100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
H&G Hoorcollege Aantekeningen $5.96   Add to cart

Class notes

H&G Hoorcollege Aantekeningen

 17 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Alle hoorcollege aantekeningen van hersenen en gedrag. Vorig jaar beide tentamens met een 8 gemiddeld behaald!

Preview 4 out of 41  pages

  • September 9, 2024
  • 41
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Leon kenemans
  • All classes
avatar-seller
HC1 - Inleiding

Psychologische perspectieven
- Biologische psychologie: biologische processen
- Cognitieve psychologie: mentale processen
- Sociale psychologie: bijzijn van anderen
- Ontwikkelingspsychologie: ontwikkelingen van mensen
- Klinische psychologie: ziektes

Wat is psychologie?
- Gedrag
- Mentale processen: gedrag bepaald door mentale processen
- Om iets te weten moet je meten:
- Mentale processen
- Emotie
- Waarneming

Gedrag kunnen we meten
We begrijpen het niet want niks over onderliggend mechanisme (je kunt change-blind zijn
maar in brein gebeurt er iets).

Verschillen in gedrag meten
- Helmholtz: reactietijd op teen langer dan heup
- Interpretatie? Onderliggend mechanisme?
- Donders: reactietijden langer als je (F C Q T) ziet en X of Q moet zoeken dan bij (F T)

Mentale processen interfereren
- Leren; gedrag in een en dezelfde situatie is veranderd na een
ervaring.
- Klassiek conditioneren (Pavlov): schrikken of wegduiken
- Operant of instrumenteel conditioneren (Thorndike): als gedrag vaak genoeg beloond
wordt word het vaker gedaan Bekrachtiging: zorgt dat het gedrag herhaald wordt

Nurture: leren van omgevingsinvloeden
Nature: genetisch bepaaldheid

HC1 - FILM Van Gen naar Gedrag I

Hebben genen invloed op gedrag?
- Bewijzen lastig
- Oorzakelijk verband aantonen, soms zo sterk dat de relatie onverbiddelijk lijkt

Wat zijn genen?
DNA bevat de genen, die bestaan uit letters (ATCG)

Herhaling letters CAG (> 40)→ leidt tot abnormale variant van eiwit huntingtine
Huntington: degeneratieve hersenziekte

,Wat doet een gen?
- Een gen codeert voor een eiwit (protein)
- DNA —> RNA —> Eiwit

Eiwitten: dienen de functie van zenuwcellen: enzym, receptor, boodschapper-stof

Hoe krijg je een gen?
- Chromosomen: waar het DNA met daarin de genen over verdeeld is (23 paren:
allelen)
- Voortplanting: voor elk paar van beide ouders een: nieuwe generatie
Genen op 2 allelen van 1 chromosomenpaar zijn grotendeels identiek

MAO-Aop X chromosoom
2 varianten van gen:
- MAO-A low leidt tot slecht werkend MAO-A enzy: kwetsbaar voor agressie
- MAO-A high leidt tot goed werkend MAO-A enzym: beschermd tegen agressie

HC2-1 - Van gen naar Gedrag II

Geslachtsafhankelijkheid van genen
- 22 paar autosomale chromosomen, van elk gen 2 allelen (varianten)
- 1 paar geslachtschromosomen: XX (2 allelen) of XY (1 allel)
→ X en Y dragen ´sex-linked´ genen

Sex limited genen
- Kunnen op alle chromosomen voorkomen
- Worden alleen afgelezen in 1 van de twee geslachten, onder invloed van
geslachtshormonen → leidt tot verschillen in eigenschappen, bijv gedrag

Kunnen ervaringen de genen veranderen?
- Voor start codon: promotor regio, ervaring verandert chromosoom
- Na start codon: coding regio
- Door ervaring gen wordt niet afgelezen, DNA is er nog wel
→ methylering (verandering) nodig voor leren / geheugen

Epigenetica:
- Methylering: aflezing stopt
- Acetylering: juist meer afgelezen
- Andere mechanismen

Evolutie
- Verandering over generaties van genen (en de eigenschappen waarvoor ze coderen)
in populaties
- Reproductieve isolatie leidt vervolgens tot het ontstaan van verschillende soorten
- Al het leven is evolutionair verwant en alle soorten delen daarom een
gemeenschappelijke voorouder

, - Soorten die recenter gemeenschappelijke voorouder hebben lijken meer op elkar
(genen en eigenschappen)
- Verschillen in gedrag zijn vaak niet te herleiden tot een verschil op 1 enkel gen

