Bedrijfseconomie voor het besturen van organisaties
Samenvatting van bedrijfseconomie voor het besturen van organisatie hoofdstuk 9 t/m 12 & 14. Samenvatting bevat 27 pagina's van de 7e druk van het boek 'Bedrijfseconomie voor het besturen van organisatie' van de auteur Heezen
De hoeveelheid ‘geld’ waarover een organisatie moet beschikken om de activa te
kunnen financieren, noemen we de vermogensbehoefte.
Vaste activa
Vaste activa zijn activa die via de productie en verkoop van producten niet binnen 1
jaar in liquide middelen kunnen worden omgezet. De waarde van de activa neemt af
door het gebruik dat ervan, wordt gemaakt en door tijd. De waardedaling van vaste
activa noemen we afschrijvingskosten. Deze kosten worden doorberekend in het
product om een vergoeding te krijgen. Uit duurzame activa blijkt dat een het begin
een groot vermogen is vastgelegd en het geïnvesteerde vermogen afneemt naarmate
het ouder wordt.
Afschrijvingen per eenheid= Afschrijvingen per jaar
______________________
Productie per jaar
Vlottende activa
Vlottende activa die via productie en verkoop van producten binnen 1 jaar in liquide
middelen kunnen worden omgezet. Debiteuren en liquide middelen behoren
hieronder. De omlooptijd is de tijd die ligt tussen het moment waarop het daarin
geïnvesteerde vermogen wordt terugontvangen.
Het verloop van de totale vermogensbehoefte van een organisatie stellen we vast
door eerst voor iedere post op de debetzijde van de balans afzonderlijk de
vermogensbehoefte te bepalen. Door optelling van de vermogensbehoefte van de
afzonderlijke activa krijgen we de totale vermogensbehoefte in jaren.
9.2 Diversiteitsverschijnsel
Het verschijnsel dat de afzonderlijke activa op diverse momenten hun maximale en
minimale vermogensbehoefte bereiken, noemen we het diversiteitsverschijnsel. De
sterke fluctuaties in de totale vermogensbehoefte leiden voor een onderneming tot
een aantal nadelen; in tijden met hoge vermogensbehoefte moet een groot bedrag
aan vermogen worden aangetrokken, en in tijden van lage vermogensbehoefte moet
voor overtollige vermogen een rendabele bestemming worden gezocht. Organisaties
streven naar vermogensbehoeften i.v.m. verschillende activa zodanig te spreiden, dat
de totale vermogensbehoefte minder hoge pieken en minder diepe dalen vertoont.
We spreken van intensieve financiering als de geldontvangsten i.v.m. afschrijvingen
en restwaarden weer direct in de organisatie worden aangewend om nieuwe
productiemiddelen te kopen. Een organisatie kan proberen door haar investeringen
zorgvuldig te plannen diversiteit in de vermogensbehoefte te realiseren. Door
toepassing van intensieve financiering kan zij het vermogen dat van buiten de
organisatie moet worden aangetrokken beperken.
9.3 Vermindering van de vermogensbehoefte door factoring en leasing
,Door gebruik te maken van intensieve financiering zijn organisaties in staat de totale
vermogensbehoefte te verminderen en de omloopsnelheid van het totaal vermogen te
vergroten. De omloopsnelheid van het totaal vermogen geeft de verhouding weer
tussen omzet exclusief btw en het gemiddeld geïnvesteerde totaal vermogen.
Omloopsnelheid van het totaal vermogen= Omzet (in verkoopprijzen) exc. Btw
___________________________________
Gemiddeld totaal vermogen
Intensieve financiering liegt rote dat met hetzelfde vermogen een hogere omzet kan
worden gerealiseerd. Naast intensieve financiering leiden factoring en leasing ook tot
vermindering van de totale vermogensbehoefte.
Factoring
Factoringmaatschappijen zijn bereid om vorderingen op de afnemers van de
organisatie hun dienstverlening toe te passen. Er is sprake van factoring als een
onderneming met een factormaatschappij een overeenkomst sluit, waarbij de
factormaatschappij zich verplicht alle door haar goedgekeurde vorderingen te
financieren. Primaire voorwaarden zijn het bestaan van een business-to-
businessrelatie en van verkopen op rekening. Enkele facetten van factoring lichten we
toe;
- Bewaking/incasso van debiteurenvordering; deze kan volledig vanaf de vervaldag
van de vordering of uitgesteld vanaf x dagen na vervaldag worden verzorgd.
