100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting katern 7 goede tijden, slechte tijden $6.44
Add to cart

Summary

Samenvatting katern 7 goede tijden, slechte tijden

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Alles wat je moet leren voor het schoolexamen en centraal examen economie van katern 7 goede tijden, slechte tijden. Boek: Pincode Het is een samenvatting van beide hoofdstukken van katern 7.

Preview 3 out of 15  pages

  • September 7, 2024
  • 15
  • 2024/2025
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Katern 7




KATERN 7 GOEDE
TIJDEN, SLECHTE
TIJDEN

,Katern 7


Hoofdstuk 1 Schommelingen in de economie
1.1. De conjunctuur

Trendmatige ontwikkeling  de verwachte gemiddelde economische groei.

Productiecapaciteit (pc)  de maximale productieomvang die mogelijk is.
• Als alle productiefactoren worden ingezet, is de productieomvang maximaal.


De blauwe lijn is de trendlijn  de verwachte gemiddelde economische groei = trendmatige
ontwikkeling:
• De trendlijn wordt voor een belangrijk deel bepaald door de structuur van de economie.
• De structuur van de economie is afhankelijk van de kwantiteit (hoeveelheid) en de kwaliteit van
de productiefactoren en de productiecapaciteit.
• De lijn is een stijgende constante lijn (figuur 2) als er op de verticale as de productie/bbp wordt
aangegeven en een horizontale lijn als er op de verticale as de % groei van het bbp wordt
weergegeven (figuur 4).

De oranje lijn is de productie (vraag en aanbod) = huidige conjunctuur
• Deze productie is afhankelijk van de effectieve vraag van consumenten, producenten, overheid en
buitenland naar goederen en diensten = bestedingen in de economie = huidige conjunctuur
• Effectieve vraag = C + I + O + E - M
• Conjunctuurgolf of conjunctuurbeweging veranderingen in de productie door veranderingen in
de effectieve vraag.




Als de productie onder de trendlijn ligt, spreken we van laagconjunctuur:
• Er wordt minder geproduceerd dan de trendmatige ontwikkeling.
• In het begin van een laagconjunctuur spreken we van een recessie  als productie 2 kwartalen
krimpt.
• Als de productie niet verder krimpt en weer gaat stijgen is er sprake van herstel en daarna van
opleving.
• Als bij de recessie ook nog deflatie (gemiddelde prijsdaling) optreedt, spreken we van een depressie.
Als de productie boven de trendlijn ligt, spreken we van hoogconjunctuur:
• Er wordt meer geproduceerd dan de trendmatige ontwikkeling
• Door bestedingen worden de grenzen van productiecapaciteit bereikt en dan is er sprake van
overspanning.
• Door extra inzet van arbeid/overwerk/machines kan de productie nog stijgen.

, Katern 7




Als de bestedingen teruglopen in de economie, is er sprake van een laagconjunctuur:
• De consumenten besteden minder.
• De producenten verlagen de productie en de vraag naar arbeidskrachten neemt af.
• Door de afgenomen vraag naar arbeid ontstaat conjuncturele werkeloosheid  werkloosheid die
ontstaat doordat consumenten minder besteden en producenten minder produceren  aanbod van
werk is groter dan vraag naar werk.
• De prijzen van producten en de lonen dalen, omdat het aanbod groter is dan de vraag.
• Er is sprake van onderbesteding  de beschikbare productiecapaciteit wordt maar gedeeltelijk
gebruikt.
• Bezettingsgraad van de productiecapaciteit, % van productiecapaciteit dat wordt gebruikt,
neemt af.
• Bezettingsgraad = productie: productiecapaciteit x 100%
• Als consumenten en bedrijven minder besteden, neemt ook de vraag naar leningen af  rente daalt.

Als de bestedingen toenemen in de economie, is er sprake van een hoogconjunctuur:
• De consumenten besteden meer.
• De producenten verhogen de productie en de vraag naar arbeidskrachten neemt toe.
• Door de toegenomen vraag naar arbeid ontstaat er een krappe arbeidsmarkt  vraag naar werk is
is groter is dan aanbod van werk.
• Als de productie de productiecapaciteit nadert, wordt het steeds moeilijker om de productie te
verhogen.
• Er is sprake van overbesteding  de beschikbare productiecapaciteit wordt maximaal gebruikt.
• gebruikt.
• Bezettingsgraad van de productiecapaciteit, % van productiecapaciteit dat wordt gebruikt,
wordt maximaal gebruikt.
• Bezettingsgraad = productie: productiecapaciteit x 100%
• De prijzen van producten stijgen, omdat de vraag groter is dan het aanbod dit noem je
bestedingsinflatie  stijging van prijzen door overbesteding  als EV > pc  effectieve vraag is
groter dan de productiecapaciteit.
• De prijzen van producten stijgen omdat producenten de prijzen verhogen omdat grondstoffen
en personeel duurder worden  dit noem je kosteninflatie  stijging van prijzen door
kostenstijgingen en loonkosteninflatie  stijging van prijzen door loonstijgingen.
• Als consumenten en bedrijven meer besteden, neemt ook de vraag naar leningen toe  rente stijgt.
Laagconjunctuur en overheid:
• Bij een laagconjunctuur ontvangt de overheid minder belastinginkomsten, omdat de
productie en inkomens dalen.
• De overheid geeft meer uit aan uitkeringen, omdat de werkeloosheid toeneemt.
• Minder ontvangsten + meer uitgaven zorgen voor een overheidstekort.
• Bij een laagconjunctuur wordt er ook beroep op de overheid gedaan om de economie te stimuleren
door meer overheidsbestedingen te doen en de belastingen te verlagen waardoor het tekort nog meer
stijgt.
Hoogconjunctuur en overheid:
• Bij een hoogconjunctuur ontvangt de overheid meer belastinginkomsten, omdat de
productie en inkomens stijgen.
• De overheid geeft minder uit aan uitkeringen, omdat de werkeloosheid daalt.
• Meer ontvangsten + minder uitgaven zorgen voor overheidsoverschot.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RedouanTaibi. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.44
  • (0)
Add to cart
Added