OG 1: introductie tot de Grondwet en tot
de Grondwettelijke rechtspraak
Opdracht 1: Grondwettelijk recht in de Media
Zoek en bespreek een artikel in de pers waarin een kwestie van grondwettelijk recht aan bod komt
Professor Grondwettelijk Recht: " Tegenhouden HLN-artikel over
Rousseau is in strijd met grondwet"
= schending van artikel 25 GW (vrijheid van drukpers)
Opdracht 2: de rechtspraak van de hoogste nationale rechtscolleges
Lees bijgevoegde arresten. Bekijk de structuur/opbouw van deze arresten: let daarbij onder meer op
de voorafgaande procedurele of feitelijke gegevens, de standpunten van de partijen, de
overwegingen van het rechtscollege en het dispositief (de eindbeslissing). Is de structuur dezelfde
voor de drie rechtscolleges of verschillend?
Analyseer de verschillende arresten aan de hand van de volgende vragenlijst:
1) Wat zijn de voorafgaande procedurele of feitelijke gegevens van deze zaak? Hoe is de zaak bij
het rechtscollege terechtgekomen?
2) Wie zijn de partijen in de procedure?
3) Wat wordt er aangevochten?
Welke argumenten voeren de partijen aan? Geef ze beknopt weer.
= welke ongrondwettigheid? Aan welke norm wordt getoetst? Waarom zou die norm
geschonden zijn? Wat betreft GwH 14 januari 2021 mag je je beperken tot 2 argumenten van
de verzoekende partijen.
4) Wat beslist het rechtscollege?
5) Wat zijn de motieven van het rechtscollege om tot die beslissing te komen? Geef ze in grote
lijnen weer (wat betreft GwH 14 januari 2021 mag je je beperken tot de beslissingen inzake
de 2 argumenten die je hebt weergegeven).
Wat kan je uit deze arresten afleiden over de onderscheiden bevoegdheid van het Grondwettelijk Hof,
het Hof van Cassatie en de Raad van State?
Vul de bevoegdheid alvast in op het schema over de afdwingbaarheid van de normenhiërarchie dat je
doorheen de volgende OG’s zelf verder zal kunnen aanvullen.
1
,Alle OG’s staatsrecht
Arrest Grondwettelijk Hof (GwH 14 januari 2021, nr. 5/2021)
= controleert de wetgevende macht
1) Wat zijn de voorafgaande procedurele of feitelijke gegevens van deze zaak? Hoe is de zaak bij
het rechtscollege terechtgekomen?
Beroep tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 26 april 2019 “tot
wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de uitrol van digitale meters en tot
wijziging van artikel 7.11, 7.12 en 7.15 van hetzelfde decreet”
2) Wie zijn de partijen in de procedure?
De verzoekende partijen:
Autonome dienst met rechtspersoonlijkheid “Vlaamse Regulator voor de Elektriciteits- en
Gasmarkt” (VREG)
Inti de Bock, Vera de Moor, Ilias Sfikas, Jean Albert Solon en Marleen Verbruggen
Vzw “Federatie van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven”
De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas
Vzw “Liga voor mensenrechten”
De Ministerraad
3) Wat wordt er aangevochten? Welke argumenten voeren de partijen aan? Geef ze beknopt
weer = welke ongrondwettigheid? Aan welke norm wordt getoetst? Waarom zou die norm
geschonden zijn? Wat betreft GwH 14 januari 2021 mag je je beperken tot 2 argumenten van
de verzoekende partijen.
Wat wordt er aangevochten? Een decreet
Beroep tot vernietiging van verschillende bepalingen van het decreet
Welke argumenten voeren de partijen aan?
Inzake artikel 42 van het decreet voert de Ministerraad aan dat die bepaling een inbreuk
vormt op de federale bevoegdheid inzake transmissietarieven
Inzake artikel 17 van het decreet voert de VREG aan dat het artikel zijn onafhankelijkheid als
regulator en zijn exclusieve bevoegdheid inzake distributietarieven schendt, doordat het
bepaalt wie moet instaan voor de kosten van de plaatsing en indienststelling van de digitale
meter en van de productiemeter
4) Wat beslist het rechtscollege?
Beslissing van het Hof: het beschikkend gedeelte
Vernietiging van artikel 17 van het decreet, in zoverre het artikel 4.1.22/2, tweede lid, van het
Energiedecreet invoegt, alsook artikelen 31, 35, 3° en 4° en 42 van het decreet
Onder voorbehoud van de in B.14.6 vermelde interpretatie van artikel 17, verwerpt de
beroepen voor het overige
Handhaving van de gevolgen van de artikelen 21 en 42 van het decreet voor wat de voor de
datum van bekendmaking van dit arrest in het BS gefactureerde bedragen betreft
5) Wat zijn de motieven van het rechtscollege om tot die beslissing te komen? Geef ze in grote
lijnen weer (wat betreft GwH 14 januari 2021 mag je je beperken tot de beslissingen inzake
de 2 argumenten die je hebt weergegeven).
