Motorisch leren – Feedback
Kniepeesreflex
Sensor à PZS à CZS à effector (prikkels worden door zintuigen opgevangen à CZS
verwerkt à reactie spieren)
Receptor à conductor à effector
1. Tik op de pees veroorzaakt korte rek van spier (m. quadriceps), waardoor spierspoel
wordt geprikkeld
2. Via snel geleidende afferente vezels (Ia en II-vezels) worden de motoneuronen van M.
quadriceps geactiveerd
Werkt niet zozeer uit de pees maar op basis van het spierspoeltje = myotatisch reflex.
Door slag wordt spierspoel geactiveerd en gaat er een prikkel naar achterhoorn à daarna via alpha motorneuron naar spier
1. Spierspoel à achterhoorn
2. Alfa motorneuron à spier
Soorten responsen (reacties)
M1 respons Myotatisch respons 30 – 50 ms Via ruggenmerg (gaat via 1A afferent naar Monosegmentaal
ruggenmerg en via alfa neuron naar spierspoel
(= snelst door myeline eromheen) open-loop
M2 respons Polo synaptisch respons, 50 – 80 ms Via ruggenmerg en hogere hersendelen Multisegmentaal
ook myotatisch Langere looptijd = long loop
Trigger respons Reflexreactie 80 – 120 ms
M3 respons Langste respons 120 – 180 ms Correctie die je zelf willekeurig kiest tijdens Multisegmentaal
Willekeurig beweging
Closed loopsturing
Alfa/gamma neuronen
Alfamotorneuronen (extravusale vezels; buiten spier)
Voor snelle ballistische bewegingen – vertonen een fasisch-tonisch respons
§ Innerveren de motorische eindplaat
Gamma motoneuronen (efferent) (intrafusale vezels, zitten in de spier)
§ Langzame nauwkeurige bewegingen à grootste bewegingszenuwcellen
§ Zij ontspringen op de voorhoorn van ruggenmerg en eindigen in spierweefsel. Zorgen
ervoor dat spieren samentrekken en dus ledematen kunnen bewegen à contractie
antagonist (kan er dus lengte mee instellen)
Alfa-gamma koppeling
Gammaloop Eerst wordt de gamma-activiteit verhoogd à via 1A activiteit uit spierspoel wordt vervolgens alfa motoneuron
geactiveerd (sturen de spierspoeltjes (sturen intrafusale vezels) aan)
Alfa-activatie Gammaloop wordt gepasseerd door directe activatie van alfa-motoneuronen à vooral rol bij snelle ballistische
bewegingen (sturen spieren aan) (alfa snelst door myeline schede om zich heen)
Alfa-gamma-co- Gecombineerde activatie van alfa- en gamma-activiteit
activatie Nut: gevoeligheid van spierspoel verschuift in dezelfde richting als lengte van spier
Voordelen bij optillen van voorwerpen: voorbeeld blz. 232 neuro
Golgi-peessensor (krachtdetector)
§ Bevinden zich in de pees van de spier
§ Worden geactiveerd bij toename van de spierspanning
§ Hij houdt de spanning constant bij wisselende spierlengte. Meet de spierspanning
= meer/minder spanning op afstemmen
Belangrijk bijtaken waarbij de precieze dosering van spanning of kracht een rol speelt:
§ Streek van de violist
§ Armbewegingen van de roeier
§ Benen van fietser
§ Naar de mond brengen van een kopje koffie
*min of meer constante spanning over relatief groot bewegingstraject
Remmen de alfa motorneuronen à met als gevolg inhibitie (dus uitschakeling antagonist) ( - Tonus)
KELLY VAN DIJK
,Gewrichtssensoren à meet de standsverandering en snelheid in het gewricht
Nekreflexen à afferente input komt binnen ter hoogte van segmenten C2 t/m C5; in ruggenmerg breidt activiteit zich
longitudinaal en bilateraal uit (multi segmentale reflexen)
Asymmetrische tonische nek reflex (ATNR): rotatie van hoofd naar rechts
§ Extensie van rechterarm en -been
§ Flexie van linker arm en -been
Symmetrische tonische nek reflex: buigt hoofd naar achteren
§ Extensie armen
§ Flexie benen
Closed loop sturing = feedback; veel corrigeren, bijsturen en anticiperen
§ Langzaam en gaat 2 kanten op; is te corrigeren door feedback (M3)
Open loop sturing = feedforward
§ Gaat heel snel en 1 kant op; is niet te corrigeren; feedforward (M1)
Openloop: Er is een input en een output, maar geen feedbackloop. Er wordt vooraf een programma ingesteld. Dit heeft
allemaal te maken met de volgende vragen?
§ Welke spieren moeten worden aangespannen?
§ In welke volgorde moeten de spieren aangespannen worden?
§ Met welke kracht moeten deze contraheren?
§ Welke timing en frequentie moeten de spieren contraheren?
§ Hoelang moeten spieren contraheren?
Typisch openloop gestuurd
§ Bewegingen die kort duren en krachtig zijn
§ Feedback lussen spelen geen rol
§ Overleerde bewegingen die geen nauwkeurigheidseisen meer hebben
§ Bewegingen die voorspelbaar zijn en niet meer bijgestuurd hoeven te
worden.
