1. Actief en effectief leren
a. Vorm van klassikaal onderwijs waarbij de docent de leiding heeft. Interactief en
probleemgestuurd onderwijs maken het effectiever dan individueel leren.
2. Zichtbaarheid van het denken
a. Het manifesteren van het individu is zichtbaar in de klas voor de docent en
medeleerlingen. Deze zichtbare manifestatie kan door de docent worden herkend en
er kan in worden gegaan op zwakke en sterke kanten van het denken en krijgt
iedereen de kans om te denken. Hierdoor krijgen ook stille leerlingen de kans om
3. Ontwikkeling van het leren
a. Als het denken van de leerlingen zichtbaar is kan de docent de leerlingen sturen om
hun gedachten te verwoorden. Er kan direct worden ingegaan op denkfouten, valse
voorstellingen of verkeerd woordgebruik. Daarmee wordt het leren effectiever en kan
er ontwikkeling van het leren plaatsvinden. Een onderwijsleergesprek dwingt je
gedurende samenwerking je helder te uiten. En daarmee ontwikkelt het denken zich.
4. Verschillende invalshoeken
a. Tijdens een onderwijsleergesprek zullen leerlingen het te behandelen probleem
vanuit verschillende kanten bekijken en zo samen tot een gemeenschappelijk
antwoord proberen te komen.
Wat is een onderwijsleergesprek?
Een onderwijsleergesprek, ook wel bekend als de socratische methode, is een gestructureerd
groepsgesprek in het onderwijs met een specifiek leerdoel. Het doel is om leerlingen zelf nieuwe
kennis te laten ontdekken door gezamenlijk vragen te beantwoorden en samen nieuwe inzichten op
te bouwen. Voorafgaand aan het gesprek formuleert de docent relevante vragen die aansluiten bij
het educatieve doel, en het is essentieel dat de leerlingen al beschikken over basiskennis.
Het voeren van een onderwijsleergesprek is uitdagend, omdat het sterk afhankelijk is van de
antwoorden en reacties van de leerlingen. De docent speelt een actieve rol door door te vragen, uit
te dagen en samenwerking te bevorderen om tot oplossingen en conclusies te komen. Dit gesprek
combineert de ontwikkeling van het denkproces van de leerlingen met het oplossen van specifieke
problemen.
Tijdens een onderwijsleergesprek krijgen leerlingen de kans om nieuwe ideeën te vormen en te
testen of ze gezamenlijk tot een antwoord kunnen komen. De docent fungeert als begeleider van het
leerproces en faciliteert de discussie. Het belangrijkste onderscheid met informele gesprekken is de
gestructureerde aanpak, waarbij de docent de leiding heeft in het gesprek.
Open en gesloten vormen van een onderwijsleergesprek
De gesloten vorm wordt veruit het meeste gebruikt. De docent leidt de leerlingen naar een vooraf
bekende conclusie/ oplossing. De docent stelt hierbij vragen en laat leerlingen antwoorden en actief
meedenken over de vraag.
De open vorm wordt gebruikt om het gesprek naar een onbekende conclusie/ oplossing te leiden. De
docent weet vaak ook niet waar het gesprek naartoe gaat, maar dit stimuleert de leerlingen hun
denken zichtbaar te laten worden. Deze vorm is wel het moeilijkst voor de docent, omdat er geen
enkele richtlijn vooraf bestaan.
Kimberly Frehe
,De vijf sleutelbegrippen
Door tijdens een onderwijsleergesprek rekening te houden met de vijf sleutelbegrippen, vergroot je
de kans dat alle leerlingen leren en dat leerlingen van elkaar leren.
1. Positieve wederzijdse afhankelijkheid
a. Dit is te realiseren als de docent duidelijk maakt dat hij enkel de gespreksleider is en
niet met antwoorden zal komen. Dit stimuleert de leerlingen samen te werken om tot
antwoorden te komen. Leerlingen hebben elkaar nodig om tot antwoorden te
komen.
