Een samenvatting van het boek: Geschiedenis Inzicht. De 10 tijdvakken zijn beschreven en de didactiek, inclusief een overzicht van de tijdvakken, 49 kenmerkende aspecten en de 50 canonvensters.
De 10 tijdvakken zijn beschreven en de didactiek, inclusief een overzicht van de tijdvakken, 49 kenm
November 24, 2019
27
2019/2020
Summary
Subjects
geschiedenis
pabo
tijdvakken
canon
kenmerkende aspecten
10 tijdvakken
geschiedenis inzicht
samenvatting
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Saxion Hogeschool (Saxion)
Lerarenopleiding Basisonderwijs / PABO
Geschiedenis: zaakvakken
All documents for this subject (23)
2
reviews
By: bakkerannelies • 2 year ago
By: loes_lens • 4 year ago
Seller
Follow
Tanika
Reviews received
Content preview
Geschiedenis – 10 Tijdvakken en 50
Canonvensters
Tijd van jagers en boeren (tot 3000 v.Chr.)
De eerste mensen: jagers en verzamelaars
De geschiedenis begint wanneer de eerste mens op aarde verschijnt. Dit gebeurde waarschijnlijk vijf tot vier
miljoen jaar geleden in Afrika. De eerste mensen stamden zeer waarschijnlijk af van mensapen. Onderzoek gaat
er vanuit dat zij spontaan zijn ontwikkeld naar de huidige mens. Sommigen geloven dat mensheid slechts een
paar duizend jaar oud is en zij geloven dat de aarde en de mens door God geschapen is.
De homo erectus
Circa twee miljoen jaar geleden leerde een van de eerste soorten mensen rechtop lopen, dit was de homo
erectus. Zij leefden van de natuur en was de eerste menssoort die Afrika verliet. Over zijn manier van leven
hebben archeologen nauwelijks informatie verzameld. Archeologen doen onderzoek naar de prehistorische
mens, de mens die nog niet kon schrijven.
De homo sapiens
Uit de homo erectus ontstond tussen de tweehonderdduizend en honderdduizend jaar geleden de huidige
mens: de homo sapiens, de denkende mens. Zo’n veertigduizend jaar geleden verscheen de homo sapiens in
het huidige Europa. De denkende mens trok van plaats naar plaats. De mannen jaagden en de meeste vrouwen
verzamelden vruchten en zaden. In de koude gebieden van Europa jaagden men vooral op rendieren. Het vlees,
de botten en de huid van de dieren werden gebruikt als voedsel, voor kleding, schoeisel, tenten en
gereedschap. De rendierjagers leefden in groepen in tentenkampen. De beschikbaarheid van voedsel bepaalde
de grootte van de groep. Zo’n tien tot achtduizend jaar geleden begon de temperatuur op aarde de stijgen. Dit
zorgde voor een stijging van de zeespiegel, op sommige plaatsen van meer dan 100 meter. Diverse diersoorten
stierven uit en er ontstonden bossen.
De eerste nomadische en sedentaire samenlevingen
De overgang van jagen en verzamelen naar landbouw wordt de agrarische (of neolithische) revolutie genoemd,
maar je kunt beter spreken van een evolutie: een geleidelijke aanpassing aan de omstandigheden. Deze
ontwikkeling vond plaats in de Jonge Steentijd: het Neolithicum. De eerste landbouwers leefden in het huidige
Iran (Midden-Oosten) aan de voet van het Zagros-gebergte. Doordat men graan ging verbouwen en opslaan
verbonden de verzamelaars zich aan een bepaalde plek.
De bandkeramiekers
Rond 5300 v.Chr. verschenen de eerste boeren in het huidige Zuid-Limburg. Dit boerenvolk maakte
karakteristiek aardewerk, versierd met ingekraste patronen in banden over het oppervlak van de pot. Vandaar
hun naam de Bandkeramiekers. Door het vochtige klimaat konden huizen niet alleen van leem worden
gebouwd, hout was het belangrijkste bouwmateriaal. Het lange rechthoekige huis uit deze tijd bleef
eeuwenlang de grondvorm van huizen in West-Europa. De mensen leefden van graan, dieren (koeien, schapen,
geiten en varkensvlees), vruchten en fruit. In de winter en in het voorjaar werd er veel gevist. Omdat
archeologen hun kennis van prehistorische vondsten vooral baseren op grafvondsten, is er meer bekend over
de omgang van deze volken met de dood dan de manier van leven.
