100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting vastgoedmarkten Vastgoedkunde Saxion - Propedeuse behaald in jaar 1 $6.30   Add to cart

Summary

Samenvatting vastgoedmarkten Vastgoedkunde Saxion - Propedeuse behaald in jaar 1

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting is de perfecte voorbereiding voor het vak vastgoedmarkten gegeven in jaar 1 van de Opleiding Vastgoedkunde aan Saxion Enschede. Met het leren van alleen deze samenvatting haal je het vak gegarandeerd. Kijk even naar de voordeelbundel om met veel kortingen samenvattingen te halen v...

[Show more]

Preview 4 out of 41  pages

  • No
  • Gegeven in colleges
  • September 9, 2024
  • 41
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
De economie onderzoekt:

- Het gedrag van consumenten
- Het gedrag van producenten
- De marktwerking, de werking van de markt. Deze werkt d.m.v. vraag en aanbod.

Produceren is het geschikt maken van goederen en diensten, voor gebruik. Productie vind plaats bij
de productiehuishoudingen, dit zijn bedrijven.

De economie (=Huishoudkunde) betekend dat men keuzes moet maken tussen schaarse middelen.
Zij willen hun behoeften zoveel mogelijk vervuld hebben, maar er is sprake van een beperkt aantal
middelen. Dit noem je de schaarste. Daarom doet men aan nutsmaximalisatie, dit betekend dat men
zoveel mogelijk wil bereiken, de maximale behoeftebevrediging, met de beschikbare middelen. Er
zijn alternatief aanwendbare middelen, hierdoor worden behoeften met een alternatief vervuld.

Dit doen:

- Gezinnen ook wel consumentenhuishoudingen genoemd.
- Bedrijven ook wel bedrijfshuishoudingen genoemd.
- De overheid

De welvaart is de mate waarin je in je primaire en secundaire behoeften wordt bevredigd, hoe
minder, hoe groter de spanning. Een behoefte is iets waaraan voldaan wordt als men beschikking
krijgt over goederen/diensten die zij graag willen. Er zijn verschillende behoeften:

- Primaire behoeften: heb je echt nodig
Secundaire behoeften: luxe goederen
- Stoffelijke behoeften: kun je aanraken
onstoffelijke behoefte: kun je niet aanraken
- Individuele behoeften: kun je aan 1 persoon geven
Collectieve behoeften: kun je niet aan 1 persoon geven

Het welzijn is de mate van bevrediging door behoeften die je niet kunt kopen zoals de natuur of je
gevoel. De welstand houd in hoe je er persoonlijk voor staat.

Het inkomen is een stroom van geld zonder dat je het bijvoorbeeld van je spaar naar betaal rekening
hebt geboekt, dus zonder in te teren.

Een consument verwerft inkomen door de categorale inkomensverdeling, er zijn verschillende
productiefactoren:

- Kapitaal: rente/huur
- Ondernemerschap: Winst
- Natuur: pacht, het verhuren van grond
- Arbeid: Loon
- (Extra) informatie: het hebben van goede informatie zorgt voor een efficiënte en doelgerichte
productie.

Sparen is het uitstellen van consumeren, ofwel je slaat de koopkracht op.

Met het BBP, het bruto binnenlands product wordt de omvang van de economie vastgesteld. Hierin
telt al het inkomen, exclusief de productie van de overheid mee. De ambtenaren salarissen doen wel
mee.

,Bruto inkomen -
Belastingen + sociale premies -
Netto inkomen
Primaire levensbehoeften + vaste lasten = gebonden inkomen
Besteedbaar inkomen/discretionair inkomen/secundair inkomen

- Primair inkomen: wat je verdient, dus wat je uit het productieproces haalt (natuur,kapitaal,
arbied en ondernemersschap).
- Secundair inkomen – belastingen + uitkeringen bij werkelozen
- Tertiaire inkomen + premies – extra belastingen

In de Lorenz curve zie je, door ons progressieve belastingstelsel, dat er een groot verschil zit tussen
het bruto en netto inkomen, er wordt namelijk genivelleerd(=gelijkmaken). De personele
inkomensverdeling geeft aan hoe het inkomen in een land verdeeld is, dit wordt uitgebeeld met de
lorenzcurve.

Het modaal inkomen is het inkomen wat de meeste mensen verdienen. Het nominale inkomen is het
inkomen dat men ook daadwerkelijk krijgt. Als dit gecorrigeerd wordt door de inflatie dan blijft het
reëel inkomen over. Hiermee wordt de verandering van de koopkracht aangeduid.

Reëel inkomen = Nominale inkomens verandering (100% +/-) : Prijs verandering x 100% = Bijv. 105%
-> Inkomen met 5% gestegen.

De overheid komt aan haar inkomen door:

- Belastingen
- Premies

Dit geven ze uit aan:

- Collectieve goederen
- Uitkeringen
- Consumptie door de overheid zelf

Door productie ontstaan er:

- Kapitaal goederen: om mee te produceren, dit is een investering
- Consumptie goederen

Bruto investeringen zijn investeringen gedaan door bedrijven, dit kunnen:

- Vervangingsinvestering: een versleten kapitaalgoed wordt vervangen
- Netto-investeringen:
- Voorraadinvesteringen: inkopen van goederen
- Uitbereidingsinvesteringen: De kapitaalgoederen voorraad per saldo wordt vergroot.

