Voor het tentamen in de Minor beweegonderwijs, is het boek perspectieve op bewegen nodig. In deze samenvatting vind je de hoofdstukken 1 t/m 4 die je nodig hebt om het tentamen te halen.
Perspectieven op bewegen
Hoofdstuk 1
Bewegingsonderwijs is belangrijk omdat kunnen meedoen aan bewegingsactiviteiten,
kinderen de mogelijkheid geeft om met andere kinderen te spelen en zich te ontwikkelen op
allerlei terreinen buiten het bewegen.
Bewegingsonderwijs (2 a 3 keer per week) levert geen rechtstreekse bijdrage aan
lichamelijke ontwikkeling maar stimuleert kinderen om ook buiten schooltijd te bewegen.
Voorbereiden
Drie doelstellingen:
1. Leren deelnemen aan bewegingsactiviteiten – optimaliseren
2. Leren met anderen deel te nemen aan bewegingssituaties – organiseren
3. Leren op eigen wijze met anderen deel te nemen aan bewegingssituaties –
ontplooien
Ontplooien van de
Organiseren van
Optimaliseren van een (eigen) wijze van
een
bewegingssituatie deelname aan een
bewegingssituatie
bewegingssituatie
Leren op eigen
Leren met anderen
Leren deelnemen aan wijze met anderen
Doelstelling deel te nemen aan
bewegingsactiviteiten deel te nemen aan
bewegingssituaties
bewegingssituaties
Doelen reguleringsdoelen bewegingsdoelen belevingsdoelen
Het vergroten van de Het waarderen van
Leerkracht- Het op gang houden
bewegingsmogelijkheden de beleving van de
perspectief van de les
van de kinderen kinderen
Hoe beleven de
Vraag die je Hoe loopt de
Hoe lukt de activiteit? kinderen de
jezelf kan stellen organisatie?
bewegingssituatie?
Optimaliseren – begeleiden van beweeggedrag zodat kinderen beter leren deelnemen.
Organiseren – inrichten, instrueren en organiseren van een les.
Ontplooien – aandacht aan beleving, eigen leermogelijkheden leren waarderen.
Reguleringsdoelen – doel waarbij kinderen een bijdrage leveren aan het op gang houden
van de activiteit. Met betrekking tot het organiseren van de bewegingssituatie.
Bewegingsdoelen (uitvoeringsdoelen) - Met betrekking tot het optimaliseren van de
uitvoeringswijze.
Belevingsdoelen – Invulling van eigen wijze van deelname. Met betrekking tot het
ontplooien van bewegingsperspectief.
, Impliciet – niet uitdrukkelijke beschreven of erbij gezet. (onbewust)
Expliciet – duidelijk letterlijk zogezegd. (bewust)
Lesinhoud:
A. Standaardmethode - per les wordt er vanuit een methode aangegeven wat er
gedaan moet worden.
B. Open methode – niet wat er per les aangeboden moet worden maar algemene
richtlijnen. Aan de hand waarop kinderen deelnemen aan een beweegsituatie, wordt
er een vervolg bepaald.
C. Tussenvormen – bijvoorbeeld plannend van vier lessen en vier nog open te laten
lessen. Flexibel plannen. School maakt zelf een jaarplan of lessenplan.
AARDE – metafoor voor een vruchtbare, rijke en leerzame bewegingssituatie.
A activiteitenomschrijving – de beweegactiviteit.
A arrangement – materiaal, regelmateriaal, deelnemers, aantal deelnemers per functie,
opstellingen personen en materiaal.
R regels – de afspraken over functies en functiewisselingen, start/ stop teken, wisselen.
D doelen – wat wil je bereiken. (SMART – specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijd)
E extra’s – makkelijker/ moeilijker maken.
Informatie verzamelen:
Observeren
Gesprek met de kinderen voeren
Participeren (extra informatie doordat de leerkracht meedoet met de activiteit en
dus zelf ervaart - meedoen)
Lesgeefstijl CIOS
C coach – aanmoedigend
I instructeur – leerhulp waardoor het beter lukt
O organisator – aanpassingen van omstandigheden
S scheidsrechter – strakke leiding
De ideale lesgever heeft deze 4 stijlen gecombineerd.
3 didactische vormen
1. Sterk docent gestuurde les – lesgever bepaald!
2. Gedeeld docent gestuurde les – lesgever laat kinderen bepaalde keuzes maken.
3. Beperkt docent gestuurde les – kinderen bepalen voor het grootste gedeelte.
3 soorten van evalueren
1. Productievaluatie – lesgever kijkt naar de doelen die hij had gesteld, behaald?
2. Procesevaluatie – kijkt naar proces van het leren die les, hebben de kinderen elkaar
geholpen?
3. Privé-evaluatie – lesgever kijkt naar eigen acties, wat kan ik beter doen?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alissavisch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.