Wat is diabetes?
Diabetes is een stofwisselingsziekte primair gekenmerkt door teveel glucose in het
bloed (chronische hyperglykemie). Het hormoon insuline speelt een sleutelrol bij het
op peil houden van de hoeveelheid glucose in het bloed en wordt gemaakt in de
alvleesklier. Als gevolg van defecten in secretie van insuline treden ook stoornissen
op in vet- en eiwitweefsel.
Bij diabetes is het hormoon insuline in de alvleesklier niet meer in staat om glucose
uit het bloed te verwerken en op te laten nemen. Het lichaam kan dan geen of weinig
energie meer uit de suikers halen en moet deze uit andere bronnen halen. Het
lichaam gaat vetten verbranden en de suikers en bijhorende afvalstoffen proberen te
lozen. Daarmee gaan verschillende klachten en complicaties gepaard. Dit komt door
het te hoge glucosegehalte in het bloed (hyperglykemie).
Criteria voor diagnose diabetes
Symptomen -> veel plassen, veel dorst, onverklaard gewichtsverlies, bloedglucose
volgens de onderstaande voorwaarden. Een verstoorde glucosewaarde zit tussen
deze waarden in.
Verschillen tussen DM1 en DM2
DM1 DM2
Prevalentie 10%, vooral Scandinavië 90%, toename door ongezond
eten, weinig bewegen en
vergrijzing
Pathofysiologi Lichaam maakt geen insuline Lichaam heeft te weinig insuline
e aan, afweersysteem vernielt of reageert niet goed op insuline
eilandjes van Langerhans (ongevoelig / resistent), vooral
in lever, spieren, vetweefsel
Risicofactoren Kleine rol van erfelijkheid, Overgewicht, weinig beweging,
sommige voeding, virus erfelijkheid, ouderdom
Behandeling Pompje of spuiten (en goede Goede leefstijl (en tabletten of
leefstijl), door specialisten spuiten), door huisarts of VP
Ontdekken Snel / accuut Langzaam / geleidelijk
Leeftijd Jong Oud
Symptomen Dorst, plassen, Dorst, plassen,
gewichtsafname, misselijk, gewichtsafname, vermoeid,
overgeven, verstoorde eetlust, problemen zicht, pijn bij lopen,
problemen zicht, vermoeid benauwd, herhalende infecties,
slecht genezende wondjes
,Diabetes type 1
- Ketoacidose -> symptomen zijn misselijk, overgeven, plassen, dorst, moe,
buikpijn, verminderd bewustzijn, snelle diepe ademhaling (kussmaul),
uitdroging. Vetzuren worden gebruikt voor verbranding. Ketonen komen vrij en
die maken je lichaam zuur. In het ergste geval kan je in coma raken en
overlijden. Dit gebeurt bij mensen die niet goed voor hun diabetes zorgen.
- Schommelingen -> veel, ondanks goede therapietrouw.
- Resistentie -> type 1 met insulineresistentie kan ook
- Risicofactoren -> factoren die de aanmaak van antistoffen stimuleert, waar het
afweersysteem tegen reageert -> virussen, voeding (gluten en eieren),
darmen (moderne darmflora), te schoon leven (niet goed getrainde afweer),
keizersnede (minder aanraking met bacteriën), erfelijkheid (kleine rol)
Diabetes type 2
- Lever -> lever gaat meer glucose aanmaken omdat organen denken dat er
geen glucose is omdat dit de organen niet kan bereiken. Hierdoor kan je in de
ochtend (nuchter) een hele hoge glucosewaarde hebben.
- Vetten -> glucose is belangrijk voor opbouw van vetten. Omdat glucose het
vetweefsel niet kan bereiken, wordt het vet afgebroken. Dit kan niet worden
geremd door glucose.
- Incretines -> in de darmen worden incretines aangemaakt. Deze werken
minder goed bij mensen met DM2. Dit komt door de mindere werking van
insuline. Incretines stimuleert de afgifte van insuline, remt de afgifte van
glucagon (anti-hormoon van insuline gemaakt in alfacellen van alvleesklier),
remt de eetlust (binge eten) en remt de maaglediging.
- Insuline -> probeert zo lang mogelijk van de insuline af te blijven maar op een
bepaald moment gaat dat niet meer en moeten ze toch gaan spuiten.
- Risicofactoren -> ouderdom, overgewicht (buikvet), leefstijl, hoog cholesterol
en bloeddruik, familie met DM2, zwangerschapsdiabetes zelf of moeder,
zware baby gekregen, roken, etniciteit, prednison, PCOS, coeliakie
Beloop van glucose en insuline
- Net na de maaltijd is het insuline niveau het hoogst. Het gaat snel omhoog en
iets langzamer naar beneden. Het insuline niveau staat nooit op 0, want je
moet de lever kunnen remmen te veel glucose te maken en om de vetten niet
te snel af te breken. Deze basis heb je altijd nodig. De insuline is ook
afhankelijk van de hoeveelheid koolhydraten in het eten.