Er zijn verschillende partijen die besteden in de economie:

- Gezinnen
- Producenten
- Overheid
- Uitvoersaldo: Dit is het verschil tussen de waarde van de export en import.

De productie van de overheid wordt gemeten door middel van de ambtenaren salarissen omdat voor
veel wat zij doen geen prijs vast te stellen is.

,De economische orde in een land is de manier waarop vraag en aanbod in een land is georganiseerd,
hierbij is de wetgeving rond eigendom van materiele productiefactoren erg belangrijk.

Een allocatievraagstuk is een economisch vraagstuk dat gaat over de verdeling van de
productiemiddelen en de productiefactoren.

Afhankelijk van het soort economie heeft de overheid invloed:

- Centraal geleide planeconomie: heel veel invloed
- Georiënteerde markt economie: de overheid oriënteert wel, maar het is een vrije markt
economie
- Vrije markt economie: heel weinig

De concurrentie neemt toe als er steeds minder vraag komt.

Het vertrouwen van de consument komt voor uit:

- De algemene economische situatie
- Hun eigen financiële situatie, ofwel de koopbereidheid.

De economie kun je indelen op verschillende groottes:

Macro: Nederland of groter
Er wordt op macro niveau gekeken naar productie, consumptie en het gedrag van de overheid, dit zijn
economische factoren. Zoals op binnenlands niveau:

- Groei bruto binnenlands product: de omvang van de economie
- Conjuncturele situatie
- Index consumentenvertrouwen
- Ontwikkeling werkloosheid, lonen en arbeidsproductiviteit
- Prijsontwikkeling/inflatie
- Orderportefeuille bedrijven: hoeveel opdrachten een bedrijf heeft.

Zoals op buitenlands niveau:

- Renteontwikkelingen
- Ontwikkeling export en import
- Ontwikkeling wisselkoersen
- Verloop van de dollarkoers
- Ontwikkeling energieprijzen

Meso: bedrijfstak
De concurrentie binnen en buiten de bedrijfstak, hierin spelen NVM en VBO een belangrijke rol. Dit
zijn belangenorganisaties. Deze organisaties hebben de volgende doelen:

- maken van branche gerichte ICT systemen
- geven van vakopleidingen
- spreekbuisfunctie: men spreekt namens de branche
- politiek in orde houden.

De meeste bedrijven zijn hierbij aangesloten en vormen daardoor een meerderheid. Een bedrijfstak
is alle bedrijven die werken in de bedrijfskolom. Een bedrijfskolom kan bestaan uit:

- Oerproducent: haalt de producten bij elkaar
- Groothandel in grondstoffen

, - Verwerkende industrie: maakt het product (kan uit meerdere schakels bestaan).
- Groothandel in gereed product
- Detailhandel: degene die het verkoopt)
- consument

Hierin kunnen bedrijven zich horizontaal bewegen:

- Specialiseren: 1 ding doen. Ze kunnen zich ook nog specialiseren, dit heet specialisatie
- Parallelliseren: meerdere dingen doen. Hierdoor ontstaat er branchevervaging, bedrijven
doen niet meer 1 ding.

In een bedrijfskolom kunnen 2 soorten verticale bewegingen zijn:

- Differentiatie: een bedrijf stoot een deel van zijn werk af aan een hogere of lagere schakel
- Integratie: 2 schakels worden samengevoegd. Dit kan op 2 manieren
- voorwaartse integratie: dichter naar de consument
- achterwaartse integratie: dichter naar de producent

Micro: bedrijf/consument

Het CBS en de kamer van koophandel hanteren de SBI: de standaard bedrijfsindeling. Hierdoor
worden ondernemingen in een bedrijfstak ingedeeld.

Het structuur beleid is de aanwezigheid van de overheid aan de aanbodkant van de economie. De
overheid kan zorgen voor:

- Geschoold personeel
- Subsidie en accijns
- Goede infrastructuur

Met het SGR-Model (Structuur gedrag model), wordt bepaald wie en hoe de concurrenten zijn in
een bedrijfstak:

- Structuur: welke markt, homogeen, de kosten. De tpetredingsbarieres, hoe is d vraag
- Gedrag: hoe moet een onderneming zich gedragen met deze structuur hoe krijg je de
hoogste winst, moet je op de markt blijven of moet je je aanpassen iets wat ze doenmarkt
- Resultaat: het gedrag lijdt tot een resultaat.

De kenmerken hierbij zijn het aantal vragers en het aantal aanbieders.

Hoe bedrijven opereren is afhankelijk van de structuur van de markt, er zijn verschillende
structuren:

- Aantal aanbieders
- Aard van het product
- De kostenstructuur van de productie -> schaalvoordelen
- Toetredingsbarrières
- Vraagaspecten

Bij een verkopersmarkt heeft de verkopende partij het voor het zeggen ofwel er is meer vraag dan
aanbod.

Sleutelfactoren zijn de factoren die bepalden zijn voor het succes van de onderneming. Voor
buitenlandse bedrijf in nederland zijn dit:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rietmanjade. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.30. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73091 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.30
  • (0)
  Add to cart