Antibioticumgebruik bij KHD
Antimicrobiële middelen
• Theoretisch
o Antibioticum = van organische oorsprong
o Chemotherapeuticum = synthetisch
• Spreektaal
o Antibioticum = middel dat bacteriën afdoodt of hun groei remt, natuurlijk of synthetisch
Werking
AB doodt de kiem niet altijd volledig af. Doel = kiem onderdrukken, zodat afweer van gastheer het
kan overnemen. AB hebben verschillende werkingsmechanismen:
• Remmen DNA synthese (bv. sulfonamiden, quinolonen)
• Remmen eiwitsynthese (bv. tetracyclinen, macroliden)
• Beschadigen celmembraan (bv. colistine)
• Verstoring celwand synthese (bv. penicilline, vancomycine)
Soorten AB
• Bèta-lactamases → meest gebruikt bij KHD
o Penicillines
o Cefalosporines
o Carbapenems
• Chinolonen
• Aminoglycosiden
• Tetracyclines
• Sulfonamiden
• Macroliden
AB-gebruik
• Curatief
o Bij bacteriële infectie
• Metafylactisch → eerder op bedrijfsniveau (GHD)
o Bij bewezen risico
• Profylactisch
o Voordat er infectie is (maar kans op infectie met grote gevolgen)
Deze manieren verschillen in wanneer, hoe lang, welk preparaat,.. je toedient.
Veel AB-gebruik is onterecht, namelijk terwijl er geen bacterieel probleem is! Bv. respiratoire
aandoeningen in het eerste stadium zijn vaak een viraal probleem.
Bij onterecht/te vroeg AB-gebruik zorgt je voor selectie → als er bacteriën komen, dan zijn deze
sneller dood.
1
,Bewustmaking
• Niet alle patiënten die ziek zijn hebben een bacteriële infectie (bv. de griep)
• Er zijn andere oorzaken voor koorts dan enkel een bacteriële infectie (bv. pancreatitis, kanker,
virale ziekten,..)
• Niet alle bacteriële infecties vereisen (systemische) AB → sommige wonden zijn bv. ook lokaal te
behandelen (soms zelfs enkel met ontsmettingsmiddelen). Systemische behandeling is enkel
nodig wanneer er risico is dat de infectie al in de bloedbaan zit.
• Secundaire bacteriële infecties (bv. facultatief pathogene bacteriën) lossen vaak op na het
oplossen van de primaire oorzaak (bv. het verwijderen van een vreemd voorwerp)
Gezelschapsdieren
Voorschrijfgedrag Vlaamse eerstelijnsdierenartsen:
• Tijdens 70-80% van de consultaties → in 50% geen indicatie!
• Hond: meest amoxicilline-clavulaanzuur of cefalexine (beide 1e generatie cefalosporines)
• Kat: meest amoxicilline-clavulaanzuur of cefovecin (3e generatie cefalosporine, langwerkend)
Het wordt onterecht routinematig gebruikt, omdat dit lang werkt (14 dagen) → makkelijker dan
iedere dag pilletje te moeten geven.
Antimicrobiële resistentie
De ontwikkeling hiervan is het grootste probleem.
• Genetische strategie van bacteriën om te overleven
• Sommige resistentie is natuurlijk
o Pseudomonas resistent aan penicillines en 1e en 2e generatie cefalosporines
o Anaëroben meestal resistent aan fluoroquinolones (bv. enrofloxacine)
• De meeste resistentie is verworven, door overvloedig gebruik van AB → selectie van bacteriën
die minder tot niet meer gevoelig zijn
o AB maakt alleen onderscheid tussen gevoelige en niet-gevoelige bacteriën → populatie niet-
gevoelige bacteriën krijgt de overhand en gaat vermenigvuldigen, tot er geen gevoelige
bacteriën meer over zijn
o AB maakt geen onderscheid tussen pathogene en niet-pathogene bacteriën → darmflora
verstoord
Verworven resistentie
• Kan tussen bacteriën onderling uitgewisseld worden en ook tussen dier en mens.
• Bij nutsdieren zijn er verschillende studies gedaan → AB in voeding teruggedrongen
• Bij gezelschapsdieren zijn er nagenoeg geen studies naar gedaan en is er verontrustende
informatie
• Situatieschets bij gezelschapsdieren:
o AB is meest voorgeschreven GM
o Vaak AB toegediend in situaties zonder aanwijzingen voor bacteriële infectie (onterecht)
o Vaak geen bewuste keuze van AB
▪ Als je bv. iets inspuit en dan nog orale therapie meegeeft, dan moeten de spectra wel op
elkaar aansluiten
▪ Gebruiksgemak mag niet belangrijker zijn dan werkingsspectrum!
▪ Veel van de kennis over AB komt uit de HGK; klopt niet altijd voor de DGK!
