Psychopathologie
Kwartiel 3
HC1 Hoofdstuk 1 + hoofdstuk 9
H1
Klinische psychologie
- Stoornissen staan centraal
- Gedrag dat afwijkt van een bepaalde norm
- Danielle Braun
Factoren van Seligman: (best open voor interpretatie)
1. Persoonlijk lijden
2. Disfunctioneren
3. Irrationeel gedrag
4. Onvoorspelbaar gedag en controleverlies
5. Opvallend en onconventioneel gedrag
6. Gedrag dat een ongemakkelijk gevoel bij anderen teweegbrengt
7. Overtreden van morele normen
1. Statistische model (normaal verdeling)
a. Nadelen: grens onduidelijk
b. Niet al les normaal verdeeld
c. Individueel lijden niet meegenomen
2. Ziektemodel
a. Onderliggende mechanismen als oorzaak psychiatrische stoornissen
b. Nadelen: client in afhankelijke rol
c. Niet voor alle stoornissen is een oorzaak
d. Labelling, stigmatisering, zelfstigma
3. Leer-of onderwijsmodel
Farmacie en mythes
The serotonin theory of depression: a systematic umbrella review of the evidence
(Joanna Moncrieff)
Genen
Eenvoudige
Nature vs nurture debat
Nu steeds meer nature en nurture
Conclusie
- Meerdere opvatting over grens normaal, afwijkend gedrag
Dus voorzichtigheid is geboden zeker bij het stellen diagnoses
- Theoretische modellen allemaal deels van toepassing op stoornissen
,H9 classificeren
Soorten classificatie
- Catergoriaal vs dimensioneel
o Categoriaal: indelen in een klasse, wel of niet
o Dimentioneel: in een grade, van licht naar donker. In welke mate
- Monothetische vs polythetisch
o Leden van een kalsse hebben een kenmerken met elkaar gemeen
o Mono = één (een gezamenlijk kenmerk, de rest varieert)
o Polythetetische allemaal andere kenmerken, niet overlappende
kenmerken wel dezelfde stoornissen
- Symptomen vs pathogene mechanismen
o Symptomen: aan de buitenkant waarneembaar zijn of die een cliënt zelf
aangeeft
o Pathogeen:
- Nevenschikkend vs hiërarchisch
o Nevenschikkend: systemin waarin alle klassen dezelfde rang hebben
o Hiërarchisch:
Huidige versie DSM
- Categoriaal
- Polythetisch
- Beschrijvend (zichtbare problematisch en niet onderliggend)
- Nevenschikkend
Geschiedenis DSM
- 5 versies, 400 stoornissen
- BOGSAT; bunch of guys sitting around a table
- De manier hoe de classificaties tot stand komen; Amerikaanse psychiaters
aan tafel die stemmen of de stoornis wel of niet in de DSM moet worden
opgenomen
- Op basis van praktijk, maatschappij.
Kritiek DSM
- Resultaat van afspraken van expert en veel te weinig op empirische gegeven
- Zeer subjectief; overmatige bezorgdheid bij angststoornis bv.
- Geen oog voor gradaties en longitudinale karakter- door de tijd veranderen
mensen en dus ook classificaties
- Zoomt in op pathologie en minder op de positieve aspecten, zoals veerkracht
en moed
- Afbakening tussen stoornissen is niet altijd mogelijk
Reïficatie
- van een classificatie een ding maken een entiteit
- PTSS wordt in de DSM-5 gedefinieerd door symptomen zoals herbeleving van
traumatische gebeurtenissen
- Reïficatie zou kunnen optreden als we PTSS behandelen alsof het een
vastomlijnde entiteit is, waarbij we vergeten dat de manier waarop mensen
trauma ervaren en verwerken sterk kan verschillen
, - toch gebruiken zowel professionals als leken regelmatig deze labels als
oorzakelijk in de taal
- beter is het om te zeggen: hij heeft last van herbelevingen en we hebben met
elkaar afgesproken dat we het PTSS noemen.
- PTSS is niet een ding, maar een beschrijving
- Niet “je hebt herbelevingen door je PTSS”. We gebruiken PTSS om je
herbelevingen te beschrijven.
Verschil tussen classificeren en diagnostiek
- Inleiding van dsm-5-tr voor het vaststellen van een psychische stoornis is het
niet voldoende om alleen te controleren of de sympotmen uit de
classificatiecriteria aanwezig zijn. Een clinicus moet hier altijdz elf verder
onzoek naar doen
- De DSM beschrijft niet wat over behandeling:
- Verschil: classificeren door de DSM in welke categorie valt iemand. Welke
groep of cluster. Classificatie heeft niet te maken met de oorzaak of
behandeling.
Diagnose is na aanleiding van een gesprek. Hier ga je meer naar de oorzaak
kijken.
Diverse stoornissen komen regelmatig afgewisseld bij iemand voor
Transdiagnostisch model; er is sprake van een eetstoornis (niet van een specifieke
bepaalde stoornis), waarbij symptomen in de tijd kunnen worden afgewisseld.
Transdiagnostische factoren
Transdiagnostische factoren zijn psychologische variabelen of mechanismen die niet
specifiek zijn voor een bepaalde psychische stoornis.
Gelijke symptomen
Gelijke gedragingen
Gelijke copingsstrategieën
Gelijke psychologische factoren
Onderliggende overeenkomstige neurobiologische factoren
Gelijke behandelinterventies
Anorexia nervosa
- Kunnen wel eten maar willen iet eten
- Overtuiging dik te zijn/gestoorde lichaamsperceptie
- Restrictief (beperkt) te eten, calorieën tellen
- Veel sporten
- Gepreoccupeerd (in beslag genomen door/continu met iets bezig zijn) met het
lichaam en afvallen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudsmit2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.66. You're not tied to anything after your purchase.