Programmering à long term memory
Parametrisatie à short term memory
Initiatie à spieren
Discreet, serieel en continu
§ Discreet – duidelijk begin en eind (sterk gedefinieerd)
o Bv. Een sprong (standing long jump, schoppen, werpen , vangen, slag/slaan, schrijven van één letter)
§ Serieel – meerdere discreten (hink-stap-sprong, woorden schrijven (meerdere verschillende letters), glas water
oppakken-drinken en weer terugzetten, veters strikken)
o Verschillende discreten achter elkaar
§ Continu – niet of nauwelijks gedefinieerd (zwemmen, lopen, fietsen)
o 1 discreet continu achter elkaar door uitvoeren
3 geheugen systemen:
1. Short term sensory memory (STM) = korte termijn geheugen; perceptie van informatie
2. Short term memory = beperkt werkgeheugen
§ Concentreren op informatie
§ Beperkte capaciteit
§ Beperkte tijd
§ Aparte kanalen voor visuele en auditieve informatie
3. Long term memory = heel groot werkgeheugen (langetermijngeheugen)
§ Permanente opslag voor (motorische) kennis
§ Onbeperkte capaciteit
Bij een CVA is meestal het werkgeheugen aangedaan: alle info gaat naar het werkgeheugen via:
§ Visueel (ruimtelijk) kanaal of Via een auditief kanaal (taal, verbaal uitleg)
Werkgeheugen naar langetermijngeheugen à moet je heel veel herhalen
KELLY VAN DIJK
, Time on task (aantal keren dat je een taak uitoefent)
§ Hoe vaker je het oefent hoe beter je wordt
§ gedurende therapie veel intensiveren à weinig praten maar onwijs veel oefenen (70% oefenen tijdens de behandeling)
Spacing: ruimte/pauzes in lassen in je behandeling. Geeft een beter resultaat
Massed practice: continu oefenen (werkt goed maar uiteindelijk minder resultaat)
Waarneembare gedrag en het vermogen te presteren
o Retrieval strength: betrekking op gemak waarmee gewenst gedrag kan worden vertoond
o Storage strength: betrekking op mate waarin gewenste gedrag in het geheugen is opgeslagen
§ Kunst is een oefenmethode te vinden met een sterke storage strength
Structured play = op spelende wijs uitlokken om iemand zijn best te laten Deliberate practice = herhaalde activiteiten met
doen bijvoorbeeld (impliciet leren) continu feedback en correctie
Game like en play like Geconstrueerde oefeningen
Plezier Serieus
Creatief Extrinsieke motivatie
Spontaan naar zoeken van antwoorden en oplossingen Het gaat met name over hoe je presteert
Positieve taak op Intrinsieke motivatie
Externe focus + feedback
Hoge time on task rate
Stimuleren van oplossend vermogen (creativiteit)
Impliciet leren (voorkeur) Expliciet leren
Leren door te doen, zonder bewust te worden hoe het moet Met kennis verwerven over optimale uitvoering
à stressbestendig Focus op persoon
Patiënt met beperkingen in taal en werkgeheugen zijn gebaat Doet groot beroep op:
bij impliciet leren (zoals CVA) § Cognitieve functies gelieerd aan werkgeheugen
§ Taal (verbaliseren tijdens de beweging uitvoering)
Impliciete kennis is onbewust en kan je niet na vertellen Expliciete kennis is bewust en kan je na vertellen of opschrijven
bijvoorbeeld
Focus op de omgeving Praatje – plaatje – daadje
Voordelen: Feedback
Minder invloed van Trial & error
§ Hersenafwijkingen Zelf ontdekkend leren
§ Psychologische druk en vermoeidheid Probleem oplossend leren
Minder zwaar voor het werkgeheugen
Vergroot opslag kracht: impliciete kennis blijft langer
Impliciet kennis Expliciete kennis
Betreft zaken die we kennen zonder het te beseffen en Betrekking op feiten en regels waar we ons bewust van zijn en
daardoor ook niet kunnen verwoorden die we kunnen benoemen (verbaliseren)
Impliciet leren leidt tot opbouw impliciete kennis Expliciet leren leidt tot opbouw expliciete kennis
Externe focus à aandacht gericht op effect van de Interne focus à aandacht gericht op uitvoering van de
bewegingen op de omgeving (effectiever voor zowel het bewegingen of op de mechanische en neurale processen die
leren als uitvoeren) daaraan ten grondslag liggen
§ Breng je hand omhoog § belemmert de automatische uitvoering
§ Aandacht moet gericht zijn op resultaat van de § buig je arm
beweging § structured play: hoge time on task
§ Groter netto momenten en gewrichtssnelheden § externe focus instructie en feedback
§ Minder spieractiviteit § errorless learning
§ Betere taakprestatie
Als de externe focus verder van het lichaam is werkt het nog
beter. Bij externe focus gebruik je minder motor units om
hetzelfde gewicht te verplaatsen
KELLY VAN DIJK
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kellyvdijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.18. You're not tied to anything after your purchase.