AB-gebruik – Situatieschets bij gezelschapsdieren
• Penicilline en breed-spectrum cefalosporines (amoxicilline-clavulaanzuur) >>> andere
• Breed-spectrum amoxicilline-clavulaanzuur >>> nauw-spectrum (selectieve) penicillines
• Kritisch belangrijke (voor de wereldgezondheid) >>> niet-kritisch belangrijke
2
,AMCRA
= AntiMicrobial Consumption and Resistance in Animals
• Richtlijnen per diersoort en indicatie
o Indicaties en bedenkingen
o Preventieve maatregelen → andere dieren in het huishouden ook behandelen
o AB wel of niet geïndiceerd? Indien wel → adviezen over soort AB
o Aanvullende info (bv. vorm)
• KEUZE AB
o 1e, 2e of 3e keuze
o Gebaseerd op wetenschappelijke gegevens
▪ Gevoeligheden
▪ Farmacokinetiek en –dynamiek
▪ Klinische efficiëntie
o (1e keus = meest waarschijnlijk dat het gaat helpen)
• KLEUR AB → kleurcode zegt niets over de werkzaamheid, maar over het belang voor de
gezondheidszorg van mens en dier (hoe kritisch het AB is)
o Geel = nauw-spectrum, niet-kritisch
▪ 1e en 2e generatie cefalosporines, nauw-spectrum penicillines en sulfonamides
o Rood = meest kritisch
▪ 3e en 4e generatie cefalosporines en fluoroquinolones
▪ Hiervoor bijkomende analyses gewenst
o Oranje = er tussenin
Werking AB
• Werkzaam tegenover:
o G+ / G-
o Aëroob / facultatief anaëroob / anaëroob
o Extra- / intracellulair
• Bactericied (afdodend) / bacteriostatisch (remmend)
• Tijdsafhankelijk / concentratie-afhankelijk
o Tijdsafhankelijk:
▪ Plasmaconcentratie > MIC (minimum inhibitory concentration) minstens 50% van
interval
▪ Dosisinterval ↓ efficiënter dan dosis ↑ (hoe vaker je geeft, hoe beter het werkt)
▪ Bv. cefalosporines
o Concentratie-afhankelijk:
▪ Cmax > 10x MIC
▪ Dosis ↑ efficiënter dan dosisinterval ↓
▪ Bv. enrofloxacine
Bacteriologisch onderzoek
• Aanvulling op klinisch vermoeden
• Zekerheid over welke bacteriën → identificatie van de kiem (belangrijk voor de keuze en duur
van de behandeling)
• Indicaties:
o Vóór het inzetten van kritisch belangrijke AB
o Bij onvoldoende reactie op ingestelde therapie
o Bij chronische problemen
o Bij levensbedreigende problemen
3
, • Niet indien:
o Trauma/contaminatie optrad <3 uur voor het instellen van de behandeling (er is dan nog
geen kolonisatie opgetreden)
o En bloc resectie van probleem (bv. wegsnijden volledig abces → je hoeft niet meer te weten
wat daarin zat en dan is sowieso geen AB nodig)
• Staalname:
o Swab
▪ In transportmedium (met de juiste voedingsstoffen zodat de bacterie blijft leven)
o Urine
▪ In steriel potje (niet via swab)
▪ Koelen voor transport
▪ Pas infectie vanaf 105 CFU (urine is nooit 100% steriel, zelfs niet na cystocentese)
o Timing:
▪ Vóór toediening systemisch AB (anders zullen de kiemen minder goed groeien)
▪ Bij gecontamineerde wonden pas na débridement (je bent enkel geïnteresseerd in de
kiemen die er nog zitten als de wond zo schoon mogelijk gemaakt is, want enkel die
kunnen voor problemen gaan zorgen)
• Nadeel: resultaat duurt minstens 24 uur en meestal 72 uur (± 3 dagen)
o Klinische situatie laat vaak niet toe om resultaat af te wachten vooraleer therapie in te
stellen. Je kunt al wel een therapie instellen en deze later bijstellen a.d.h.v. het resultaat van
het onderzoek. Hierbij gebruik maken van:
▪ Medische voorgeschiedenis
▪ Kennis van eerdere pathogenen voor gelijkaardig ziektebeeld
▪ Kennis van trends van gevoeligheid
▪ Welk ’’orgaan’’ is geïnfecteerd?
▪ Cytologie
− Diff-Quick (fixatief + rode en paarse kleurstof)
✓ Kokken / staven
✓ Veel / sporadisch
✓ Gegroepeerd / individueel
✓ Extra- / intracellulair → extracellulair kan oppervlakkige contaminatie zijn
✓ Géén onderscheid tussen G+ / G- (daarvoor Gram-kleuring)
− Gram-kleuring
✓ G+ aëroben: Staphylococcus, Streptococcus
✓ G- aëroben: Pseudomonas aeruginosa
✓ G- facultatief anaëroben: E. coli, Klebsiella, Pasteurella, Enterobacter
✓ (Echte anaëroben zijn niet te kweken → bij staalname al dood)
▪ AMCRA
o In chronische gevallen laat de klinische situatie het toe om het resultaat van het antibiogram
af te wachten
o Indien niet gewacht kan worden, dan starten met empirisch niet-kritisch AB met breed of
meest gewenste spectrum
• Bacteriologisch onderzoek wordt best gevolgd door een antibiogram om te weten te komen aan
welk AB de kiem nog gevoelig is
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lvdm1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.