Van wie wordt vpb geheven?
• De vennootschapsbelasting is een heffing van lichamen
o Artikel 2 en 3 Wet Vpb (binnen- en buitenlandse lichamen)
o NV, BV, stichting en vereniging, overheidslichamen (gemeente, staat)
• In beginsel worden alle inkomsten (ondernemings- en beleggingsinkomsten) in de heffing betrokken
o Geen onderscheid tussen inkomen uit ondernemingen of beleggingen
o Uitzondering voor beperkt belastingplichtige lichamen: alleen ondernemingsinkomsten (vb.
stichtingen, verenigingen en overheidsbedrijven)
• Conclusie: diversiteit aan lichamen en inkomsten worden in de heffing betrokken→ dat leidt tot
spanningen!
• Spanningen
o Heffing DGA versus heffing van een multinational
o Heffing IB ondernemer (eenmanszaak, VOF: box 1) versus heffing van een DGA
o Heffing beleggingsinkomen in de BV en heffing beleggingsinkomen in box 3
▪ Wanneer beleg je in een BV? In de BV wordt je voor het forfaitaire rendement belast. Dus
je geldt storten in de BV. In de BV wordt dus geen onderscheid gemaakt tussen
ondernemingsinkomen en belegginsinkomen en er kan in de BV dus worden gearbitreerd
▪ DGA profiteert ook van een lagere vpb, daartegenover wordt box 2 tarief verhoogd
Anti-misbruik: rente is fiscaal aftrekbaar, maar ook redenen waarom de rente niet aftrekbaar is omdat er anders
teveel wordt afgetrokken.
Begroting raming belastingopbrengst op kasbasis
• Daling statutaire en gemiddelde belastingtarief NL van 42% tot nu 25%
• Minder grote daling effectieve belastingdruk door verbreding van de heffingsgrondslag
Belang van de vennootschapsbelasting
5.5 – 8.5% is het aandeel van de vpb van de gehele belastingen. Al met al gaat het in euro’s om flinke bedragen.
De opbrengst schommelt heel erg. In 2010 was er een dip in de opbrengsten vanwege de economische crisis. Een
belastingopbrengst stijgt niet zo snel vanwege fiscaal verrekenbare verliezen. Bedrijven moeten dan eerst flink
winst maken. Vanaf 2015 en later gaat de vpb wel weer terug naar hoe het ongeveer was in 1990.
Belastingopbrengsten blijven gelijk maar tarieven gaan omlaag, dit komt door grondslag verbreding: denk aan de
renteaftrekbeperking, minder ruimte om verliezen te verreken en afschrijvingsbeperkingen.
Waarom wordt Vpb geheven?
Juridische beginselen
• Antropomorfe visie (draagkrachtbeginsel): voor het lichaam een eigen draagkracht, los van de
aandeelhouder; geeft rechtvaardiging om van een vennootschap te heffen
o Onderneming zien als een zelfstandige entiteit
▪ Winst die wordt uitgekeerd: dividend is fiscaal niet aftrekbaar, is dat wel logisch?
Onderneming bouwt op het eigen vermogen van de kapitaalverschaffer, dividend is een
kostenpost voor de onderneming. Zo kan je je ook afvragen of je wel aan de heffing van
de vpb toekomt
o Lichaam
o Aandeelhouder
• Leer van het globale evenwicht: ondernemingsactiviteiten in BV of eenmanszaak (of dergelijke) moeten
min of meer gelijk behandeld worden
o DGA kan heffing uit stellen: meteen vpb, maar kan IB heffen uitstellen door deze nog niet uit te
keren
o IB-ondernemer moet meteen afrekenen, kan een FOR vormen
• Compensatietheorie
, • Het profijtbeginsel: benefit principle
o Bij een BV kun je meer risico’s nemen omdat je niet aansprakelijk bent, dit is een voordeel ten
opzichte van een IB-onderneming en daarom is dit een rechtvaardiging om vpb te heffen
o Bij een BV heb je als onderneming voordeel van het feit dat de overheid publieke goederen en
diensten voortbrengt: rechtsstelsel
o Heffing volgens het profijtbeginsel: nagaan hoe groot het profijt is van het feit dat een
onderneming actief is in Nederland, lastig te meten
• Het buitenkansbeginsel: een onderneming wordt in staat gesteld om extra winst te genereren en daarom
is het eerlijk om dit te belasten
• Het budgettaire argument: geld ophalen
Economische argumenten pro vennootschapsbelasting
• Heffing van economic rents (overwinsten)
o Bedrijf wat in NL gas boort kun je handig in heffing betrekken want het vindt plaats in NL, indien
dat bedrijf overwinsten realiseert, wordt dat in heffing betrokken
• Er zijn ook andere verstoringen (second best)
• Ondersteuning van de IB
o Als je alleen IB zou hebben, dan loop je risico dat ondernemingen gaan kiezen om te vluchten
naar NV en BV, dit is ook reden dat Vpb ooit is ingevoerd
• Neutraliteitsbeginsel
• Vennootschapsbelasting is een voorheffing: praktisch in internationale verhoudingen (source tax)
o Als Google actief is, moet die in NL belasting betalen, dat is al lastig om voor elkaar te krijgen. Nog
veel moeilijker is dat aandeelhouders van Google in Nederland belasting betalen. Ten eerste
weten we niet wie dat zijn en daarnaast ze over de hele wereld verspreid. Dus het is veel handiger
om Google in Nederland dus vpb te laten betalen; dan pak je indirect belasting (source tax/
bronbelasting, want NL is bron)
Globale evenwicht:
Vergelijking DGA met IB ondernemer
Als je vermogen gebruikt in BV dat vermogen is van DGA, dan zit je in terbeschikkingstellingsregeling. Bij IB-
ondernemer is dat niet en moet je vermogen etiketteren.
