotherapie,
op latere leeftijd een tweede kanker ontwikkelen.
Indirecte carcinogenen: worden pas carcinogeen nadat ze in het lichaam worden omgezet. Komt
vooral voor bij organische koolstofverbindingen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gvdmaele. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.