Samenvatting vastgoed rekenen:
H6: Verdieping vastgoed rekenen
6.1 Bepalen van de restwaarde
Om de restwaarde van het vastgoedobject (grond + opstallen) te kunnen inschatten zijn er in feite twee
methodes. De eerste methode maakt een onderscheid tussen de waardeontwikkeling van de grond en de
opstallen; bij methode 2 worden grond en opstallen als een geheel bezien.
6.1.1 Grond-opstal-methode
De grond-opstal-methode voor het berekenen van de restwaarde gaat er vanuit dat de grond en de
opstal een uiteenlopende waardeontwikkeling hebben. De grondwaarde stijgt met de inflatie en de
waarde van de opstal maakt een andere ontwikkeling door.de waarde van de opstallen kan voor een
langere periode (30 of 40 jaar) geacht worden om terug naar 0 te lopen (lineair afschrijven). Maar
zolang deze waarde nog positief is wordt die waarde nog wel aangepast aan inflatie.
Je krijgt een objectwaarde(= grondwaarde + opstalwaarde), grondwaarde, opstalwaarde, de looptijd
en de inflatie
Jaar Grondwaarde Waarde opstal voor Cumulatieve Waarde opstal na Totale
afschrijvingen afschrijvingen afschrijvingen waarde
0 =Grondwaarde =Opstalwaarde =Auto
som
1 =Grondwaarde =Opstalwaarde jaar =Waarde opstal = waarde opstal =Auto
jaar 0 * (1+ 0 * (1+ rente$) voor afschrijving voor afschrijving som
rente$) jaar 1 * (jaar 1 / jaar 1 –
looptijd$) cumulatieve
afschrijvingen jaar
1
6.1.2 Exit Yield-methode
Exit yield-methode; hier wordt geen splitsing aangebracht tussen grond en opstallen. De exit =
uitgang, yield = opbrengst. Dit is eigenlijk niks anders dan de BAR-methode toepassen. De bar van de
nieuwe koper is de Exit Yield van de verkoper.
De Exit Yield wordt vaak gebruikt om de opbrengst van een object aan het eind van de
beleggingsperiode te bepalen.
Exit Yield waarde = Huur jaar einde +1 / Exit Yield /(1+k.k.)
BAR = huur jaar 1 / aanschaf
Maximale investering nieuwe eigenaar = huur jaar 11 (looptijd was tot jaar 10) / exit yield
De restwaarde is hier dan de maximale investering/ (1+ kosten koper) Opbrengst oude eigenaar
Of opbrengst oude eigenaar: 1e jaarshuur nieuwe eigenaar / exit yield / (1+k.k.)
(Als het vastgoed duurder wordt dan gaat de Bar omlaag.)
, Exit yieldwaarde:
Voor de aankoper de exit yield laag
Voor de verkoper de exit yield hoog
6.2 De residuele grondwaarde
Bij deze methode wordt de grondwaarde bepaald als residu (rest) van alle kosten en opbrengsten.
6.3 Bepalen van het gewenste rendement / rendementseis / de discontovoet
Huuropbrengsten is direct rendement
Eventuele waardestijging is indirect rendement
6.3.1 Het hefboomeffect
Rendement eigen vermogen kan worden berekend als: RTV + VV / EV X (RTV-RVV)
REV = uw gewenste rendement op uw eigen vermogen
RVV = het percentage waartegen u vreemd vermogen kunt aantrekken
VV/EV = de mate waarin u vreemd vermogen kunt aantrekken (wat je maximaal kunt lenen)
Het hefboomeffect is het feit dat u verdient op geleend geld en dat daardoor uw REV stijgt.
Vermogenskostenvoet (WACC)
REV Hypotheekrente Fiscaal Gewogen
Vreemd Vermogen Wat je van de Rente op de REV VV *
bank leent lening Hypotheekrente
VV
Eigen vermogen Wat je zelf Rente op het REV EV *
moet in eigen vermogen Hypotheekrente
brengen EV
= Autosom
6.3.2 Het hefboomeffect + de financieringswijze
Opdracht 6.7 C en D
H7: Integrale grondexploitatie
In dit hoofdstuk was er een vraagstuk over wat de grondwaarde was van kantoren, huurwoningen,
winkelcentrum en de parkeergarage.
Parkeren heeft de hoogste negatieve ingaven, je maakt hier bijna nooit rendement over
H8: hypotheekberekeningen
8.1 Lineaire hypotheek
Je krijgt de termijn, het bedrag tegen een rentepercentage, wanneer de aflossing zijn meestal eind
van het jaar en het belastingtarief.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evavelthuijs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.96. You're not tied to anything after your purchase.