De hunebedbouwers
,Archeologisch onderzoek heeft uitgewezen dat hunebedden graven zijn van belangrijke stamleden. De makers
van hunebedden worden hunebedbouwers genoemd en leefden in de hogere gebieden. Aangenomen wordt
dat de hunebedbouwers de stenen bouwwerken ook gebruikten bij religieuze rituelen om de goden gunstig te
stemmen voor een goede oogst of een mooi resultaat bij de jacht. De hunebedbouwers worden ook wel
Trechterbekervolk genoemd, vanwege de potten in de vorm van een trechter die in en bij de hunebedden
werden gevonden. De hunebedbouwers woonden in boerderijen aan de rand van een open bos op de
zandgronden in Drenthe. Rondom de huizen lagen akkers, waar vooral vrouwen het land bewerkten. De
meeste mannen gingen eropuit om te jagen.
Cultuur en religie van jagers en verzamelaars
Een voorbeeld van prehistorische cultuur zijn de grotschilderingen. Hierop staan vaak dieren afgebeeld. De
schilderingen werden aangebracht met een mengsel van speeksel, kruiden en zand of klei. Waarschijnlijk
werden de schilderingen gebruikt tijdens een magisch ritueel. Naast schilderingen maakten ze ook beeldjes die
waarschijnlijk goden voorstelden en bezield waren. Archeologen proberen de gevonden voorwerpen te dateren
en na te gaan welke functies ze hadden. Ook proberen ze vast te stellen waarvan de objecten gemaakt zijn. Zo
werd een periodisering opgesteld voor de prehistorische culturen in de Lage Landen:
Steentijd: 2.500.000 v.Chr. – 2100 v.Chr.;
Bronstijd: 2100 v.Chr. – 700 v.Chr.;
IJzertijd: 700 v.Chr – 50 v.Chr.
Van steentijd naar bronstijd (2100 v.Chr – 700 v.Chr.)
Tot ongeveer 4000 jaar geleden waren alle voorwerpen in ons land van steen, hout of been. Deze periode
wordt daarom de steentijd of het lithicum genoemd. Toen ontdekt werd dat koper door toevoeging van tin
harder werd en zich beter laat bewerken, ontstond er een nieuw metaal: brons. Deze bronzen voorwerpen
werden zo kenmerkend dat archeologen er een periode naar vernoemd hebben: de bronstijd.
IJzertijd (700 v.Chr. - 50 v.Chr.)
Rond 700 v.Chr. werd weer een nieuw metaal geïntroduceerd: ijzer. Toen er een methode werd ontdekt voor
de werking van ijzer, gingen ijzeren voorwerpen de koperen en bronzen verdringen. Belangrijk daarbij was dat
ijzererts wél in onze streken werden gevonden. De bewoners in de IJzertijd waren Keltische stammen uit Gallië,
zij vestigden zich in het huidige Noord-Brabant en Limburg. In het noorden trokken omstreeks 600 v.Chr.
Germaanse Friezen van de Drentse zandgronden naar het Groningse en Friese kustgebied. De Kelten waren
landbouwers, de Friezen leefden vooral van veeteelt. De handel werd in deze tijd intensiever. De prehistorie in
het huidige Nederland eindigt in 50 v.Chr. De Romeinen schrijven dan over onze gewesten en daarmee begint
de protohistorie.
Om de leefwijze van de prehistorische mens te verklaren worden ook gegevens bestudeerd uit onderzoeken
naar volken die op vergelijkbare wijze leven of leefden. De Prehistorie eindigt op verschillende plaatsen op
verschillende momenten. In het Midden-Oosten werd al vanaf 6000 v.Chr. geschreven op kleitabletten. In de
Lage Landen eindigde de Prehistorie met de komst van de Romeinen. Zij deden vanaf circa 58 v.Chr. verslag van
de leefwijze van de volken.
Tijd van Grieken en Romeinen (Klassieke Oudheid) (3000 v.Chr -
500 na Chr.)
De Griekse stadstaat
De oudste restanten van de Griekse cultuur dateren uit circa 3000 v.Chr. Veel Grieken woonden in de periode
750-300 v.Chr. in steden. De burgers van deze steden bestuurden zichzelf. De belangrijkste stadstaat was
Athene. Athene kende een nieuw soort politieke organisatie: een democratie, waarin rijke mannen stemrecht
hadden. De Griekse filosofen dachten als 1e, in de westerse geschiedenis, na over het ontstaan van de aarde,
ware liefde, relatie tussen ziel en lichaam en de beste politieke staatsvorm. Bekende filosofen zijn Pythagoras,
Socrates, Plato en Aristoteles. De filosofen maakten duidelijk dat verering van goden haaks stond op het
, menselijk denken. Het leven in een stadstaat met veel aandacht voor kunst en cultuur was mogelijk omdat er
slaven waren. Militairen beschermden de stadstaat tegen vijanden.