- Financiering; een factormaatschappij financiert 100% op de door haar
goedgekeurde debiteurenvorderingen. De hoogte van de financieringspercentage is
met name afhankelijk van de kwaliteit en debiteurenvorderingen.
- Insolventierisicodekking; vorderingen kunnen via een factormaatschappij verzekerd
worden tegen non-betaling voor zover zij vallen binnen een vooraf vastgesteld
maximum en de vordering niet wordt betwist.
De factormaatschappij betaalt een groot gedeelte van de vordering bij verpanding van
de vordering als voorschot uit aan de onderneming. Deze vorm noemen we old-line
factoring, dit leidt tot vermindering van de vermogensbehoefte. Een andere vorm is
maturity factoring. Daarbij wordt van de factormaatschappij geen voorschot
ontvangen, dit leidt niet tot een vermindering van vermogensbehoefte.
Voor de onderneming heeft factoring een aantal voordelen;
- Continuiteit in creditmanagement en verkorting van de gemiddelde betaaltermijn in
de debiteurenportefeuille.
- Geen risico van wanbetaling m.b.t. door de factormaatschappij goedgekeurde
vorderingen.
- Verruiming van de liquide positie binnen de organisatie.
Leasing
Bij leasing is er sprake van een huurovereenkomst tussen een organisatie of
particulier en een leasemaatschappij (lessor). Deze huurovereenkomst kan zowel
roerende als onroerende goederen betreffen. De huurder noemt men de lessee.
Leasecontracten kunnen we onderverdelen in; opertional-lease en financial-lease.
Operational-lease contract
Is een opzegbaar huurcontract, waarbij de kosten van onderhoud, verzekering en
dergelijke meestal ten laste van de verhuurder komen. Omdat het contract afkoopbaar
is, ligt het risico van economische veroudering bij de verhuurder.
Financial-lease contract
,Is een onopzegbaar huurcontract, waarbij kosten en onderhoud ten laste van de
huurder komen. De looptijd van het contract komt overeen met de economische
levensduur van het duurzame productiemiddel. Het risico van economische
veroudering is voor de huurder, omdat hij de economische eigen is. De lessor is de
juridische eigenaar. Het totaal van de leasebetalingen gedurende de looptijd van het
contract komt ongeveer overeen met het totaal van de afschrijvings- en interestkosten
van het geleasde object. In de vorm van leestermijnen betaalt de huurder in feite alle
kosten van het object. Daarom is meestal een koopoptie in het contract bedongen
tegen een symbolische prijs. De beslissing tot leasing over te gaan, kan gebaseerd zijn
op fiscale motieven of grotere flexibiliteit en het gemak dat het algemeen biedt ten
opzichte van aanschaf van de activa.
9.4 Vermindering van de vermogensbehoefte door huur en outsourcing
Het uitbesteden van werkzaamheden of het betrekken van halffabricaten van
toeleveranciers (outsourcing) leidt tot lagere vermogensbehoefte. De onderneming
hoeft niet zelf de activa aan te schaffen, daarvoor betaalt men de halffabricaat.
Als voor de aankoop van activa gebruik wordt gemaakt van vreemd vermogen, neemt
het balanstotaal aan de debet- en creditzijde in dezelfde mate toe. I.p.v alternatief
kopen en lenen kan ook worden gekozen voor alternatief leasing. In het geval van
operational lease krijgt de onderneming de beschikking over dezelfde activa. De
contante waarde van de financiële verplichtingen die voortvloeien uit de operational
leasecontract wordt als schuld op de balans genomen, alleen voor de duur. Deze
schuld zal iets lager uitvallen van de lening voor het alternatief. Operational lease leidt
tot balansverkorting. De omloopsnelheid wordt vergroot van het gemiddeld
geïnvesteerd vermogen.
Bij financial lease moet de contante waarde van alle toekomstige leaseverplichtingen
op de balans als schuld worden opgenomen. Dezelfde waarde komt ook aan de
debetzijde, omdat de lessee economisch eigenaar is. Bij financial lease treedt daarom
geen balansverkorting op. Omdat bij financial lease de waarde aan debet- en
creditzijde wordt opgenomen, neemt het geïnvesteerd vermogen door financial lease
niet af. Dit heeft dus geen invloed op de omloopsnelheid. Het komt voor dat een
onderneming een duurzaam productiemiddel dat in haar bezit is, verkoopt aan een
leasemaatschappij om het gelijktijdig weer te huren van deze maatschappij, dit noemt
men sale and lease back.
