COMPLETE TEST BANK: ESSENTIAL CELL BIOLOGY 5TH EDITION ALBERTS [ CONTAIN ANSWER KEY Questions with 100% correct Answer.
All for this textbook (62)
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Gezondheid en Leven
Humane Levenscyclus I
All documents for this subject (66)
3
reviews
By: wheligthart • 2 year ago
By: popje90 • 1 year ago
By: finnmeeder • 3 year ago
Seller
Follow
verabeers
Reviews received
Content preview
HOOFDSTUK 5 ALBERTS
DNA EN CHROMOSOMEN
Erfelijke informatie wordt opgeslagen in de genen: de informatie bevattende elementen die de kenmerken
van een soort en het individu bepalen.
Een gen is een stuk DNA waarop de informatie voor 1 eiwit staat. Genetische informatie bestaat voornamelijk
uit instructies voor het maken van eiwitten.
Eiwitten vervullen de meeste functies van de cel:
Dienen als bouwstenen voor celstructuren
Katalyseren de chemische reacties van de cel
Reguleren de activiteit van genen
Reguleren de cel-beweging
Reguleren de cel-communicatie
DE STRUCTUUR VAN DNA
Chromosoom: één dubbelstrengs DNA-molecuul. Draadachtige structuren in de kern van eukaryotische cellen
die zichtbaar worden naarmate de cellen beginnen te delen. Chromosomen bevatten zowel DNA als eiwit.
DNA bevat de erfelijke informatie van de cel.
De eiwitcomponenten van chromosomen verpakken en reguleren de lange DNA-moleculen.
DNA:
Drager van erfelijke informatie, van generatie op generatie.
Bevat genen die coderen voor de aanmaak van eiwitten.
Polymeer opgebouwd uit nucleotiden, bestaande uit deoxyribose (suiker) en fosfaatgroepen (samen:
de leuning) en stikstofbasen (treden).
Dubbelstrengs; complementaire stikstofbasen vormen paren.
o 10 basenparen per spiraalvormige winding.
Deoxyribonucleïnezuur
Nucleotiden zijn covalent met elkaar verbonden
door fosfodiësterbindingen tussen de suikers en
fosfaten.
De twee strengen worden bijeengehouden door
waterstofbruggen tussen de basen. Er wordt altijd
een purine met een pyrimidine gepaard.
o A paart met T
o C paart met G
Chemische polariteit: 5’ (fosfaat) einde en 3’
(hydroxyl) einde.
Antiparallel: tegengestelde polariteiten.
Helixvorming en basenparing is energetisch
gunstig.
Informatie wordt gecodeerd in de nucleotide-sequentie.
De functie van een eiwit wordt bepaald door zijn
driedimensionale structuur, en deze structuur wordt weer
bepaald door de volgorde van de aminozuren in zijn
polypeptideketen lineaire sequentie van nucleotiden in
een gen moet de aminozuursequentie spellen.
,Genexpressie: het proces waarbij de nucleotidesequentie van een gen wordt getranscribeerd naar de
nucleotidesequentie van een RNA-molecuul, dat (meestal) wordt getranslateerd naar de aminozuursequentie
van een eiwit.
DE STRUCTUUR VAN EUKARYOTE CHROMOSOMEN
In cellen worden zeer lange dubbelstrengse DNA-moleculen verpakt in chromosomen.
Passen gemakkelijk in de kern.
Kunnen gemakkelijk worden verdeeld tussen de twee dochtercellen bij elke celdeling.
Verpakken van DNA: gespecialiseerde eiwitten die binden aan DNA en het vouwen spoelen en lussen die
steeds hogere niveaus van organisatie bieden.
Gevouwen DNA blijft toegankelijk voor alle enzymen en andere eiwitten die het repliceren, repareren en de
expressie van zijn genen regelen.
Bacteriën:
Meestal een enkel, circulair DNA-molecuul.
Ook eiwitten die het DNA condenseren.
DNA heeft een andere structuur dan eukaryotische chromosomen.
In eukaryoten wordt het DNA verdeeld over verschillende chromosomen. Bij mensen zijn dit er 23 of 24
(mannen hebben een X en een Y-chromosoom). Elk chromosoom bestaat uit een DNA-molecuul geassocieerd
met eiwitten die het DNA vouwen en in een compactere structuur verpakken.
Chromatine: een complex van DNA met de daaraan gebonden eiwitten.
Naast de eiwitten die betrokken zijn bij de verpakking van het DNA, worden chromosomen geassocieerd met
eiwitten betrokken bij de DNA-replicatie, -reparatie en de genexpressie.
Met uitzondering van de geslachtscellen (haploïd) en zeer gespecialiseerde cellen die helemaal geen DNA
hebben (rode bloedcellen), bevatten menselijke cellen elk twee kopieën van elk chromosoom, één geërfd van
de moeder en één van de vader: diploïd.