2. Individuele aanspreekbaarheid
a. De docent kan dit realiseren door niet of nauwelijks leerlingen aan te wijzen en
bewust willekeurig beurten te geven.
3. Directe interactie
a. Leerlingen moeten zich tot elkaar richten en niet tot de docent.
4. Aandacht voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden
a. Stel gespreksregels vast en reflecteer regelmatig op de manier van communiceren en
leren tijdens een onderwijsleergesprek.
5. Aandacht voor het groepsproces
a. Let op het gevoel in de groep. Leerlingen moeten zich veilig voelen deel te nemen in
het gesprek. Evalueren van het gesprek met de hele klas.
Waar in het leerproces vindt zo’n onderwijsleergesprek plaats?
Er zijn 4 toepassingsmogelijkheden voor het onderwijsleergesprek:
1. Het verkennende onderwijsleergesprek
a. Dit vindt plaats voorafgaand aan of aansluitend op de uitleg of een serie lessen. De
kern van het gesprek is dan: ‘Wat weten jullie al van het onderwerk?’ of ‘Wat zijn
jullie al te weten gekomen?’. De functie hier is dan het activeren van de voorkennis
van de leerlingen of te weten krijgen hoe de nieuwe kennis gekoppeld is aan de
voorkennis. Hier is het onderwijsleergesprek gericht op de leeractiviteit ‘integreren’.
Om nieuwe kennis te koppelen aan voorkennis, wordt het leren en onthouden van de
nieuwe kennis makkelijker.
2. Het themagerichte onderwijsleergesprek
a. Dit gesprek vindt plaats ter verdieping van een door de docent vastgestelde vraag of
thema. Hier heeft het leergesprek de functie van verdere ontwikkeling van het
denken van de leerlingen. Een vastgesteld probleem of vraag wordt hier door de
leerlingen verdiept en samen vinden zij het antwoord op de vraag.
3. Het aanleren van leer- en oplossingsstrategieën
a. ‘Hoe kun je dergelijk probleem aanpakken?’. Het gesprek is gericht op de
ontwikkeling van de metacognitieve vaardigheden van leerlingen door aandacht te
besteden aan de manier waarop leerlingen een probleem kunnen aanpakken.
4. Het bespreken van nieuwe werkwijzen
a. Hierbij is het gesprek minder gericht op het leren, maar meer op de voorwaarden
voor het (samen) leren dan op nummer 3 (hoe los ik iets op).
Kimberly Frehe
,Hoe voer je een onderwijsleergesprek uit?
Bij het uitvoeren van een onderwijsleergesprek is het belangrijk om het denken van de leerlingen
centraal te stellen. Hiervoor moet je goed luisteren naar wat een leerling zegt en hierbij ook proberen
inzicht te krijgen in zijn denkprocessen. Het kan namelijk zijn dat een leerling een andere richting in
denkt dan jij, maar dit betekent niet dat de leerling fout zit.
Tijdens een onderwijsleergesprek bestaan geen foute antwoorden. Dit is wat een
onderwijsleergesprek onderscheidt van werkvormen die je tijdens het controleren van begrip kunt
aanbieden. De antwoorden van leerlingen zijn een opmaat om verder denkstappen te zetten en
kunnen gebruikt worden om verder na te denken over bepaalde zaken.
Bij het voorbereiden van het onderwijsleergesprek kan een observatielijst worden gebruikt:
Tops Tips
Vraag formuleren:
- Start met een uitdagende beginvraag
- Zorg dat de vragen voldoende specifiek zijn
Vragen stellen:
- Stel de vraag aan de hele groep – denkpauze – wijs
een leerling aan
- Stel 1 vraag tegelijk
Reageren op antwoorden:
- Waardeer het antwoord positief en vraag om reacties
- Inventariseer de antwoorden
- Accepteer foute antwoorden en speel door
- Controleer of alle studenten het antwoord begrijpen
Gesprek leiden:
- Betrek alle studenten bij het gesprek
- Laat je sturen door input van de klas, probeer
structuur aan te brengen
- Tussentijds samenvatten
- Evenredige gesprekstijd verdeling
- Eenzijdige meningen voorkomen
Doeltreffende didactiek
Onderwijsleergesprek beginnen:
Stellen van vragen
Goede vragen stellen is een van de krachtigste middelen om het denken en leren van leerlingen te
stimuleren. Vragen stellen kan de aandacht richten, leerlingen nieuwe info laten verbinden met
voorkennis, een begrip zichtbaar maken, kennis laten toepassen of leerlingen aanmoedigen hun
opvattingen of waarden ter discussie te stellen.
