Dit document bevat de uitwerking van de preparaten van bijzondere weefselleer. Met het leren van dit bestand en mijn bestand met de uitwerking van de examenvragen heb ik een 18/20 gehaald.
Succes met leren!
Bijzondere weefselleer van
de huisdieren
I. Brouns
Uitwerking preparaten
2de bachelor diergeneeskunde
1
,Practica 1 integument
D2/12 Voetzool
we hebben te maken met dikke onbehaarde huid. Er zijn 3 verschillende lagen; epidermis
(epitheellaag), dermis (BWlaag), (dermis en epidermis vormen samen cutis/huid) en
hypodermis.
In de hypodermis kunnen we veel vetweefsel terugvinden. Vetcellen zijn grote blazige
kernen die gedrukt lijken via verschillende kanten, de kernen zitten tegen het celmembraan
aan en we zien weinig cytoplasma terug omdat het gevuld is met vet. Hiertussen vinden we
losmazig BW terug. De belletjes en streepjes zijn artefacten.
Dermis; ligt hierboven en bevat dicht onregelmatig BW, de collageenbundels zitten namelijk
in onregelmatige richtingen. Nog verder naar boven zien we losmazig BW met dermpapillen
die afwisselen met epidermiskammen. De dermis kunnen we dan ook indelen in str
papillare en str reticulare. De papillen en de kammen geven het speciale groeven waardoor
we specifieke vingerafdrukken krijgen. De epidermis zit stevig vast met de dermis zodat er
weinig wrijving kan optreden en het niet los kan. Het basaalmembraan ligt op de grens
tussen de dermis en epidermis. De dermis bestaat uit meerla verh plav epi, waarin we
verschillende strata kunnen terugvinden;
- Str basale; vooral veel celdeling, waardoor proliferatie waardoor de bovenliggende
lagen naar boven worden gestuurd
- Str spinosum; deze cellen zitten stevig aan elkaar vast dmv desmosomen, hierdoor
krijgen we een ladder structuur (doorntjes/spina). Vrij dikke laag
- Str granulosum; deze laag bevat keratohyalinekorrels, dit bevat het eiwit agrine en
dit zorgt dat de keratine filamenten nog beter aan elkaar kunnen hechten waardoor
we een stevig cytoskelet krijgen. Ook bevat het membrane coating
korrels/oatlandbodies die hebben een vetachtige substantie wat ervoor zorgt dat
voedingstoffen die via diffusie doorheen het epitheel wil migreren wordt
tegengehouden, hierdoor zien we zowel levende cellen als dode cellen.
- Str lucidum; dunne licht gekleurde laag
- Str corneum; laag van dode cellen, dus geen kern
- Str disjunctum; afschilvering
Zweetklieren zijn gewonden tubulaire klieren wat we terugvinden op de grens van de
dermis en de hypodermis. Bij een doorsnede van gewonden tubulair zien we veel dwarse
doorsnede met duidelijke lumen met apicale kant en basale kant. De secretoire cellen
vormen 1-lagig epi waarbij we soms myoepitheelcellen rondom het secretoire deeltje
kunnen terugvinden.
Het zweet wordt vervoerd naar het oppervlak, hierbij vinden we overlangse doorsnedes in
de str reticulare, dit bevat 2-lagig epitheel. Op sommige plaatsen zie je afvoergangen vanuit
de dermis, de epidermis binnendringen. In het str reticulare verlopen ze recht en in het
epidermis lopen ze kronkelend.
De lichaampjes van Vater-Pacini gelijken een beetje op een doorgesneden uit (enkel te zien
bij de grootste vergroting, niet op ieder prep) en deze kunnen vibraties registreren. Ze
hebben een middelpunt met een zenuwvezel (niet zichtbaar) met concentrische lamellen
(gliacellen) hierrond met een BW kapsel. Ze komen voor in de hypodermis. Wanneer de
concentrische lamellen tov elkaar bewegen wordt er wat geregistreerd wat wordt
doorgestuurd naar het CZS.