De maternale en paternale chromosomen van een paar worden homologe chromosomen genoemd. De enige
niet homologe chromosoomparen zijn de geslachtschromosomen bij mannen (X en Y-chromosoom).
Chromosomen kunnen op verschillende manieren van elkaar worden onderscheiden:
Grootte
DNA-hybridisatie: elk chromosoom kan in een andere kleur worden 'geverfd' met behulp van sets
chromosoomspecifieke DNA-moleculen gekoppeld aan verschillende fluorescerende kleurstoffen.
Maakt gebruik van complementaire base-pairing.
Chromosomen kleuren met kleurstoffen die binden aan bepaalde soorten DNA-sequenties.
Produceren een patroon van banden langs elk type chromosoom. Zo kan elk chromosoom worden
geïdentificeerd en genummerd.
o Voornamelijk onderscheid tussen DNA dat A-T-rijk is en G-C-rijk is.
Karyotype: een geordende weergave van de volledige set van chromosomen.
Cytogenetici analyseren karyotypes om chromosomale afwijkingen te detecteren die zijn geassocieerd met
sommige erfelijke defecten en bepaalde soorten kanker.
Belangrijkste functie chromosomen: het dragen van de genen.
De meeste RNA-moleculen die door genen worden gecodeerd, worden vervolgens gebruikt om een eiwit te
produceren. Soms is het RNA-molecuul echter het eindproduct; net als eiwitten hebben deze RNA-moleculen
verschillende functies in de cel, waaronder structurele, katalytische en genregulerende rollen.
Het genoom: de verzamelnaam voor alle chromosomen in de cel.
Bacteriën en sommige eukaryoten hebben bijzonder compacte genomen: weinig meer dan reeksen dicht
opeengepakte genen.
Chromosomen van veel eukaryoten bevatten echter, naast genen en genregulerende nucleotidesequenties,
een grote overmaat aan verspreid DNA: junk-DNA: het nut voor de cel nog niet is aangetoond.
, Hoewel de specifieke nucleotidesequentie van het grootste deel van dit DNA misschien niet belangrijk is, kan
het DNA zelf - dat als spacermateriaal fungeert - cruciaal zijn voor de evolutie op lange termijn van de soorten
en voor de juiste activiteit van de genen. Het DNA is zeer geconserveerd onder verwante soorten vervult
waarschijnlijk een belangrijke functie.
Genaantal is ruwweg is gecorreleerd met soortcomplexiteit, maar er is geen eenvoudig verband. De genomen
en chromosomen van moderne soorten zijn elk gevormd door een uniek verhaal van schijnbaar willekeurige
genetische gebeurtenissen, waarop specifieke selectiedrukken inwerken.
Een DNA-molecuul
Moet kunnen worden gerepliceerd
Gerepliceerde kopieën moeten worden gescheiden en gelijkmatig en betrouwbaar worden verdeeld
in de twee dochtercellen bij elke celdeling.
Deze processen verlopen via een geordende reeks gebeurtenissen: de celcyclus.
Interfase: chromosomen worden gedupliceerd
Mitose: chromosomen worden verdeeld, of gescheiden, over de twee dochterkernen.
Tijdens de interfase worden de chromosomen verlengd als lange, dunne, verwarde draden van DNA in de kern
en kunnen niet gemakkelijk worden onderscheiden in de lichtmicroscoop: interfase-chromosomen.
M-fase: het DNA rolt op en neemt een steeds compactere structuur aan, waardoor uiteindelijk gecondenseerde
mitotische chromosomen worden gevormd. Dit is de toestand waarin de gedupliceerde chromosomen het
gemakkelijkst kunnen worden gevisualiseerd.
Gespecialiseerde DNA-sequenties zorgen in alle eukaryoten ervoor dat DNA-replicatie efficiënt plaatsvindt
tijdens de interfase.
Replicatieoorsprong: hier begint de replicatie van het DNA; eukaryotische chromosomen bevatten veel
replicatieoorsprong voor een snelle replicatie.
Telomeren: bevinden zich aan elk van de twee uiteinden van een chromosoom.
o Bevatten herhaalde nucleotidesequenties die
nodig zijn om de uiteinden van
chromosomen te repliceren.
o Bedekken de uiteinden van het DNA-
molecuul, waardoor ze niet door de cel
worden gezien als gebroken DNA dat moet
worden gerepareerd.
Centromeer: hecht tijdens de M-fase aan de
mitotische spindel op een manier waarmee een kopie
van elk chromosoom kan worden gescheiden naar
elke dochtercel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller verabeers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.06. You're not tied to anything after your purchase.