De Romeinse Republiek en het Romeinse Rijk
Volgens de legende is de stad Rome in 754 v.Chr gesticht door de broer Romulus en Remus, die waren
grootgebracht door een wolvin. Romulus zou Remus hebben vermoord vanwege een ruzie over naar wie de
stad vernoemd zou worden. Het Romeinse Rijk was een republiek die werd bestuurd door de senaat van 100-
900 rijke Romeinse mannen. De Republiek was gefundeerd op twee pijlers:
1. Slaven waren voor de Romeinse economie onmisbaar;
2. Het leger, soldaten zorgden ervoor dat de Republiek beschermd werd tegen aanvallen en zich kon
uitbreiden.
De Romeinse Republiek breidde zich uit rondom de Middellandse zee (Mare Nostrum). Ze streefden naar hun
imperium te beschermen met zoveel mogelijk natuurlijke grenzen.
De macht van het leger was zo groot dat de sterkste legerleider tevens de belangrijkste man in de republiek
was. Julius Caesar was zo iemand, hij was machtig en populair. Hij was zo machtig dat sommige tegenstander in
Rome hem vreesden, dit leidde tot een burgeroorlog, waarbij Caesar in 44 v.Chr werd gedood. In 27 v.Chr
kwam de geadopteerde zoon van Caesar, Augustus, als winnaar tevoorschijn. De senaat gaf hem de eretitel
Caesar, wat later verbasterde tot keizer en tsaar. De Republiek werd een keizerrijk.
Ontwikkelingen Romeinse godsdienst en cultuur
Keizer Augustus organiseerde zijn rijk goed en voerde een keizercultus in. Nadat keizerverering kenden de
Romeinen verschillende goden (polytheïsme), vergelijkbaar met de Griekse goden. Tijdens het bewind van
Augustus werd in het jaar 1 in Palestina Jezus van Nazareth geboren. Hij verkondigde de zoon van God te zijn.
Zijn volgelingen, christenen, ontrokken zich van de verering van Romeinse goden, namen afstand van de
keizercultus en weigerden dienst te doen in het leger. Dit leidde tot vervolgingen en martelingen, vooral onder
keizer Nero. De positie van het christendom veranderde onder keizer Constantijn de Grote. Na een visioen won
hij een veldslag, met dank aan de christelijke god. In 313 werd in het Edict van Milaan godsdienstvrijheid
vastgelegd voor christenen. In 381 verklaarde keizer Theodosius het katholieke christendom tot
staatsgodsdienst.
De Romeinse cultuur en de romanisering
De Romeinen namen veel over van volken die zij onderwierpen. De inrichting van de Romeinse cultuur was
vooral gebaseerd op het principe van praktische bruikbaarheid. Zo kende de Romeinse stad een standaard
plattegrond met Rome als voorbeeld. Ook werden er duizenden stenen wegen aangelegd, die allen naar Rome
leiden. De Romeinen gebruiken munten in de handel, kinderen van gegoede Romeinen kregen privéonderwijs.
Ook vonden Romeinen vrijetijdsbesteding belangrijk. Het proces van overnemen van Romeinse gewoonten en
producten heet Romanisering.
Romeinen in de lage landen
In 58 v.Chr veroverde Julius Caesar het zuidelijke deel van de Lage Landen. De volken die net buiten het
Romeinse Rijk woonden zoals de Bataven en Canefaten werden bondgenoten. Ze hoefden geen belasting te
betalen, maar leverden wel soldaten. De bondgenoten waren medeverantwoordelijk voor de bewaking van de
Limes, die door grote rivieren werd gevormd. Keizer Augustus wilde ook het noordelijke deel van de Lage
Landen veroveren. Enige tijd heersten de Romeinen over de Friezen, maar zagen hier vanaf omdat de annexatie
te veel militaire inspanningen vergde. In 70 n.Chr werd het centrale gezag verzwakt door de strijd om de
keizerstitel in Rome. De Bataven zagen onder leiding van Julius Civilis kans om in opstand te komen. Vanaf 250
raakten de Romeinen de controle over de Limes kwijt en wisten de Germaanse stammen steeds vaker het
Romeinse Rijk binnen te dringen. Dit betekende het einde van de Pax Romana (vrede).
De Germaanse volken, zoals de Bataven, waren agrariërs. Een groep grootgrondbezitters bezat de macht en de
rest van de bevolking bestond uit een soort slaven. Germaanse boeren woonden in eenvoudige boerderijen,
die leken op die van de hunebedbouwers. De Germanen hadden een eigen godsdienst, het christelijke geloof
werd niet overgenomen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Tanika. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.64. You're not tied to anything after your purchase.