Relatie met de aandeelhouders
Eerste: DGA met BV
Tweede: vennootschap en houdster BV: iets regelen anders krijg je cumulatie (deelnemersvrijstelling)
,Derde: vennootschap en Engelse vennootschap (limited), dat inkomen wordt niet belast in NL en levert geen
belastingopbrengsten op
Vierde: aandeelhouder woont in buitenland, Nederland alleen houdstervennootschap; Nederland is enkel een
doorgeefland, heb je dan wel heffingsrecht? Dividendbelasting mag worden ingehouden, maar het is de vraag hoe
logisch dit is.
Relatie tussen de vennootschap en de aandeelhouder
• Klassieke stelsel: dubbele heffing: scheiding tussen heffing bij de vennootschap en heffing bij de
aandeelhouder
• Geïntegreerde stelsel
o Stelsel van volledige integratie
▪ Verrekening van Vpb in de IB (verrekening stelsel): inkomen bij de aandeelhouder wordt
belast met IB, vervolgens krijg je een belastingkrediet in de IB voor het feit dat er al vpb is
betaald. Nagaan hoeveel belasting al is betaald over het uitgekeerde dividend
▪ Toerekening van inkomsten aan de aandeelhouder
➢ Zo’n bv is in principe wel belast als uitgangspunt, maar niet feitelijk in heffing
betrekken; we gaan het behandelen als fiscale entiteit dus op niveau van
aandeelhouder.
o Overige geïntegreerde stelsels
▪ Aftrek primair rendement (allowance for corporate equity): dividend als aftrekpost over
het EV
▪ Gerelateerd aan eigen vermogen
▪ Aftrek van uitgekeerd dividend: als ik dividend uitkeer is dat fiscaal aftrekbaar bij de
vennootschap, als kostenpost. Bij de aandeelhouder wordt het toch in de heffing
betrokken
▪ Gematigd tarief
Werking klassieke stelsel
• Winst van de vennootschap (10% bruto rendement) 100
• VPB 25% 25
• Winst na VPB 75
• Winst wordt 10% uitgekeerd
• IB heffing stel 60% 45
• Netto beschikbaar voor de aandeelhouder 30
Belastingdruk op aandelen bij directe uitkering: naar soort aandeelhouder
Belastingdruk op aandelen zonder uitkering van winst: naar soort aandeelhouder
, Verrekenstelsel: vpb wordt verrekend in de IB
Aftrek van dividenden
Aftrek primair rendement
Ondernemingsbelasting
• Stelsel waarbij je alle ondernemingen op de zelfde manier in de heffing betrekt?
• Nu een semi gecoördineerd systeem via MKB-winstvrijstelling, zelfstandigenaftrek, tariefopstapje in de
VPB + gebruikelijk loon
• Geen subjectbenadering maar een object benadering: belast is de onderneming
• Onderscheid tussen multinationals en DGA/ondernemingen
• Voordelen:
o Neutraal naar rechtsvorm
o Neutraliteit ten aanzien van de financiering door aandeelhouders
o Winstinkomen krijgt een afzonderlijke behandeling
Wie betaalt vennootschapsbelasting?
Het afwentelingsprobleem
• Afwenteling naar arbeid: vergoeding op kapitaalinkomen staat vast vanwege internationale mobiliteit van
kapitaal. Bij een stijging van de belastingdruk stijgt de brutovergoeding voor kapitaal. Dat gaat ten koste
van de vergoeding die beschikbaar is voor arbeid
o Voorbeeld: stel netto rendementseis is 6%. Invoering van 25% vpb leidt tot een stijging van
rendementseis naar 8%. Dus 2% minder beschikbaar voor loonuitkeringen
• Kapitaal is echter minder mobiel dan wordt aangenomen
o Asymmetrische informatie, home bias, landen diversificatie (geen perfecte substitutie)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller britt_heijligers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.