2
,Lichaampjes van Meissner liggen thv de dermpapillen. We vinden veel capillairen terug
omdat er een goede bloedvoorziening nodig is voor de dermis. De lamellen liggen
evenwijdig aan elkaar, waarbij we een rondachtige structuur zien, ook hier bevindt zich een
afferente zenuwvezel (niet zichtbaar) die beweging registreert. Hieromheen zien we een BW
kapsel en van binnen zien we de kernen van de cellen van Schwann. De capillairen zijn
moeilijk te onderscheiden van de LVM.
D2/11 Cutis (onbehaarde huid) hond
De huid kan afschilveren, dus er is sprake van verhoorning. De epidermis heeft 2 kleuren
namelijk het roze buitenste laag en de paarse laag hieronder. Dit komt door verhoorning.
De epidermis heeft een golvend verloop en bevat lamina epithelialis. Het epidermis hang in
elkaar geplooid met de dermis door een epidermiskam ^ naast een dermpapil ˇ. Het BW van
de dermis is door de HE roze aangekleurd. Vaak zie je ook nog een hypodermis dit een
stootkussen met vetcellen, echter op het prep niet zichtbaar.
Het basale membraan ligt tussen de grens van de epidermis en de dermis. Het stratum op
het basale membraan is het stratum basale. Dit is 1 rij kernen hoog. Het wordt gevolgd door
een *polygonale cellaag in het stratum spinosum. Deze laag wordt gevolgd door een laag
met veel korrels (keratohyaline granula) en behoort tot het stratum granulosum. Deze
korrels bevatten 2 stoffen die nodig zijn van verhoorning/keratinisering, het bevat keratine
(zodat de cellen aan elkaar blijven plakken) en een hydrofobe stof (zorgt voor opbouw voor
vetachtige structuur in de tussenruimte in de cel, hierdoor krijgt de cel geen voeding meer
en is het vochtafstotend). Het eerste verhoorde laagje is het stratum disjunction dit is heel
dun en geeft de dode cellen af. Gevolgd door stratum corneum dit is een grotere band, hier
zie je dat de kernen aan het aftakelen zijn en dus verdwijnen. Stratum lucidum zit hier dun
onder.
Onder in de epidermis ligt het BW/dermis. Het eerste deeltje in de dermpapillen hebben
aardig wat celkernen en heet het stratum papillare, dit is losmazig BW. Daaronder ligt het
stratum reticulare, hier zie je doorsnedes door kleine buisjes structuren dit zijn de
zweetklieren (gekronkelde busjes die zijn doorgesneden geeft een iets paarsere uitzicht).
Zweet wordt afgevoerd naar buiten toe, de afvoergangen zijn donker aangekleurd en gaan
volledig door de epidermis. Zweetklieren hebben een ronde celkern die redelijk donker zijn
aangekleurd. Het bevat sereus secreet want de kern is niet weggedrukt en de kern is rond,
ook zie je het lumen. Er is sprake van een merocriene sekretiewijze.
De klieren worden benoemd adhv afscheidingsplek, dus endocrien (in bloedbaan, dus nauw
tegen een bloedvat, zijn vaak hormonen) of exocrien (naar buitenwereld). Sommige organen
bevatten zowel endo als exo dan is er sprake van gemengd. In de telo submucosa of telo
mucosa zie je afvoergangen door de epidermis naar buiten toe lopen.
Een ecocriene klier kan uni- of multicellulair zijn. Slijmbekercellen zijn unicellulair en hebben
direct contact met de buitenwereld, er is sprake van multicellulair wanneer meerdere cellen.