9.5 Werkkapitaalbeheer en Enterprise Resources Management
Onder werkkapitaalbeheer verstaan we het beheer van de voorraden, debiteuren en
de liquide middelen, maar ook het beheer van crediteuren. Voor een efficient beheer
is informatie over de ontwikkeling en verandering in de balansposten debiteuren,
voorraden, liquide middelen en crediteuren vereist. Een ERM-systeem is een door
computers en software ondersteunend informatiesysteem met behulp waarvan een
organisatie nauwkeurig en real-time alle goederen- en geldstromen binnen haar
organisatie kan bijhouden.
Het is de kunst een zodanig bestelbeleid te voeren dat de vereiste goederen
ontvangen worden juist op het moment dat ze nodig zijn. We spreken van just in time
management. Op het moment dat een product wordt besteld, wordt deze direct door
de producent ingepland en worden bij de toeleveranciers de vereiste onderdelen
besteld. Door JIT nemen het in voorraden geïnvesteerde vermogen en daardoor de
vermogenskosten af.
Een toename van de post debiteuren leidt tot meer vermogenskosten, doordat het van
de debiteuren te vorderen bedrag moet worden voorgefinancierd. Soepele
, betalingsvoorwaarden en een soepel incassobeleid leiden tot meer omzet. Er zijn ook
nadelen aan verbonden. Naast hogere vermogenskosten bestaat ook het gevaar dat
er afnemers worden aangetrokken met een zwakke financiele positie die mogelijk een
wanbetaling leveren, waardoor ze later betalen dan afgesproken. In het kader van het
debiteuren- en incassobeleid is het belangrijk dat;
- Zorgvuldig beoordeling van de financiele positie van de afnemer die op rekening wil
kopen, wordt gemaakt.
- De betalingsvoorwaarden in overeenstemming zijn met wat in de betreffende
branche gebruikelijk is.
- Een stringent incassobeleid wordt gevoerd
Onder liquide middelen verstaan we totaal van kassasaldo en de positieve saldi van
die rekening-courantrekeningen bij banken. Bij het beheer van de liquide middelen is
het belangrijk dat de organisatie ervoor zorgt dat ze altijd aan haar
betalingsverplichting kan voldoen.
De kosten van de ontvangen leverancierskrediet bestaan uit de gemiste kortingen, die
de onderneming zou hebben ontvangen als ze contant zou hebben betaald. Deze
kosten komen echter tot een hogere inkoopwaarde van de omzet.
Het saldo van de posten voorraden, debiteuren, liquide middelen en crediteuren
noemen we nettowerkkapitaal. Een ERM-systeem maakt het mogelijk de
ontwikkelingen in de verschillende onderdelen van het nettowerkkapitaal nauwkeurig
te volgen en zo nodig op basis van de informatie die het ERM-systeem oplevert,
maatregelen treffen.
Hoofdstuk 10 Vormen van eigen vermogen
10.1 Behoefte aan eigen vermogen
In de vermogensbehoefte die ontstaan door de aanschaf van activa kan worden
voorzien door het inhouden van winsten (interne financiering). Daarnaast kan er
buiten de organisatie eigen of vreemd vermogen worden aangetrokken (externe
financiering). De geldstromen van en naar een vermogensmarkt noemen we
secundaire geldstromen, omdat ze afgeleid zijn van de geldstromen die met het
primaire proces samenhangen. We belichten een aantal nieuwe begrippen;
Inschrijfrechten
Op de record date wordt er een inschrijfrecht toegekend per aandeel dat op dat
tijdstip uitstaat.
Uitoefenperiode
Het recht om nieuwe aandelen te kopen tussen een bepaalde periode.
Eerste notering
De eerste notering en de handel in nieuwe aandelen, na de uitoefenperiode.
Uitgifteprijs
De prijs die bij uitgifte van nieuwe aandelen per nieuw aandeel moet worden betaald
(=emissieprijs).
Nominale waarde
Is de waarde van de aandelen die in de statuten van de nv staat vermeld.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tomaskok. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.