Hoe werkt het?
- Spontane mutaties zorgen voor genetische variatie (verschillende allelen)
- Varianten die leiden tot een verminderde voortplanting verdwijnen
- Varianten die leiden tot betere voortplanting worden geselecteerd
- Hierdoor veranderen eigenschappen van individuen in een populatie

Principes evolutie
- Overerfbaarheid van eigenschappen (genen)
- Mutaties: het spontane ontstaan van genvarianten → random
- Natuurlijke selectie van varianten die zorgen voor een individu dat beter aangepast
(adapted) is en daardoor meer nakomelingen krijgt (fitness) → niet random

Consequenties voor menselijk gedrag
- Door evolutionaire verwantschap delen mensen genen, hersenstructuren en gedrag
met andere dieren
- Geschikte modelsystemen voor experimenteel onderzoek aan ´hoe´ vragen
- Niet alleen overeenkomsten tussen soorten zijn interessant, ook verschillen kunnen
info opleveren

Consequenties voor menselijk gedrag?
- Evolutionaire psychologie: beantwoorden van ‘waarom’ vragen over huidig gedrag, in
termen van fitness in evolutionair verleden

HC2-2 - Van zenuwcel naar zien en bewegen

Van het oog naar de hersenen
- Neuron A stuurt een signaal naar neuron B door axon
- Dendrieten zijn kleine de uitlopers
- Neuron heeft een input (dendriet) en output (axon) faciliteit
- Simulated region of cortex: neuronen liggen naast elkaar dus als een niet doet maakt
niet zoveel uit

Rustpotentiaal
- Neuron is een soort buis, met binnenkant en buitenkant gescheiden door membraan]
- Ionen in verschillende concentraties binnen en buiten → potentiaalverschil →
rustpotentiaal (-70 mV)

Depolarisatie
- Membraan bevat kanalen waardoor Na+ naar binnen kan, als ze open zijn
- Open door neurotransmissie
- Hierdoor verandert ladingsverschil dus rustpotentiaal
- Positieve lading naar binnen dus kleiner (richting 0): depolarisatie

, Hoe meet je het?
- Je kunt de rustpotentiaal meten door 2 elektrodes te gebruiken, zo kun je het verschil
tussen binnenkant en buitenkant meten

Hoe meet je het bij mensen?
- Hersenpotentialen
- Electroencephalogram (EEG)
- Fluctuaties in de rustpotentiaal (150000 neuronen, doen allemaal hetzelfde)

Actiepotentiaal
- Hoe zetten we waarneming om in beweging, van alle kanten, dus heel veel tegelijk.
- Als er genoeg depolarisaties plaatsvindt krijg je actiepotentiaal

Motorneuron
- Als voldoende signalen van visuele cortex naar motor dan voldoende depolarisatie in
motor neuron
- Motor neuron produceert zelf actie
- Leidt uiteindelijk tot signaal
- Neuronen die gedrag produceren: van motorcortex naar ruggenmerg naar spier

HC3-1 - Actiepotentiaal

Wat is het?
- Voorbeeld: visueel neuron A stuurt een elektrisch signaal over axon naar motor
neuron B → dit signaal is een actiepotentiaal
- Fundamentele drager van snelle informatieoverdracht tussen zenuwcellen
(neuronen), en dus aan basis van cognitie en gedrag
- Voorversterker → versterker → data acquisitie →computer

Hoe ontstaat hij?
- Depolarisatie door binnengekomen Na+ (depolarisatie, EPSP) in dendriet, verspreidt
zich passief naar axon heuvel (hillock)
- Daar gaan voltage-gevoelige (voltage-gated) Na+-kanalen open (dit zijn andere
kanalen dan op de dendriet) waardoor de actiepotentiaal begint
→ Alleen als depolarisatie een kritische drempel (threshold) bereikt

Twee gradiënten
- Concentratie gradiënt: van hoge naar lage concentratie
- Elektrische gradiënt: aantrekking van tegengestelde lading bij potentiaalverschil

Actiepotentiaal
- Bij rustpotentiaal zijn voltage-gated Na+ en K+ kanalen dicht op het stukje membraan
van de axonheuvel (-70)
- Voltage-gated Na+ kanalen gaan open als depolarisatie kritische drempel (threshold)
overschrijdt bij axon heuvel (ongeveer -50 mV)
- Na+ stroomt de cel in waardoor het negatieve potentiaalverschil over de membraan
afneemt: de depolarisatie wordt dus nog groter

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melissasarii. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76799 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.96  1x  sold
  • (0)
  Add to cart