Dit is een samenvatting voor de literatuur verplicht voor Module 1 (college 1 en 2) van het vak Forensische Psychopathologie van de Master Klinische Forensische Psychologie. Deze samenvatting is ook te vinden als voordelige bundel met alle literatuur!
Literatuur module 1
Central eight criminal risk factors and treatment target
In de onderstaande tabel zijn de criminogene behoeftes te vinden. De eerste vier betreffen de “Big Four”,
de laatste vier betreffen de “Moderate Four”.
Criminogene behoeftes Behandelingstargets
Antisociaal gedrag Verhogen van prosociale gedragingen, versterken van prosociale
Uitbuitend, agressief of schadelijk geweld richting anderen. geloven, steunen van een misdaad vrije levensstijl. Ontwikkel
duidelijke, consistente en nabije beloningen en gevolgen voor gedrag.
Leer, modelleer en versterk prosociale vaardigheden in high-risk
situaties.
Antisociaal persoonlijkheidspatroon Verhoog zelfcontrole en uitgestelde gratificatie vaardigheden,
Impulsief, sensatie zoeken, risico’s nemen, agressief, boosheid en conflictmanagement en problemen oplossen. Versterk
manipulatief en uitbuitend. prosociale interpersoonlijke interacties.
Antisociale cognitie Adresseer cognitieve verstoringen en rationalisaties die een criminele
Waardes, geloven, gevoelen en cognities (denken) die identiteit behouden. Bouw, oefen en versterk nieuwe cognities en
bijdragen aan persoonlijke identiteit die crimineel gedrag attributies door cognitieve herstructurering en cognitieve-
bevoordeelt en versterkt. gedragstherapieën.
Antisociale peers Verminderen en elimineren van de associatie met delinquente peers
De voorkeur om te associëren met pro-criminele peers en en toegenomen mogelijkheden voor reguliere associaties met anti-
te isoleren van anti-criminele peers en sociale contexten. criminele peers en instituties (school, kerk, clubs, sportteams en
andere gestructureerde en gesuperviseerde activiteiten).
Familie Verhogen van prosociale communicatie, zorgzaamheid, structuur,
Chaotische en lage kwaliteit familierelaties die minimale of supervisie en monitoring in de familie. Adresseer dysfunctionele
geen prosociale verwachtingen hebben met betrekking tot grenzen en rolverwarring. Zorg voor consistente beloningen voor
misdaad en middelenmisbruik. prosociale familie interacties.
School/werk Verhoog school en/of werk prestaties door educatie, beroepstraining
Slechte prestatie en beperkte betrokkenheid met school of of alternatieve plaatsing. Geef beloningen en gevolgen om
werk resulteren in ontevredenheid en vermijding ervan. consistente aanwezigheid en vooruitgang op school en/of werk te
verhogen.
Vrije tijd en recreatie Stel bloot aan een variatie aan prosociale vrije tijds- en recreatieve
Beperkte betrokkenheid in anti-criminele activiteiten. Verhoog mogelijkheden voor regulaire betrokkenheid in
vrijetijdsactiviteiten. gewenste activiteiten en beloningsprocessen.
Middelenmisbruik Verminder middelenmisbruik door gerichte behandeling, supervisie en
Gebruik en misbruik van alcohol en/of drugs. toegang. Verminder blootstelling aan middelen misbruikende peers.
Verhoog capaciteit in het omgaan met stressoren door levensstijl
veranderingen in oefeningen, slaap en voeding.
1
, Pham & Saloppé (2010). PCL-R Psychopathy and its Relation to DSM Axis I and II Disorders in a
Sample of Male Forensic Patients in a Belgian Security Hospital
In België zorgen veranderingen in de gerechtelijke omgeving voor een uitdaging in het plaatsen van
psychopaten onder de Social Defence Law, welke geldt voor mensen die gezien worden als niet in staat om
hun eigen acties te controleren door een mentale stoornis. De Social Defence Law omvat een breed spectrum
van psychiatrische diagnoses waaronder PSsen en psychopathie. Eerdere data van As I en II diagnoses en
psychopathie prevalenties hield geen rekening met de relaties tussen diagnoses en verschillende factoren
en facetten van psychopathie.
Operationele definitie
De PCL-R bevat 20 items, waarbij er 18 items laden op twee factoren: (1) affectieve, interpersoonlijke en
narcissitsche componenten en (2) de neiging tot chronisch antisociaal gedrag. In de literatuur worden de
scores van het instrument gezien in termen van categorieën of op een continuüm, afhankelijk van het
onderzoek. Bij de categorie aanpak kan een psychopathie diagnose bereikt worden op basis van een score
van ≥30. Deze cutoff stelt dat de persoon zowel hoge interpersoonlijke/affectieve traits als chronische
antisociale gedragingen vertoont. Echter, dit punt moet niet als een absolute waarde worden gezien.
Daarnaast is zijn er twee kanten over het aantal factoren:
1. Beperktere versie met 13 criteria onder drie factoren: (1) interpersoonlijk; (2) affectief en (3) impulsief.
Deze criteria vormen secundaire en consequente symptomen relatief tot primaire symptomen die de
psychopathische persoonlijkheid omschrijven (Cooke).
2. Originele 20 criteria onder vier facetten: (1) interpersoonlijk; (2) affectief: (3) impulsief en (4) antisociaal
gedrag (Neumann en Vitacco).
Psychopathie en major mentale stoornissen
Eerdere literatuur suggereert een relatieve onafhankelijkheid tussen psychopathie en major mentale
stoornissen. In een forensische psychiatrische populatie was er een correlatie van -0.26 tussen de
psychopathie score en As I diagnoses. In een gevangene populatie werd er gevonden dat de meerderheid
van psychopaten een diagnose van alcoholmisbruik/afhankelijkheid hadden. Verschillende studies vinden
verschillende associaties (negatieve relaties met schizofrenie, enkel bipolaire stoornis of enkel alcohol of
middelenmisbruik).
Psychopathie en persoonlijkheidsstoornissen
De diagnoses psychopathie en antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASPS) zijn over het algemeen sterk
geassocieerd. Echter, de meerderheid van psychopaten voldoen aan de criteria van ASPS waar een groot
deel van de personen met ASPS niet voldoen aan de criteria van psychopathie zoals gedefinieerd door de
PCL-R. De geschatte prevalentie van psychopathie in een sample van forensische patiënten (15-30%) was
hoger dan die van ASPS (50-80%). Daarnaast correleren PCL-R-scores positief met cluster B (dramatic-
erratic-emotional) en negatief met cluster C (anxious-fearful) PS. Daarnaast vinden studies positieve relaties
met histrionische PS en negatieve correlaties met avoidant- en afhankelijke PS. Enkel de psychopathie
diagnose voorspelde de aanwezigheid van ASPS. Daarnaast vond een andere studie dat de PCL-R-score
correleerde met narcistische PS. Echter, het meeste onderzoek is gedaan met forensische patiënten en
Noord-Amerikaanse gevangenen. Er is voorheen geen studie gedaan in een frans sprekende populatie.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller karoliengarritsen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.81. You're not tied to anything after your purchase.