- DM2 -> basis blijft gelijk, piek van de grote maaltijd kan niet goed worden
opgevangen, er gebeurt wel iets maar niet genoeg
- DM1 -> flat line, je maakt geen insuline meer, je kan ook in de honeymoon
fase zitten waarin de bètacellen zich heel even herstellen
Complicaties
- Microvasculair -> schade aan kleine bloedvaten
o Impotent -> erectiestoornissen door verstoorde bloedvoorziening
o Nefropathie -> nierfunctie gaat achteruit door verlies van eiwitten in
urine. Microalbuminurie is een maat voor schade aan de nieren van
diabetes patiënten. Jaarlijkse urinecontrole (creatine ratio). Progressie
kan leiden tot nierfalen en uiteindelijk dialyse. Behandeling door
, glucosewaarden normaliseren, zout- en eiwitbeperking en RAAS
remming medicatie.
o Retinopathie -> glaucoom, staar, wazig zien, blind. Onderzoek 2-
jaarlijks door fundusfoto’s (bloedinkjes zoeken). Behandelen door
glucosewaarden te normaliseren en laserbehandeling.
o Neuropathie -> aantasting van zenuwen.
Perifere zenuwstelsel -> armen en benen, de langste zenuwen
worden het eerst aangetast. Lastig als dit in handen is en je
moet veel prikken. Je voelt tintelingen, dof gevoel, geen gevoel,
pijn (sensibele verschijnselen). Je kan ook zwakte van intrinsieke
spieren ervaren (motore verschijnselen). Zorgt voor meer kans
op wonden op voeten. Behandeling is glucosewaarden
normaliseren, voetcontrole, medicatie. Testen van gevoel in
voeten door veertje aan onderkant van voeten te strijken. Kan
ook met trillingen of temperatuur.
Autonome zenuwstelsel -> maaglediging wordt verstoord, wat
onvoorspelbaar wordt wat er met je eten gebeurd. Ook krijg je
gastro-intestinale (passageklachten of obstipatie), cardio-
vasculaire, urogenitale klachten en problemen met zweetsecretie
- Macrovasculair -> schade aan grote bloedvaten verhoogt het risico op hart- en
vaatziekten 2-4 maal zo grote kans op cardiovasculaire complicaties.
Metingen worden gedaan met ECG, perifere vaatfunctie, echo Doppler.
o Herseninfarct -> beroerte, cognitieve stoornissen, dementie, affectieve
stoornissen (depressie). Therapietrouw gaat achteruit en vermoeidheid
zorgt voor sociale isolatie.
o Hartinfarct -> druk op de borst, kortademig, oedeem
o Perifeer vaatlijden -> kramp in benen, koude voeten
- Hoe vaak komen ze voor -> de helft heeft voor de diagnose al complicaties
- Risicofactoren -> slechte zelfzorg, ongezonde leefstijl, veel hyper en hypo
- Voorkomen -> goede zelfzorg, gezonde leefstijl, regelmatige controle
- Factoren -> ziekteduur, regulatie van diabetes, leefstijl, mate van insuline
resistentie en insuline concentratie, ulcers / wonden.
Kussmaul ademhaling
Versnelde ademhaling. Meer CO2 afblazen waardoor zuurgraad naar beneden gaat.
Je moet dan de zuurgraad weer in evenwicht brengen. Bij hyperventilatie werkt het
andersom (meer inademen en zuurgraad gaat omhoog.
Zelfcontrole
Zelfcontrole is een deel van je persoonlijkheid waarbij je controle hebt over jezelf. Dit
geldt voor verschillende aspecten in je leven. Toegepast op diabetes betekent dit een
toestand waarbij iemand met diabetes zelf in staat is om zijn bloedsuiker te meten
met een glucosemeter. Dit kan door zelf te prikken of met gebruik van een sensor.
Zelfcontrole maakt ook zelfregulatie mogelijk; aanpassen van insulinedosis aan de
glucosewaarden en omstandigheden -> dieet, beweging, slaap, ziekte.
HbA1c
- Definitie -> HbA1c verwijst naar geglyceerde hemoglobine. Dit betekent dat
een glucose molecuul is gekoppeld aan een hemoglobine molecuul.
Hemoglobine is een eiwit dat zuurstof aan rode bloedcellen koppelt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hanniebal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.