Multicellulaire kliercelgroepen kunnen indeelt worden naar gelang;
- Vorm; tubulair (lumen is zichtbaar) en acinair (lumen is niet zichtbaar) en tubulo-
acinaire klieren
- Secretieproduct; sereus (waterig, donkerder aangekleurd door uitgebreid RER en
secretievesikels met ronde kern) en muceus (mucus wordt opgestapeld aan de
3
, apicale kant hierdoor wordt de cel naar de basalekant geduwd, lichter van kleur) en
sero-muceuze. Vetachtig secreet lijkt muceus maar de cellen liggen centraal
- Secretiewijze; merocrien (de gehele cel blijft intact), apocrien (apicale deel wordt
mee uitgescheiden, apicale celopp stulpt mee uit in het lumen) en holocrien (de
volledige cel propt zich vol met secretieproduct en gaat dan dood. Bij holocriene
klieren vind je bij de afvoergangen cellen terug zonder duidelijke kern).
Afvoergangen vind je terug bij multicellulaire exocriene klieren, dit kan enkelvoudig of
samengesteld zijn.
De bruinachtige korrels uit de str basale zijn de melanine korrels.
D2/2 Cutis (onbehaarde huid) humaan
Thv de epidermis hebben we een str lucidum, deze kunnen we goed onderscheiden door de
lichtere kleur ivm str corneum. Verder zien we hier ook de melanine korrels in het
cytoplasma van de keratinocyten (geldt ook voor D2/11) in het bruin.
D4/2 Zwoerd (licht behaarde huid), varken
De verhoudingen zijn hier apart. De epidermis en dermis zij namelijk zeer beperkt terwijl de
hypodermis vooral bestaat uit vetweefsel. Er is sprake van meerla verh plav epi. De grana in
het str granulosum zijn beperkt, terwijl we wel veel oadland bodies hebben, waardoor we
de verhoorning hebben in de str corneum. Verder hebben we nog een uitgebreid str
disjuncticum. De dermis papillen en epidermis kammen zijn zwakker doordat we minder
goede aanhechting hebben van de structuren. De dermis heeft onregelmatig dicht BW met
grote roze structuren met oranje/paars vanbinnen, dit zijn doorsnedes van haren. We zien
ook doorsnedes van BV en ZB (zenuwbundels). Verder zien we grote zweetklieren (apocrien,
komen het meeste voor bij de HD, bevatten een groot open lumen).
De opbouw van de haartjes bespreken we bij D3/1 en Dn3/2.
D3/1,2,7 (D3/5,6) behaarde huid (34.00)
|| D3/1.2.7 zijn overlangse doorsneden||D3/5.6 dwarse doorsnede van de haar||
Overlangse doorsnede
We zien de verschillende lagen. De hypodermis bevat veel vetweefsel de dermis bevat
onregelmatig dicht collageen BW.
Epidermis is verhoornd meerlagig plave epi waarbij we verschillende strata kunnen
teugvinden. Stratum basale, spinosum, granulosum (beperkte keratohyaline korrels omdat
we een dunne huid hebben), corneum en disjunctivum. Het is een epidermaal derivaat, dit
zien we omdat het basale membraan loopt verder in de structuren waaruit het haartje is
opgebouwd. Het basale membraan loopt in de BW en epitheel-achtige gedeelte. Het str
basale en spinosum hebben beide plooien naar binnen toe en vormen het levende gedeelte.
Als we kijken naar de laag van levende cellen zien we dat deze doorloopt naar onder toe (in
de haar) en helemaal bij de kern van de haar zien we levende cellen die gespecialiseerd zijn.
Het gebied onderaan ons haartje is de bulbus en hier hebben we een matrix met niet-
gedifferentieerde cellen bevat, dit zijn de keratinocyten. Op de grens tussen bulbus en BW
papil zitten de stamcellen die gaan delen en dit zal ervoor zorgen dat alle bovenliggende
cellagen naar buiten worden gestuurd. Thv de matrix hebben we levende cellen met
celkernen die zalmrose cytoplasma bevatten en hoe meer we naar de buitenwereld gaan
hoe meer het cytoplasma geel wordt door de opstapeling van keratine en verdwijnen de
celkernen. Tot slot zijn er enkel nog verhoornde cellen. Het middendeel van de matrix zorgt
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller diergeneeskundeua. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.89. You're not tied to anything after your purchase.