2
,Alle OG’s staatsrecht
Inzake artikel 42 van het decreet
Decreten kunnen rechtsbepalingen bevatten in aangelegenheden waarvoor de parlementen
niet bevoegd zijn, voor zover die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun bevoegdheid.
Het wordt echter niet noodzakelijk geacht door het Hof
Inzake artikel 17 van het decreet
Enkel inzake artikel 4.1.22/2, tweede lid van het Energiedecreet, doet de decreetgever
afbreuk aan de onafhankelijkheid van de regulator. Inzake de andere bepaling van het artikel
wordt er geen afbreuk gedaan aan de onafhankelijkheid
Arrest Hof van Cassatie (HvC 7 januari 2020, nr. P.19.0804.N)
= controle van de rechterlijke macht, controleert enkel de wettigheid van de uitspraak (niet de
opportuniteit) en verwijst dan terug naar het vorige Hof of verwerpt
1) Wat zijn de voorafgaande procedurele of feitelijke gegevens van deze zaak? Hoe is de zaak bij
het rechtscollege terechtgekomen?
Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Antwerpen, correctionele
kamer, van 26 juni 2019
2) Wie zijn de partijen in de procedure?
De eiser en veroordeelde in cassatie is “B.P.V.”
Het OM en de burgerlijke partij kunnen ook tussenkomen
3) Wat wordt er aangevochten? Welke argumenten voeren de partijen aan? Geef ze beknopt
weer = welke ongrondwettigheid? Aan welke norm wordt getoetst? Waarom zou die norm
geschonden zijn?
Het arrest van het hof van Beroep te Antwerpen van 26 juni 2019 wordt aangevochten
Eerste middel: schending van art. 406, eerste lid Sw.
Tweede middel: schending van art. 10 en 11 EVRM en art. 6 Herzien Europees Sociaal
Handvest
4) Wat beslist het rechtscollege?
Het Hof verwerpt het cassatieberoep en veroordeelt de eiser tot de kosten
Het arrest van het Hof van Beroep blijft geldig
5) Wat zijn de motieven van het rechtscollege om tot die beslissing te komen? Geef ze in grote
lijnen weer
Middel 1: schending van art. 406, eerste lid Sw.
Het Hof oordeelt dat de eiser de stakerspost doelbewust heeft georganiseerd en in stand
gehouden om het verkeer te belemmeren, waardoor voertuigverkeer gevaarlijk kon worden
of ongevallen konden gebeuren
De eiser heeft vanaf het begin af aan kwaadwillig gehandeld in de zin van de bedoelde
wetsbepaling
Middel 2: schending van art. 10 en 11 EVRM en art. 6 Herzien Europees Sociaal Handvest
3
, Alle OG’s staatsrecht
Het hof oordeelt dat de veroordeling niet belet het stakingsrecht op een normale wijze uit te
oefenen
Conclusie: de substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven rechtsvormen zijn in acht
genomen en de beslissing is overeenkomstig de wet gewezen
Arrest Raad van State (RvS 3 december 2021, nr. 252.322)
= controle op de uitvoerende macht
1) Wat zijn de voorafgaande procedurele of feitelijke gegevens van deze zaak? Hoe is de zaak bij
het rechtscollege terechtgekomen?
Beroep tot nietigverklaring van het besluit van de gemeenteraad van de stad Oostende van 18
november 2019 tot invoeging in de stedelijke verordening betreffende orde en veiligheid van een
artikel II.005, met betrekking tot het gebruik van rolschaatsen en -planken, skateboards, skeelers,
BMX fietsen en andere aanverwante toestellen op het openbaar domein van de stad en op openbare
plaatsen.
2) Wie zijn de partijen in de procedure?
Eiser: John CROMBEZ
Verweerder: de STAD OOSTENDE
3) Wat wordt er aangevochten? Welke argumenten voeren de partijen aan? Geef ze beknopt
weer = welke ongrondwettigheid? Aan welke norm wordt getoetst? Waarom zou die norm
geschonden zijn?
Een vernietiging van het besluit door schending van het wettigheidsbeginsel doordat de bestreden
beslissing een verbod en een strafbepaling inhoudt. De bepaling is niet voldoende precies en niet
voldoende voorzienbaar.
Schending rechtszekerheidsbeginsel
4) Wat beslist het rechtscollege?
De RvS vernietigt het besluit van de gemeenteraad van de stad Oostende
5) Wat zijn de motieven van het rechtscollege om tot die beslissing te komen? Geef ze in grote
lijnen weer
De RvS concludeert dat de omschrijving van het verboden gedrag in het aangevochten voorschrift te
algemeen en weinig precies is opdat de rechtzoekende voldoende duidelijk kan weten welke concrete
gedragingen strafbaar worden gesteld
Wat kan je uit deze arresten afleiden over de onderscheiden bevoegdheid van het Grondwettelijk
Hof, het Hof van Cassatie en de Raad van State?
Het Grondwettelijk hof controleert de wetgevende macht = objectief contentieux
Het Hof van Cassatie controleert de rechterlijke macht
De Raad van State controleert de uitvoerende macht = objectief contentieux
Het beroep is gericht tot een vernietiging
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LawStudentUHasselt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.03. You're not tied to anything after your purchase.