Niveau van vragen stellen
Hogere orde leren stimuleren:
1. Creatief toepassen
a. Hoe weet je dat?
b. Hoe kun je daarachter komen?
c. Je hebt net gehoord over .. welk deel is gebaseerd op geloven en welk deel op
feitelijk onderzoek?
Kimberly Frehe
, 2. Integreren
a. In welk opzicht is de oplossing die Jantje net inbracht anders dan de oplossing die we
vorige les hebben besproken?
b. Hoe zou de verklaring die we net hebben gehoord, kunnen worden toegepast op…?
Lage orde leren stimuleren:
3. Onthouden/ begrijpen
a. Geef in je eigen woorden weer wat Jantje net vertelde.
Het stimuleren van hoge orde leren resulteert in een interactief leerklimaat in de groep dan wanneer
we focussen op onthouden en begrijpen.
Wat is nog meer belangrijk bij het stellen van vragen?
- Verdeel de beurten willekeurig
• Door willekeurig beurten te geven, voorkom je dat alleen de betere leerlingen die
willen laten zien wat ze weten de beurt krijgen en zo ook andere leerlingen
stimuleert mee te doen en hun kennis te vertellen, zodat ze het gevoel krijgen dat ze
ook scherp moeten blijven.
- Wachttijd
• De leerling krijgt tijd na te denken over het antwoord
• Voor leervragen hebben leerlingen tijd nodig. Tijd om de weg te vinden in hun hoofd
naar de vakjes waar de verschillende onderdelen van het antwoord zijn opgeslagen.
Tijd om vervolgens uit de onderdelen het eigen antwoord te construeren en tijd om
er dan nog eens kloppend Nederlands van de maken. Dit noemen we wachttijd 1. Dit
proces wordt afgepakt wanneer een docent de beurt aan iemand anders geeft als het
geven van een antwoord wat langer duurt bij een leerling. Een wachttijd van 10
seconden, tellen van 20 naar 30, is het minste wat de leerlingen nodig hebben. Een
wachttijd in stilte verhoogd het aantal mogelijke antwoorden.
• Dan is er ook nog wachttijd 2. Deze wachttijd is direct na het antwoord. Het
antwoord bij de leerlingen rond laten zien gaan voordat de goed/fout reactie van de
docent komt, verhoogt het leren. ‘’De goed/fout reactie van de docent stopt het
leerproces van de leerlingen’’.
Extra vaardigheden binnen een onderwijsleergesprek:
- Spreid je vragen strategisch door de klas
• Betrek alle leerlingen uit alle hoeken van de klas bij het gesprek
- Formuleer de vragen op de juiste manier
• Een goede vraag is kort, precies en zakelijk. Stel één vraag tegelijk en zorg dat de
vraag niet voor een uiteenlopende uitleg vatbaar is. De vraag moet hierbij ook
afgestemd zijn op het denkniveau van de leerlingen.
- Reageer op gepaste wijze op de antwoorden van leerlingen
• Ga altijd in op de antwoorden, ongeacht ze goed of fout zijn. Als een antwoord fout
is, ga hierop in en stel diezelfde leerling een nieuwe vraag die kan leiden tot een goed
antwoord. Zie volgend leerdoel.
- Individuele aanspreekbaarheid – 5 sleutelbegrippen
• Door de structuur van de vraag weet elke leerling dat hij gevraagd kan worden een
bijdrage te leveren bij het antwoord
- Veiligheid – 5 sleutelbegrippen
Kimberly Frehe
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KimberlyFrehe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.79. You're not tied to anything after your purchase.